Uitspraak van het Federale Hof van Justitie: Prijsafspraken voor postorderapotheken in de EU waren onrechtmatig

Een postorderapotheek gevestigd in een ander EU-land mag klanten in Duitsland bonussen aanbieden op receptplichtige medicijnen . Het Bundesgerichtshof (BGH) in Karlsruhe oordeelde dat de tot eind 2020 in Duitsland geldende regelgeving inzake geneesmiddelenprijscontrole niet van toepassing is op postorderapotheken gevestigd in andere EU-landen. Deze regelgeving schendt het vrije verkeer van goederen.
De Eerste Burgerlijke Senaat heeft geen schending van de Wet oneerlijke concurrentie vastgesteld. Volgens de uitspraak is het niet relevant of de toegekende bonussen in strijd zijn met een nieuwe, inmiddels in werking getreden regeling in het Sociaal Wetboek. Voorzitter Thomas Koch oordeelde dat er geen risico op herhaling bestaat. Alleen al om deze reden dient de rechtszaak te worden afgewezen.
De rechtbanken hebben tot nu toe de kant van de Beierse Apothekersvereniging gekozenDe specifieke zaak uit 2012 betrof een postorderapotheek in Nederland, die volgens informatie klanten een bonus van drie euro per medicijn beloofde bij het inwisselen van een recept, tot een maximum van negen euro per recept. Er werden ook bonussen aangeboden aan mensen die deelnamen aan een geneesmiddelencontrole via een formulier of telefonisch. De Beierse Apothekersvereniging beschouwde dit als een schending van het mededingingsrecht en legde farmaceutische prijzen vast, en spande een rechtszaak aan. Deze zaak was succesvol voor de lagere rechtbanken in München.
In tegenstelling tot zelfzorggeneesmiddelen is de prijsstelling wettelijk geregeld. De basisgedachte is dat de betreffende medicijnen in elke apotheek voor dezelfde prijs moeten worden aangeboden. Dit is bedoeld om apotheken te beschermen tegen moordende concurrentie en om patiënten te beschermen tegen uitbuiting, aldus apothekersverenigingen. Buitenlandse postorderapotheken willen hier al lang verandering in brengen, omdat bonussen een populaire manier zijn om klanten te werven.
Jarenlang was er controverse over de vraag of de vaste prijs ook geldt voor postorderapotheken in andere EU-landen – of dat dit in strijd is met het vrije verkeer van goederen binnen de EU. De Hogere Regionale Rechtbank (OLG) München oordeelde dat de vaste prijs niet in strijd was met het EU-recht. De wetgever had reden om aan te nemen dat de regeling een passend middel was om de levering van geneesmiddelen in Duitsland veilig te stellen. De OLG wees de rechtsvordering van de vereniging daarom toe.
Het Federale Hof van Justitie (BGH) verwees echter naar de normen van het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU). Koch legde uit dat de eiser onvoldoende gegevens of andere "harde feiten" had overgelegd om aan te tonen dat zonder vaste farmaceutische prijzen een volledige farmaceutische levering niet kon worden gehandhaafd en dat de volksgezondheid daardoor in gevaar zou komen.
In Duitsland blijven de regels anders. De prijscontrole voor geneesmiddelen bepaalt in principe ook dat apotheken geen relatiegeschenken of tegoedbonnen voor een volgende aankoop mogen aanbieden bij de verkoop van receptplichtige geneesmiddelen. In juni 2019 oordeelde het Bundesgerichtshof dat zelfs kleine geschenken zoals tissues of glucosetabletten uit apotheken verboden zijn. Eerder waren kleine geschenken tot een waarde van één euro toegestaan in de jurisprudentie.
süeddeutsche