Sinaloa breekt record voor geweld met 30 moorden op één dag

In Sinaloa neemt het geweld toe en wordt het steeds bloederiger, ondanks de concentratie van federale troepen. Die zijn er niet in geslaagd de rivaliserende criminele bendes in bedwang te houden.

Met 30 moorden op één dag werd een nationaal record gevestigd. Het is het hoogste aantal voor een entiteit sinds het veiligheidskabinet in december 2018 begon met de voorlopige dagelijkse telling van slachtoffers van opzettelijke doodslag.

Bovendien eindigde juni als de meest gewelddadige maand van het jaar voor de staat en het hele land, met een recordaantal van 212 moorden. Het is tevens de maand met het hoogste aantal misdaden sinds de oorlog tussen Los Chapitos en La Mayiza om de macht over het Sinaloa-kartel in september 2024 begon.

In juni kende Sinaloa vier dagen met 10 of meer moorden, met vrijdag 6 juni als de meest gewelddadige dag met 14 moorden, voorafgaand aan maandag 30 juni, die opliep tot 30. Tussen 26 en 30 juni werden 65 mensen vermoord. Gemiddeld werden er in juni elke dag zeven mensen vermoord.

Dit ondanks de aanwezigheid van duizenden officieren van het leger en de Nationale Garde in de staat.

Een guerrillaoorlog

Isaac Tomas Guevara Martínez, oprichter van het Laboratorium voor Geweldsstudies aan de Autonome Universiteit van Sinaloa (UAS), legt uit dat het voor federale troepen lastig is om criminele groepen te bestrijden, omdat de strijdende groepen het terrein op hun duimpje kennen, bescherming genieten van hun kennissen en familieleden en opereren als een soort guerrillabeweging.

Hij merkt op dat criminele groepen gewelddadige verrassingsaanvallen plannen tegen hun vijanden en ontsnappingsroutes bedenken, waardoor het voor de veiligheidsdiensten op staats- en federaal niveau lastig is om hen te stoppen.

Hij benadrukt dat het geweld dat al 10 maanden in deze staat aanhoudt, als een ramp voor alle sectoren wordt gezien, maar dat het meest zorgwekkend is dat de samenleving gewend raakt aan 'het slechte leven'.

Guevara Martínez legt uit dat er weliswaar sprake is van een stille migratie van een groot aantal gezinnen die hun toevlucht zoeken in andere staten, maar dat de verbondenheid het sterkst behouden blijft, ondanks de overvloed aan onzekerheid en angst die de samenleving doordringt.

De gepensioneerde universitair onderzoeker legt uit dat het hoogtepunt van het geweld zich vorige maandag, 30 juni, voordeed, toen het Openbaar Ministerie 30 moorden in vier gemeenten documenteerde.

Dat aantal omvat de moord op 20 mannen, die maandagochtend vroeg werden gevonden nabij het Diocesane Seminarie, aan de noordelijke rand van Culiacán.

Naast deze ontdekking werden er nog tien moorden gemeld: vier moorden werden gemeld in Culiacán, drie lichamen werden gevonden in de buurt van een landbouwveld in Navolato, twee doden werden gemeld in Mazatlán en nog één in Elota.

Het verleden van terreur

Juni 2025 is tevens de bloedigste maand sinds 2010, toen Sinaloa jarenlang met geweld te kampen had.

In de vroege ochtend van 21 januari 2008 werd Alfredo Beltrán Leyva, "El Mochomo", in Culiacán gevangengenomen. Daarmee kwam een ​​einde aan de alliantie tussen de bendes van Beltrán Leyva en Joaquín "El Chapo" Guzmán Loera. Dit leidde tot meer dan drie jaar aan geweld in de staat.

Volgens cijfers van het Openbaar Ministerie van Sinaloa werd in augustus 2010 het hoogste aantal opzettelijke doodslagen vastgesteld, met 228 gevallen. Twee maanden eerder, in juni, waren dat er 226, en in april 2011 waren het er 227. Sindsdien is er geen maand geweest met meer dan 200 opzettelijke doodslagen – tot nu.

Op 16 juni werd tijdens een bezoek aan de staat door de minister van Defensie, generaal Ricardo Trevilla Trejo, en de minister van Veiligheid en Burgerbescherming, Omar García Harfuch, melding gemaakt van de inzet van 1.200 extra militairen van het leger, terwijl gouverneur Rubén Rocha Moya de komst van 400 SSPC-personeelsleden aankondigde "om de inspanningen te concentreren op prioritaire doelen en misdaden met grote gevolgen terug te dringen."