Niet-verkiezing van constitutionele rechters | Verkiezing van constitutionele rechters: fatale politisering
Een haatdragende, lasterlijke campagne van rechts -conservatieven richting extreemrechtse kringen, gesteund door delen van de CDU/CSU, heeft geleid tot de (tijdelijke) mislukking van de verkiezing van rechters van het Federale Constitutionele Hof in de Bondsdag. Het autoritarisme, met de bedoeling het Hooggerechtshof politiek te controleren, is openlijk gedemonstreerd. Deze politisering brengt de onafhankelijkheid van het Federale Constitutionele Hof (BVerfG) en het vertrouwen in deze instelling in gevaar.
In tegenstelling tot parlementaire organen bestaat er voor het federale Hooggerechtshof geen juridisch bindend voordrachtrecht op basis van politieke proportionaliteit. En wel om goede redenen. De scheiding tussen politiek en rechtspraak is essentieel voor de democratie.
De helft van de rechters bij het Federale Constitutionele Hof wordt gekozen door de Bondsdag en de andere helft door de Bondsraad. De relevante wet voorziet in het recht van voordracht door de Federale Kiescommissie voor de Bondsdagverkiezingen, die op haar beurt wordt benoemd door parlementsleden volgens het beginsel van evenredige vertegenwoordiging. Indien er binnen een bepaalde periode na afloop van de ambtstermijn van een rechter geen verkiezingen plaatsvinden, doet de voltallige vergadering van het Federale Constitutionele Hof een voordracht.
Hoewel officieel alleen de Federale Kiesraad het recht heeft om kandidaten voor te dragen, is er voor partijen een informeel voordrachtsrecht ingesteld. Desondanks ging het bij de geplande verkiezingen van afgelopen vrijdag, ondanks de tegengestelde communicatie, niet om voorstellen van de CDU/CSU en de SPD, maar om een voorstel van de Federale Kiesraad. De commissie ontving twee informele voorstellen van de SPD en een voorstel van de plenaire vergadering van het Federale Constitutionele Hof, aangezien er niet werd gestemd over het onofficiële voordrachtsrecht van de CDU/CSU. Dit maakt het des te onbegrijpelijker dat de Linkspartei met betrekking tot het voorstel van de plenaire vergadering van de rechtbank van Karlsruhe een irrelevante link legde tussen medeverkiezingen en gesprekken met de Linkspartei (over haar toekomstige betrokkenheid, niet alleen bij de verkiezing van rechters).
Naar mijn mening kan de politisering van rechterlijke verkiezingen, aangestuurd door autoritaire krachten, alleen een halt worden toegeroepen door een einde te maken aan het onofficiële recht van partijen om kandidaten te nomineren. Anders moet iedereen die zich kandidaat stelt voor de functie van constitutioneel rechter verwachten dat hij het onderwerp wordt van publieke campagnes, inclusief persoonlijke diskrediet, zoals momenteel het geval is met Frauke Brosius-Gersdorf. Wie zou zich zoiets aandoen?
Daarom zou het onofficiële recht om kandidaten voor te dragen aan de commissie moeten worden losgekoppeld van de partijen, en zou er een afkoelingsperiode moeten worden ingevoerd voor degenen die vanuit de politiek overstappen naar het Federale Constitutionele Hof. Dit zou kunnen bijdragen aan de bescherming van de onafhankelijkheid van het Hof. Hoewel de overgang van actieve politici (Peter Müller, Stephan Harbarth) naar rechter bij het Federale Constitutionele Hof in de praktijk succesvol is gebleken, zou een dergelijke overgang in de toekomst moeten worden uitgesloten. Het zou daarom verstandig zijn om in de relevante wet een afkoelingsperiode van twee jaar of één kiestermijn voor politici vast te leggen vóór de verkiezing tot het Federale Constitutionele Hof.
Tegelijkertijd zou de wet kunnen bepalen dat het recht om kandidaten voor te dragen aan de Federale Kiescommissie uitsluitend berust bij onpartijdige juridische beroepsorganisaties en -verenigingen. Het noodmechanisme voor voorstellen door de plenaire vergadering van het Federale Constitutionele Hof moet behouden blijven. Dan zouden bijvoorbeeld de Duitse Orde van Advocaten, de Republikeinse Orde van Advocaten, de Vereniging van Democratische Advocaten, de Vereniging van Vrouwelijke Advocaten, de Duitse Rechtersvereniging of de Nieuwe Rechtersvereniging kandidaten aan de commissie kunnen voordragen. De Federale Kiescommissie zou dan een voorstel van deze personen ontwikkelen voor de plenaire vergadering van de Bondsdag.
Het zou ook denkbaar zijn om de federale rechtbanken (Federaal Sociaal Hof, Federaal Administratief Hof, Federaal Gerechtshof, Federaal Belastinghof) het recht te geven om kandidaten voor de commissie voor te dragen. Uiteraard zouden er nog steeds kandidaten van de ene of de andere partij kunnen zijn, maar de focus zou liggen op professionele kwalificaties.
De uiteindelijke beslissing ligt uiteraard bij de plenaire vergadering van de Bondsdag. De democratische legitimiteitsketen zou zo behouden blijven, maar het Federale Constitutionele Hof zou niet langer een pion in de politieke (machts)belangen zijn.
Halina Wawzyniak is gepromoveerd in de rechten en was van 2009 tot 2017 lid van de Duitse Bondsdag, waar ze verantwoordelijk was voor het juridisch en internetbeleid binnen de parlementaire fractie van de Die Linke. Op haar blog wawzyniak.de geeft ze regelmatig commentaar op actuele politieke debatten.
De "nd.Genossenschaft" is van haar lezers en auteurs. Zij zijn het die met hun bijdragen onze journalistiek voor iedereen toegankelijk maken: wij worden niet gesteund door een mediaconglomeraat, een grote adverteerder of een miljardair.
Met uw steun kunnen wij het volgende blijven doen:
→ onafhankelijk en kritisch rapporteren → over het hoofd geziene onderwerpen aanpakken → ruimte geven aan gemarginaliseerde stemmen → misinformatie tegengaan
→ linkse debatten bevorderen
nd-aktuell