Het ministerie van Financiën publiceert de lijst van wanbetalers: Isabel Pantoja, Bertín Osborne en Arda Turan zijn inbegrepen.

Eind 2024 had de schatkist € 16,138 miljard uitstaan bij grote debiteuren; dat wil zeggen particulieren en bedrijven met een schuld van meer dan € 600.000. Dit cijfer is 5,9% hoger dan in 2023, hoewel het aantal wanbetalers is gedaald tot 5.997, een daling van 1,4%. Dit suggereert dat degenen die meer schulden hebben, ook meer schulden hebben.
Dit blijkt uit de laatste editie van de lijst van wanbetalers die de Belastingdienst heeft gepubliceerd. Deze creatieve bron wordt door de schatkist gebruikt om de inning van openstaande betalingen te versnellen door middel van publiciteit en is jaar na jaar een bron van belangstelling vanwege de beroemdheden die erop voorkomen. Zoals eerder gemeld, staat er € 16,138 miljard open , een bedrag dat bijvoorbeeld voldoende zou zijn om de AOW een hele maand te betalen (in mei bedroeg de loonsom € 13,5 miljard).
Er is echter een nuance: als we de dubbele bedragen aftrekken, d.w.z. bedragen die zich herhalen omdat ze betrekking hebben op de hoofdschuldenaren en hun hoofdelijk aansprakelijken, bedraagt het bedrag in 2024 13,697 miljard, 8,5% meer dan in 2023.
Bovendien bevat het document alleen schulden die niet vrijwillig zijn betaald, die openstaan op 31 december 2024 en die niet zijn uitgesteld of opgeschort. In 2024 voldeden in totaal 4.920 bedrijven aan deze voorwaarden , met openstaande betalingen van in totaal € 14,558 miljard, en 1.077 particulieren, die samen € 1,579 miljard verschuldigd zijn.
En onder deze laatste zijn er enkele bekende namen. Onder de nieuwe aanwinsten bevinden zich Bertín Osborne , met een schuld van 865.000 euro; Isabel Pantoja (één miljoen euro); en voetballer Arda Turan (1,2 miljoen euro). Ook actrice Paz Vega keert terug, die per 31 december 2,2 miljoen euro schuldig was aan de Schatkist; bankier Mario Conde, met 3,7 miljoen euro; scheidsrechter José María Enríquez Negreira (1,09 miljoen euro); Joan Gaspart, voormalig voorzitter van FC Barcelona (994.000 euro); en zanger Merche (844.000 euro).
De lijst omvat dochterondernemingen van Abengoa, een groep die, na in 2014 een schuld van miljoenen dollars te hebben erkend, een vrije val begon die eindigde met de ontbinding van het moederbedrijf en de veiling van de activa. Eind 2024 had Abengoa Agua een schuld van € 14 miljoen, Abengoa Innovación € 10 miljoen, Abengoa SA € 8,4 miljoen en Abengoa Abenewco € 30 miljoen.
De lijst bevat verschillende projectontwikkelaars die failliet gingen tijdens de jaren van herstel na de crisis van 2008. Bijvoorbeeld Reyal Urbis, dat in 2006 werd opgericht naar aanleiding van het overnamebod van de Reyal Group, eigendom van Rafael Santamaría, een van de "vastgoedheren", op Banesto's vastgoedbedrijf. Feit is dat het bedrijf failliet ging toen de zeepbel barstte en zeventien jaar later nog steeds een schuld heeft van € 277 miljoen.
Naast de publiciteit zijn er tal van redenen waarom particulieren en bedrijven die nog geen vrede hebben gesloten met de Belastingdienst, terughoudend zijn om op deze lijst te verschijnen. Juist om die reden ontving de Belastingdienst vóór het einde van het jaar € 97,95 miljoen van particulieren die daardoor niet op de ranglijst terechtkwamen . Sommigen betaalden slechts een deel van het openstaande bedrag (in totaal € 41,23 miljoen), anderen het volledige bedrag (€ 56,72 miljoen). Dan is er nog het bedrag dat gedurende het jaar is betaald om niet op de ranglijst van 2025 te verschijnen; volgens de Belastingdienst werd er tussen januari en juni € 191,5 miljoen betaald, een bedrag dat in het niet valt bij het totale bedrag dat de grootste wanbetalers van Spanje verschuldigd waren.
Het is belangrijk om te onthouden dat de inmiddels beroemde "zwarte lijst" een initiatief was van minister Cristóbal Montoro van de Partido Popular, in 2015. "Het gaat erom ze te laten betalen, dat kan niet duidelijker en met een zilveren medaille", aldus de toenmalige minister van Financiën. Velen hebben sindsdien inderdaad betaald, temeer sinds de PSOE-regering en haar Podemos-partners in 2021 overeenkwamen de drempel voor deelname aan de ranglijst te verhogen van één miljoen euro naar 600.000.
ABC.es