Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Germany

Down Icon

De duurste onderwijsuitgaven zijn die welke niets opleveren

De duurste onderwijsuitgaven zijn die welke niets opleveren
Docent Julia Sabbatini tijdens een wiskundeles aan de École Primaire de Cressier.

Severin Bigler / CH Media

De zomervakantie staat voor de deur, de scholen zijn een paar weken gesloten en de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar zijn in volle gang. Het is een goed moment om ons onderwijssysteem te evalueren.

NZZ.ch vereist JavaScript voor belangrijke functies. Uw browser of advertentieblokkering blokkeert dit momenteel.

Pas de instellingen aan.

Volgens een beroemde uitspraak van John F. Kennedy is er op de lange termijn maar één ding duurder dan onderwijs: géén onderwijs. Goed onderwijs is ongetwijfeld de basis van alle economische welvaart. Maar de vraag blijft: tegen welke prijs?

Dit is een vraag waar onderwijseconomen wereldwijd al tientallen jaren mee bezig zijn. Sinds de jaren zestig heeft onderzoek aangetoond dat er in westerse landen geen systematisch verband bestaat tussen uitgaven aan hoger onderwijs en betere leerresultaten. Het gaat erom hoe de middelen worden besteed. Geldt dit ook voor Zwitserland?

Laboratorium Zwitserland

Zwitserland biedt een spannend laboratorium voor deze vraag: de leerplicht valt onder de bevoegdheid van de kantons – met 26 verschillende modellen en overeenkomstig sterk uiteenlopende onderwijsuitgaven.

Zo bedragen de personeelskosten per student in het kanton Basel-Stadt ruim CHF 20.000, terwijl ze in het kanton Wallis slechts ongeveer de helft zijn. Maar presteren studenten in Basel ook significant beter?

Uit het actuele rapport over de beoordeling van basisvaardigheden blijkt dat in Basel-Stadt slechts 77 procent van de leerlingen basisleesvaardigheden behaalt. Dat is aanzienlijk lager dan het Zwitserse gemiddelde.

Met andere woorden: voor 23 procent van de leerlingen in Bazel is het aan het einde van de leerplicht niet mogelijk een samenhangende tekst te begrijpen, de kerninhoud te vatten en deze in verband te brengen met hun dagelijks leven – en dat ondanks het feit dat Zwitserland de hoogste uitgaven per leerling kent.

In Wallis – met aanzienlijk lagere uitgaven – bereikt 78 procent van de Duitstalige leerlingen een basisvaardigheid in lezen, en 87 procent van de Franstalige leerlingen bereikt dit – het hoogste percentage van alle kantons.

Uiteraard kunnen leerlingen uit verschillende kantons niet rechtstreeks met elkaar worden vergeleken: het aandeel anderstaligen en sociaaleconomisch achtergestelde kinderen loopt sterk uiteen.

Samen met Matthias Biedermann en Christoph Schhaltegger heb ik deze en andere factoren in een interkantonale vergelijking meegenomen. Het resultaat: hogere uitgaven per hoofd van de bevolking leiden niet systematisch tot een betere onderwijskwaliteit – gemeten naar de basisvaardigheden die in de schooltaal worden verworven.

Investeren: Ja – maar waar het werkt

Wat volgt hieruit? Meer geld kan nuttig zijn – maar alleen als het effectief wordt gebruikt. Onderzoek is het erover eens: het gaat niet om de hoeveelheid geld, maar om hoe het wordt gebruikt.

In het verleden waren de belangrijkste kostenposten voor Zwitserse onderwijsuitgaven onder meer het verkleinen van klassen en het verbeteren van de leerling-leraarratio. De effecten hiervan op de leerprestaties zijn echter wetenschappelijk controversieel.

Veelbelovender zou gerichte ondersteuning zijn waar de behoefte aan actie het grootst is – bijvoorbeeld door de taalintegratie van anderstalige kinderen. Studies tonen aan dat taalachterstanden belangrijke belemmeringen vormen voor academisch succes – niet alleen in taallessen, maar ook in wiskunde en natuurwetenschappen – en daarom essentieel zijn voor toekomstige ontwikkeling.

Maar zelfs de beste ondersteuning blijft ineffectief als de leraar niet weet hoe hij die competent moet implementeren. Goede leraren hebben een meetbare impact op het latere schoolsucces – en zelfs op het verdiende inkomen.

Stimuleringssystemen voor leraren

Maar hoe werf en behoud je zulke leraren? Selectieprocedures voor aankomende leraren die niet alleen formele kwalificaties beoordelen, maar ook systematisch hun geschiktheid, motivatie en pedagogisch potentieel beoordelen, zijn bijzonder veelbelovend. Als leraren succesvol het beroep ingaan, zijn gerichte beloningssystemen effectief gebleken – waarbij prestaties objectief kunnen worden gemeten en zinvol kunnen worden teruggekoppeld.

Het gaat hierbij niet om modellen met vaste bonussen, maar om gedifferentieerde beloning: bijvoorbeeld door middel van prestatiebonussen voor leraren wier leerlingen duidelijk bovengemiddelde vorderingen maken bij gestandaardiseerde tests, of door gerichte promoties voor bijzonder goede leraren.

Dit alles leidt tot een simpele, maar ongemakkelijke, conclusie: meer geld alleen lost de onderwijsproblemen niet op. Waar het om gaat, is hoe gericht en effectief de middelen daadwerkelijk zijn. Wie de kwaliteit van het onderwijs echt wil verbeteren, moet niet alleen het budget verhogen, maar juist gericht investeren in effectieve maatregelen. De duurste onderwijsuitgaven zijn immers die welke niets opleveren.

Melanie Häner-Müller is hoofd van de afdeling Sociaal Beleid van het Instituut voor Zwitsers Economisch Beleid (IWP) aan de Universiteit van Luzern.

nzz.ch

nzz.ch

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow