Duitsland wijst nieuwe Europese schuld voor het Herstelfonds af

De regeringswisseling in Duitsland werd in Brussel met spanning afgewacht, aangezien er in Berlijn nieuwe criteria werden verwacht, onder meer met betrekking tot de onderhandelingen over het volgende meerjarig begrotingskader van de EU. In haar standpuntnota heeft de regering-Merz zojuist voor het eerst haar uitgangspunten uiteengezet, en hoewel de inhoud nog erg vaag is en ruimte laat voor manoeuvreerruimte, zijn de grote lijnen vastgelegd. Allereerst wijst Duitsland een nieuwe EU-schuld af, zoals die van het door schulden gefinancierde Pandemie Herstelfonds. "De Duitse regering wijst de voortzetting van dit buitengewone en tijdelijke instrument af; een verlenging is wettelijk uitgesloten", aldus de standpuntnota voor de periode na 2027, waarvan de inhoud is voorbeschouwd door de Frankfurter Allgemeine.
De Europese Commissie, onder leiding van Ursula von der Leyen (Duitsland), is van plan haar voorstel voor de volgende Europese begroting medio juli te presenteren. Voordat de onderhandelingen beginnen, heeft Duitsland aangekondigd zich te zullen verdedigen tegen enkele voorzienbare eisen vanuit Brussel, waaronder die voor een aanzienlijke begrotingsuitbreiding. "Er is geen basis om de omvang van het financieel kader op middellange termijn te vergroten in termen van economische kracht", waarschuwt het document. De omvang van de "klassieke" begroting voor de huidige periode 2021-2027, d.w.z. gefinancierd met bijdragen van de lidstaten, bedraagt ongeveer € 1,2 biljoen. Daarnaast zijn er middelen uit het Herstelfonds van ongeveer € 800 miljard. Duitsland blijft ervan overtuigd dat deze bedragen toereikend zijn.
De regering van conservatief Friedrich Merz verwerpt ook nadrukkelijk de suggestie dat Duitsland een aanzienlijk hogere nettobijdrage aan de EU-begroting zou moeten leveren. Wat nodig is, is een "eerlijke lastenverdeling", stelt het standpunt, en verduidelijkt verder dat "de onevenredige nettolasten die overblijven" nog steeds gecompenseerd zullen worden door "correcties aan de inkomstenzijde". Dit betekent dat Duitsland als nettobetaler betalingen uit elk van de EU-begrotingsfondsen moet blijven ontvangen.
Eén kwestie waar Ursula von der Leyen tot nu toe een beetje op de achtergrond is gebleven, is die van de aanhoudende gezamenlijke EU-schuld. Terwijl de vorige regering van Olaf Scholz meer openstond voor dit idee, wil Duitsland nu niet aansprakelijk worden gesteld in geval van wanbetaling op leningen van andere Europese landen en distantieert het zich van dit instrument, dat herhaaldelijk is aangekaart door andere lidstaten met een hoge schuldenlast die de grenzen van hun eigen financieringsmogelijkheden bereiken. Wanbetalingen of moeilijkheden bij de terugbetaling van tijdens de pandemie uitgegeven schulden zijn niet langer zo onwaarschijnlijk als ze een paar jaar geleden leken, aangezien de rentetarieven vanaf 2021 aanzienlijk stegen, voordat de door de ECB besloten neerwaartse cyclus begon. Het document vereist dat de terugbetaling van leningen begint in het toekomstige begrotingskader, te beginnen in 2028. Het laat ook geen achterdeur open voor EU-schuld voor wapenfinanciering , wat verschillende lidstaten bevorderen. Berlijn pleit echter voor een " gemoderniseerd financieel kader dat de Europese veiligheids- en defensiecapaciteiten en het concurrentievermogen van de EU versterkt" en "betrouwbare programma's en oplossingen" ter ondersteuning van Oekraïne, verwijzend naar het reeds goedgekeurde SAFE-leningsprogramma van € 150 miljard. Berlijn daarentegen wil vooral profiteren van de mogelijkheid om nationale wapenuitgaven uit te sluiten van het EU-stabiliteitspact. Landen als Frankrijk en Italië maken geen gebruik van deze optie omdat dit hun staatsschuld tot onhoudbare niveaus dreigt te stuwen. Merz heeft de schuldenrem in de Duitse grondwet opgeheven, waardoor de deur wordt geopend voor onbeperkte schulduitgifte voor wapeninvesteringen, die van deze overweging zijn uitgesloten. Hij wil ook dat deze worden uitgesloten van de limiet van 3% voor het overheidstekort en de limiet van 60% van het bbp voor de schuld.
Duitslands uitgangspositie ten aanzien van de wijziging van de begrotingsstructuur is, in tegenstelling tot de voorgaande overwegingen, minder omstreden . Duitsland heeft bedenkingen bij begrotingsuitbreiding en geeft de voorkeur aan een herverdeling van middelen. Duitsland stelt ook voor de nadruk te leggen op sectoren met toegevoegde waarde en innovatie en verwerking, maar ziet af van bijvoorbeeld structurele uitgavenwijzigingen die van invloed zijn op het GLB. Berlijn verwerpt een alomvattende hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid , waar herhaaldelijk om is gevraagd en waaraan nog steeds ongeveer een kwart van de EU-middelen wordt besteed. "Wij willen dat het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid een op zichzelf staand beleidsterrein blijft, met plattelandsontwikkeling als integraal onderdeel", aldus het document. Dit suggereert dat Duitsland niet zal accepteren dat de financiering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt verwaterd achter één Europees fonds dat door elk land wordt beheerd. Deze week hielden Europese boerenorganisaties protesten in Brussel, uit angst voor een geheime renationalisering van het landbouwbeleid die "de interne markt zou verzwakken en ongelijkheden tussen de lidstaten zou creëren".
ABC.es