ICJ erkent een schoon milieu als een mensenrecht – een baanbrekende klimaatuitspraak

Het Internationaal Gerechtshof heeft een beslissende verklaring afgegeven. Het hoogste gerechtshof ter wereld erkent klimaatverandering als een "universeel risico" voor alle landen en verklaart dat alle landen de wettelijke plicht hebben om de klimaatcrisis te voorkomen. Tegelijkertijd eist het de hoogste ambities van de lidstaten van de Verenigde Naties (VN) om de 1,5-gradendoelstelling te behalen.
En het hof doet nog een baanbrekende uitspraak: verdragen over de oceanen, biodiversiteit en de aantasting van de ozonlaag zijn net zo relevant als de internationale wettelijke verplichting om aanzienlijke schade aan het klimaat en het milieu te voorkomen.
Deze uitspraak zal de koers van toekomstige klimaatactie wereldwijd veranderen. Vooral olie- en gaslanden hebben tot nu toe betoogd dat hun enige wettelijke verplichtingen voortvloeien uit het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, het Kyotoprotocol en de Overeenkomst van Parijs. Het feit dat zij ook gebonden zijn aan internationale mensenrechten en dat de klimaatcrisis veel van deze rechten bedreigt, zoals het recht op een gezond en duurzaam milieu, is veel te verwaarloosd.
Het is des te belangrijker dat het Hof duidelijk maakt dat het niet beschermen van de planeet tegen de gevolgen van klimaatverandering een schending van het internationaal recht vormt.
De urgentie van dergelijke gerechtelijke uitspraken wordt bijna dagelijks duidelijk. Extreme weersomstandigheden zoals hittegolven en hevige regenval nemen wereldwijd toe, de uitstoot van broeikasgassen neemt voortdurend toe en maakt het steeds moeilijker om de 1,5 graden-doelstelling te halen. Bovendien lopen veel landen het risico hun klimaatdoelen niet te halen. Zo concludeerde het Klimaatactierapport 2025 van de Duitse Bondsregering onlangs dat de tot nu toe genomen maatregelen in Duitsland "onvoldoende" zijn om de doelstellingen voor 2040 en 2045 te halen.
De klimaatcrisis is en blijft een wereldwijde crisis. Geen enkel land ter wereld kan deze alleen oplossen. Het Hof benadrukt daarom terecht dat staten de plicht hebben om samen te werken. Het is nalatig van de Verenigde Staten, als een van 's werelds grootste uitstoters van broeikasgassen, om te doen alsof klimaatverandering niet bestaat. Door zich terug te trekken uit het Klimaatakkoord van Parijs hebben de Verenigde Staten de internationale samenwerking blijvende schade toegebracht.
Er kleeft echter één nadeel aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof: het is niet juridisch bindend. Dit betekent dat het uiteindelijk niets meer is dan een beroep op de mondiale verantwoordelijkheid van landen. Staten zouden de uitspraak van het Hof kunnen negeren. En zolang de autoriteit van het Internationaal Gerechtshof niet door alle landen wordt erkend, is het onwaarschijnlijk dat de uitspraak klimaatverandering kan stoppen.
rnd