Pers en bioscoop: geheugen in beweging

Het hoofd van FillmAndes (het cluster in Mendoza dat audiovisuele producties promoot) reflecteert op de raakvlakken tussen journalistiek en de zevende kunst.
Het beeld als getuigenis. Het oog van de journalist en dat van de filmmaker delen een gemeenschappelijke impuls: observeren wat er gebeurt, een moment vastleggen, betekenis construeren. Hoewel ze uit verschillende universums komen – de ene gedreven door directheid, de andere door narratieve uitwerking – komen beide talen samen in de behoefte om vast te leggen, om een spoor achter te laten. De pers en de cinema zijn uiteindelijk twee manieren om met de ogen van de toekomst naar het heden te kijken.
Een gebied dat dingen eerder zag dan anderen. Mendoza was een pionier op het gebied van cinema in het land, zelfs voordat de grote audiovisuele centra zich hadden geconsolideerd. Films werden in dit gebied geproduceerd voordat het concept van een "culturele industrie" überhaupt bestond. Processies, overstromingen, druivenoogsten, branden en openbare werken werden gefilmd. Het dagelijks leven werd vastgelegd door primitieve camera's die, onbewust, het eerste visuele archief van een regio vormden. Deze opnames werden vertoond in bioscopen en fungeerden als de visuele journaals van hun tijd: de gemeenschap zag zichzelf in beweging.
Herinneringen redden. Het Interactief Audiovisueel Museum (MIA) is ontstaan als reactie op een historische schuld: het bewaren van dit waardevolle filmerfgoed. Dit omvat homemovies, journalistieke documenten, institutionele materialen, advertenties en documentaires die verspreid waren of op het punt stonden verloren te gaan. Het digitaliseren, restaureren en opnieuw vertonen van deze stukken is niet alleen een technische taak: het is een vorm van herinnering. Elk teruggevonden beeld is een scène van onze identiteit. Elk gered geluid is een stem uit het verleden die blijft spreken.
De pers als eerste script. Decennia lang vormden de gedrukte media de basis voor vele audiovisuele producties. Kronieken, reportages en opiniestukken vormden de springplanken voor documentaires en fictie gebaseerd op ware gebeurtenissen. Kranten illustreerden hun pagina's op hun beurt met stills, screenshots en sequenties uit het filmische universum. Deze relatie groeide uit tot een natuurlijke alliantie. De cinema begon te profiteren van de precisie van de journalistiek , en de pers maakte gebruik van de visuele taal om op een andere manier te vertellen.
Van film naar smartphone. De technologische evolutie veranderde de apparaten, maar niet de wens om op te nemen. De eerste draagbare camera's maakten plaats voor zware filmapparatuur; daarna kwamen VHS, digitale camera's en later mobiele apparaten. Tegenwoordig heeft iedereen een camera in zijn zak die in hoge definitie kan opnemen. Maar het is niet het gereedschap dat de kracht van de boodschap bepaalt, maar de intentie achter de lens. Wat begon als een ambachtelijke observatie, is uitgegroeid tot een collectieve en gedemocratiseerde praktijk.
Beelden die blijven hangen. Er zijn scènes die in het collectieve geheugen gegrift blijven: de komst van een onverwachte storm, de eerste keer dat een straat in het centrum vol demonstranten stond, een druivenoogst gefilmd van bovenaf, een schoolevenement vastgelegd door een familiecamera. Deze beelden vormen een onofficiële maar diep waargebeurde geschiedenis. Het zijn de visuele fragmenten die terugkomen in jubilea, documentaires en speciale programma's. Het zijn de gezichten uit het verleden die boekdelen blijven spreken.
Verrijkende convergenties . Film en communicatie zijn verder gegroeid dan hun traditionele formaten. Nieuwsredacties zijn getransformeerd tot audiovisuele studio's, digitale media integreren documentaires en audiovisuele producers werken zij aan zij met journalisten om diepgaande verhalen te creëren. Deze complementariteit versterkt het beste van beide talen: de diepgang van cinema en de wendbaarheid van journalistiek, de emotie van montage en de precisie van data, de stem van getuigen en het perspectief van de verteller.
Onderwijs om te vertellen. Bij FilmAndes geloven we dat het opleiden van nieuwe generaties in het kritisch en creatief gebruik van audiovisuele media een urgente taak is. Media-educatie, archiefkennis en de productie van content met een historisch en territoriaal perspectief zijn uitdagingen die vanuit het heden moeten worden aangepakt. Het herontdekken van ons filmische verleden betekent ook het genereren van nieuwe verhalen. Vertellen wie we waren, vastleggen wie we zijn, met de middelen van het heden.
Een cultuur die haar eigen verhaal vertelt . Zonder verhalen is er geen identiteitsvorming. En de verhalen die het meest blijven hangen, zijn die met inhoud: beeld, geluid, context. Film en de pers zijn de belangrijkste middelen geweest voor een gemeenschap om zichzelf te zien, naar zichzelf te luisteren en zichzelf te interpreteren. Niet als een nostalgische daad, maar als een politieke en culturele beslissing. In een tijd die gekenmerkt wordt door een overvloed aan lege beelden en een overvloed aan gefragmenteerde informatie, is de uitdaging om opnieuw diepgaand te kijken.
Vrijheid en diversiteit aan stemmen . Deze verbinding tussen cinema en pers kan zich alleen volledig ontwikkelen binnen een kader van vrijheid. Persvrijheid en de vrijheid om te creëren zijn fundamentele pijlers van elke democratie. Alleen in samenlevingen waar alle stemmen zonder angst kunnen worden geuit, waar afwijkende meningen niet worden genegeerd en waar diversiteit wordt gevierd, is het mogelijk om een eerlijk en transformerend collectief verhaal te bouwen.
Zorgen voor dit ecosysteem is ieders taak . Ruimtes voor creatie, kritiek, archieven en herinnering verdedigen betekent ook de fundamentele rechten van een samenleving verdedigen. Want verhalen vertellen is ook verzet. En in dit creatieve verzet zullen film en journalistiek essentiële bondgenoten blijven.
losandes