Het IAEA heeft geen toename van straling waargenomen buiten de nucleaire faciliteiten die de Verenigde Staten in Iran hebben aangevallen.

Het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) meldde zondag dat er tot nu toe geen toename is waargenomen in de stralingsniveaus rond de drie door de Verenigde Staten in Iran aangevallen kerncentrales. Het agentschap vertrouwt erop dat er geen gevolgen zullen zijn voor de gezondheid of het milieu.

"Na de aanvallen op drie nucleaire faciliteiten in Iran, waaronder Fordó, kan het IAEA bevestigen dat er tot nu toe geen toename van de stralingsniveaus buiten de faciliteiten is geregistreerd", aldus het agentschap in een verklaring op het socialemediaplatform X.

De Amerikaanse president Donald Trump beweerde zaterdag dat zijn land "met groot succes" de nucleaire faciliteiten in Fordo, Natanz en Isfahan heeft aangevallen.

Na de bombardementen, waarbij ook zware bunkervernietigende bommen werden gebruikt, meldde het Iraanse Nucleaire Veiligheidscentrum dat er "geen tekenen van besmetting" zijn waargenomen op de getroffen locaties.

In een latere verklaring kondigde directeur-generaal Rafael Grossi van het IAEA aan dat er aanstaande maandag een buitengewone vergadering van de raad van bestuur van het VN-agentschap wordt bijeengeroepen om de situatie in Iran na de aanslagen te bespreken.

"Gezien de steeds ernstiger situatie op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging, komt de Raad van Bestuur morgen in buitengewone zitting bijeen", aldus Grossi.

Het hoofd van het agentschap voegde eraan toe dat, volgens informatie van de Iraanse autoriteiten, "er geen sprake is van een toename van de stralingsniveaus buiten de aangevallen nucleaire faciliteiten, waaronder de uraniumverrijkingslocatie Fordó."

"Tot nu toe verwachten we geen gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu buiten de getroffen gebieden", voegde hij toe.

"Wij blijven de situatie in Iran volgen en beoordelen en zullen meer informatie verstrekken zodra deze beschikbaar is", aldus het IAEA.

Volgens de laatste gegevens van het IAEA, gedateerd 13 juni, bevonden zich in de drie gebombardeerde faciliteiten nucleair materiaal in de vorm van uranium dat op verschillende niveaus verrijkt was. Dat kon radioactieve en chemische besmetting in de faciliteiten zelf veroorzaken.

Zoals hij vrijdag voor de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zei, herhaalde Grossi zijn oproep tot terughoudendheid en het zoeken naar een diplomatieke oplossing.

"Ik heb bij meerdere gelegenheden verklaard dat kerncentrales nooit mogen worden aangevallen", benadrukte hij.

De Directeur-Generaal benadrukte tevens de noodzaak van een stopzetting van de vijandelijkheden zodat het IAEA zijn inspecties in Iran kan hervatten, met inbegrip van de verificatie van de inventaris van hoogverrijkt uranium van het land.