Een ‘bommenwerper’: Thomson Reuters wint een auteursrechtzaak tegen een AI-bedrijf. Een keerpunt voor de AI-industrie


Mediaconcern Thomson Reuters spande in 2020 een rechtszaak aan tegen het Amerikaanse AI-bedrijf Ross Intelligence. Thomson Reuters beschuldigde Ross ervan de inhoud van zijn Westlaw-platform op oneigenlijke wijze te gebruiken om een AI te trainen. Nu heeft een rechter uitspraak gedaan ten gunste van Thomson Reuters.
NZZ.ch heeft JavaScript nodig voor belangrijke functies. Momenteel blokkeert uw browser of advertentieblokkering dit.
Pas de instellingen aan.
Mediajurist Ralph Oliver Graef van advocatenkantoor Graef in Hamburg schreef naar aanleiding van een verzoek van de NZZ: “Dit is een schokkende uitspraak die voor veel opwinding heeft gezorgd in de juridische AI-bubbel. De mensen achter Open AI en andere AI-bedrijven zullen nu zweten en vloeken.”
Thomson Reuters, waar het persbureau bij hoort, is een van de vele rechthebbenden die zich verzetten tegen de praktijken van AI-bedrijven. In Londen spande fotoagentschap Getty Images in 2023 een rechtszaak aan tegen het Engelse AI-bedrijf Stability AI. Stability AI zou de intellectuele eigendomsrechten van Getty hebben geschonden door zonder toestemming auteursrechtelijk beschermde afbeeldingen te gebruiken om zijn AI-model te trainen.
In een aanklacht van 69 pagina's beschuldigt de New York Times Open AI en Microsoft ervan de artikelen en content van de krant te gebruiken om AI te trainen. Als de beslissing in het voordeel van de New York Times uitvalt, kan het mediabedrijf miljoenen aan schadevergoedingen eisen of zelfs de vernietiging van de dataset waarmee Chat-GPT is getraind.
De zaak Thomson Reuters versus Ross IntelligenceWestlaw, beheerd door Thomson Reuters, is het grootste platform voor onderzoek naar rechtszaken. Betalende gebruikers hebben daar toegang tot contracten, rechterlijke uitspraken en wetten. Veel van deze content is elders openbaar toegankelijk en daarom niet beschermd door auteursrecht. Maar Westlaw biedt nog een extra voordeel. De zogenaamde headnotes zijn redactioneel samengestelde teksten, samenvattingen, toelichtingen en nadere informatie over de afzonderlijke gevallen.
Schermafbeelding Thomson Reuters
De rechtbank stelde dat de kopteksten weliswaar niet de creatieve waarde van een kunstwerk hadden, maar dat ze toch origineel genoeg waren om als een op zichzelf staand auteursrechtelijk beschermd werk te worden beschouwd. Een beoordeling die een andere rechter mogelijk niet deelt.
De startup Ross Intelligence wilde een concurrerend product voor Westlaw bouwen. Ross heeft een zoekmachine voor juridische zaken getraind die AI gebruikt om directe citaten uit rechtszaken te filteren. Er is geen sprake van generatieve AI, omdat er geen nieuwe teksten worden gecreëerd. Hiervoor werd nog steeds gebruikgemaakt van auteursrechtelijk beschermde trainingsgegevens.
Om zijn AI te trainen, had Ross juridische gegevens nodig. Ross wilde oorspronkelijk een licentie voor de content van Westlaw, maar Westlaw weigerde. Ross schakelde vervolgens Legal Ease in en kocht 25.000 digitale bestandskaarten met antwoorden op juridische vragen als trainingsmateriaal. De antwoorden zijn gebaseerd op de inleidingen.
De Amerikaanse Fair Use Doctrine als verdedigingsstrategieTer verdediging beriep Ross zich op het beginsel van redelijk gebruik. Deze regeling in de Amerikaanse wetgeving staat het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken toe in uitzonderlijke gevallen. Deze gevallen omvatten educatieve of onderzoeksdoeleinden. Open AI beweert dit ook.
De rechter in Delaware wees Ross' verzoek op deze grond af. "Bij de toepassing van de fair use-leer is er altijd sprake van een afweging van belangen met betrekking tot het specifieke gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken", aldus Fabian Reinholz, partner bij Härting Rechtsanwälte in Berlijn. Een andere rechter zou de argumenten anders kunnen wegen. In de VS wordt per geval beoordeeld of de fair use-doctrine van toepassing is.
"We kunnen er echter van uitgaan dat andere federale rechtbanken in de VS zich zullen laten leiden door de uitspraak in Delaware en dat we binnenkort mogelijk meer uitspraken tegen AI-bedrijven zullen zien", schrijft Graef.
Als de rechtbanken die soortgelijke zaken behandelen, zoals die van de New York Times tegen Open AI, het met de uitspraak eens zijn, zal dit het bedrijfsmodel van Open AI en andere AI-bedrijven ter discussie stellen.
Graef laat met een vergelijking zien hoe lastig het in de praktijk kan zijn om individuele gegevens uit de modellen te verwijderen: "Het kan zijn dat de AI-training niet ongedaan kan worden gemaakt, net zoals tandpasta niet terug in de tube kan worden geperst, maar er is in ieder geval een schadevergoedingsplicht voor de rechthebbenden en creatieven." De AI-bedrijven zouden dan de rechthebbenden financieel moeten compenseren.
"Het zou de AI-wereld niet op zijn kop zetten en het zou AI op zich niet stoppen, maar het zou wel een keerpunt zijn", aldus Reinholz. Ross zelf heeft haar bedrijfsactiviteiten in 2021 gestaakt. De juridische kosten gingen ten koste van de financiële middelen van de startup.
Impact van de Amerikaanse heerschappij op EuropaChristian Kramarz is een advocaat gespecialiseerd in auteursrecht en mediarecht. Hij betwijfelt of de Amerikaanse jurisprudentie een grote impact zal hebben in de EU of zelfs Zwitserland: "In Amerika hebben we een totaal andere juridische traditie."
De EU-wetgeving staat ook het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken toe, binnen bepaalde grenzen. Hieronder vallen karikaturen, parodieën en privégebruik. Er is ook een zogenaamde tekst- en dataminingbarrière die gebruik voor wetenschappelijke doeleinden mogelijk maakt. De rechters zijn het er niet over eens of deze regeling ook op AI van toepassing is.
Dit is vooral relevant in het geval van Laion e. V. tegen de fotograaf Robert Kneschke bij de Arrondissementsrechtbank van Hamburg. De fotograaf vond een van zijn afbeeldingen in een dataset voor het trainen van AI, ook al had hij bezwaar gemaakt tegen het gebruik ervan. Het non-profit onderzoeksnetwerk Laion stelde de dataset samen en controleerde of de foto's en de beschrijvingen van de afbeeldingen daadwerkelijk overeenkwamen. De dataset werd vervolgens beschikbaar gesteld aan AI-leveranciers om hun modellen te trainen.
Omdat Laion een non-profitorganisatie is die geen commerciële doeleinden nastreeft en de dataset voor wetenschappelijke doeleinden heeft gecreëerd, was het gebruik ervan door Laion toegestaan, zo oordeelden de rechters in Hamburg. Of een commercieel georiënteerd AI-bedrijf dat zijn AI trainde op basis van de Laion-dataset de toepasselijke wetgeving zou hebben overtreden, stond voor de rechtbank niet ter discussie.
In Zwitserland is het vonnis interessant“De uitspraak in de VS wordt ook in Zwitserland nageleefd”, zegt Nicole Beranek Zanon, partner bij Härting Rechtsanwälte in Zug. In Zwitserland bestaat er, anders dan in Duitsland, nog steeds geen jurisprudentie over auteursrecht in het AI-tijdperk.
Advocaten praten graag over individuele gevallen die afhankelijk van de omstandigheden beoordeeld moeten worden. Maar uiteindelijk baseert een AI-bedrijf zijn model op het intellectuele eigendom van iemand anders, verdient er miljoenen mee en negeert de vergoeding van de makers door te stellen dat ze dit doen in het belang van de maatschappij.
Rechtbanken in de VS, de EU en Zwitserland zullen zich de komende jaren met deze kwestie moeten bezighouden. Beranek Zanon zegt: “Persoonlijk zou ik het zeer toejuichen als de wetgevende macht of de rechtbanken vrouwelijke auteurs zouden blijven beschermen. Anders betekent dit dat we het kenniswerk in de toekomst volledig zullen degraderen.”
nzz.ch