Ze gebruiken vliegen om genen te identificeren

MADRID (EFE)—Wetenschappers aan de Universiteit van Utah hebben fruitvliegjes gebruikt om de genetica van cocaïneverslaving te bestuderen, volgens een artikel dat gisteren werd gepubliceerd in het Journal of Neuroscience.
Drosophila melanogaster deelt 75 procent van de genen die betrokken zijn bij middelenverslaving met mensen.
"Vliegen helpen ons om risicogenen sneller te identificeren en de mechanismen die de selectie van cocaïne sturen beter te begrijpen", aldus Adrian Rothenfluh, een psychiatrisch onderzoeker in Utah en auteur van de studie.
Het onderzoek benadrukt dat vliegen niet worden aangetrokken door dit medicijn, wat nuttig is om de factoren te onderzoeken die dwangmatig drugsgebruik bij mensen veroorzaken.
Een belangrijke bevinding van het onderzoek is dat cocaïne de receptoren voor bittere smaak in vliegen activeert, waardoor vliegen de smaak afstoten, zelfs als het gemengd wordt met suikerwater.
"Er is alleen één probleem: vliegen, in tegenstelling tot mensen, houden helemaal niet van cocaïne", aldus Rothenfluh.
Vliegen gebruiken segmenten van hun poten, tarsi genaamd, om smaken te detecteren. "Ze kunnen hun hand ergens in steken en weten hoe het smaakt voordat ze het inslikken", legde het onderzoeksteam uit.
Dankzij dit vermogen kunnen ze de inname van giftige stoffen, zoals cocaïne (een plantengifstof), vermijden.
In een experiment schakelden de wetenschappers de smaakzenuwen van de vliegen uit, zodat ze de bittere smaak niet konden waarnemen. Vanaf dat moment begonnen ze de cocaïnehoudende oplossing te verkiezen boven het drugsvrije alternatief. "Deze voorkeur manifesteerde zich verrassend snel, 16 uur na de eerste blootstelling", aldus Adrián Rothenfluh.
Bovendien werd waargenomen dat de reactie van de vliegen op cocaïne vergelijkbaar is met die van mensen. "Bij lage doses beginnen ze rond te rennen; bij zeer hoge doses raken ze buiten bewustzijn", aldus de onderzoeker. Deze gelijkenis onderstreept de waarde van het genetische model dat deze insecten vertegenwoordigen.
De auteurs van de studie hadden eerder Drosophila gebruikt om alcoholverslaving te onderzoeken en passen deze aanpak nu toe op cocaïne. Door deze vliegjes te gebruiken, kunnen meerdere genetische tests snel en efficiënt worden uitgevoerd. "Het is relatief eenvoudig om er genetische experimenten mee uit te voeren", merkte de wetenschappelijke groep op.
Inzicht in hoe genen inwerken op de respons op cocaïne kan helpen bij het identificeren van therapeutische doelen. "Tot nu toe maakte het grote aantal genen dat betrokken is bij het risico op verslaving het moeilijk om te bepalen welke de beste doelen zouden kunnen zijn", aldus het rapport.
Het team hoopt dat dit model de ontwikkeling van effectieve behandelingen zal versnellen. "Inzicht in de biologie van verslaving bij vliegen opent de mogelijkheid voor nieuwe therapieën voor de preventie en behandeling van middelenmisbruik", concludeerde Rothenfluh.
yucatan