Tragedie in Gaza: VN veroordeelt Israëlische aanval op hulpkonvooi waarbij 81 doden vielen

Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN meldde zondagavond 20 juli dat tanks, sluipschutters en ander Israëlisch legerpersoneel het vuur openden op menigten die de inhoud van hun vrachtwagens met humanitaire hulp in het noorden van Gaza probeerden op te halen. Volgens gezondheidsbronnen in de enclave resulteerde dit in een bloedbad waarbij 81 mensen omkwamen.

"Kort na het passeren van het laatste controlepunt voorbij de Zikim-grensovergang naar Gaza, stuitte het konvooi (van 25 vrachtwagens) op enorme menigten burgers die reikhalzend uitkeken naar de broodnodige voedselvoorraden. Toen het konvooi naderde, werd de omringende menigte beschoten door Israëlische tanks, sluipschutters en ander geweervuur", aldus een verklaring van het WFP.

De organisatie betreurt het "tragische incident" ten zeerste, waarbij "talloze levens" verloren zijn gegaan.

De gezondheidsautoriteiten van Gaza verhogen het dodental van de schietpartij naar 81.

Het Israëlische leger gaf op zijn beurt toe "waarschuwingsschoten" te hebben afgevuurd en op de hoogte te zijn van mogelijke slachtoffers. Zondag verklaarde het leger echter dat het gemelde dodental niet overeenkwam met de informatie waarover de strijdkrachten beschikten.

Op de vraag van EFE naar het geschatte dodental als gevolg van de geweerschoten wilde het leger geen commentaar geven.

"Het gewelddadige incident van vandaag vond plaats ondanks de verzekeringen van de Israëlische autoriteiten dat de omstandigheden voor humanitaire operaties zouden verbeteren. Zo zouden er geen strijdkrachten aanwezig zijn of confrontaties aangaan langs de routes voor humanitaire konvooien", aldus het WFP.

De organisatie benadrukte dat gewapende groepen "nooit" aanwezig mogen zijn in de buurt van of op haar hulpkonvooien.

Volgens het WFP hebben ongeveer 90.000 vrouwen en kinderen in Gaza dringend behandeling nodig vanwege ondervoeding , terwijl één op de drie mensen al dagen niet heeft gegeten.

Gedurende bijna drie maanden (tussen 2 maart en 18 mei) blokkeerde Israël volledig de toegang tot alle goederen, waaronder voedsel, medicijnen en brandstof, in Gaza. Hierdoor is de humanitaire crisis in de Gazastrook aanzienlijk verergerd.

Hoewel de toegang voor vrachtwagens sinds 19 mei weer is toegestaan, is de toegang ernstig beperkt en verloopt via een gevaarlijk distributiesysteem dat wordt beheerd door de in de VS (en door Israël gesteunde) Gaza Humanitarian Foundation (GHF). Hierbij zijn bijna 1.000 mensen omgekomen door geweervuur.

Ook het noorden is uitgesloten van dit distributiesysteem, dus de bevolking verkrijgt hulp door VN-vrachtwagens aan te vallen als deze over de noordelijke wegen rijden. In deze context vond het bloedbad van zondag plaats.