Binnen Spanje: Catalonië steunt verbod op huizenaankoop voor buitenlandse inwoners

Beperkingen op buitenlands onroerendgoedbezit lijken momenteel bovenaan de nationale en regionale politieke agenda's in Spanje te staan.

Onlangs heeft de regeringspartij van Pedro Sánchez het idee van een nieuwe belasting van 100 procent naar voren geschoven. Hierdoor zou de prijs van onroerend goed voor mensen die niet in de EU wonen, verdubbelen .

FACT CHECK: Ja, de voorgestelde 100% belasting in Spanje verdubbelt de huizenprijs

Er zijn echter ook mensen die nog een stap verder willen gaan en buitenlandse ingezetenen van Spanje verbieden een huis te kopen.

De plenaire vergadering van het Catalaanse parlement steunde donderdag een motie van de separatistische partij Republikeins Links (ERC), die de regering oproept om de aankoop van tijdelijke bewoners te beperken om "speculatie tegen te gaan".

ERC is de partij die al geprobeerd heeft het Spaanse Congres hiertoe te bewegen, maar het voorstel werd afgewezen . Nu proberen ze hetzelfde te doen, maar dan alleen in Catalonië, waar 45 procent van de 25- tot 40-jarigen in het buitenland geboren is.

De wettekst specificeert dat alleen buitenlanders die een "permanente verblijfsvergunning" hebben, dat wil zeggen mensen die al vijf jaar officieel in Spanje wonen, een woning kunnen kopen. Zij moeten deze verblijfsperiode eerst aantonen bij de huisvestingsdienst van de regio voordat ze een woning kunnen kopen.

Het uitgangspunt hiervoor is dat er limieten moeten gelden voor de aankoop van onroerend goed in het buitenland dat niet bestemd is voor ‘gewone en permanente bewoning’.

Het initiatief kreeg de goedkeuring van de Catalaanse parlementaire fractie Socialisten-Eenheden en van ERC, Comuns en CUP, terwijl de rechtse partijen Junts, PP, Vox en Aliança Catalana het verwierpen.

Een vergelijkbare links-rechts politieke verdeeldheid is op nationaal niveau zichtbaar met betrekking tot de 100 procent onroerendgoedbelasting. De extreemrechtse partij Vox noemde dergelijke voorstellen op een gegeven moment zelfs "xenofoob".

In het document dat het Catalaanse parlement groen licht heeft gegeven, staat ook dat er een aanvullende belasting zou kunnen worden ingevoerd op de overdracht van onroerend goed aan niet-EU-ingezetenen, in lijn met wat de Spaanse regerende socialisten hebben voorgesteld. Het is echter onduidelijk of dit precies hetzelfde zou zijn.

Bovendien zou een ‘gedifferentieerd regime’ kunnen worden ingesteld voor rechtspersonen uit andere EU-lidstaten die onroerend goed willen verwerven voor commercieel gebruik.

Het Catalaanse parlement heeft eveneens een beperking op buitenlandse investeringen in vastgoedontwikkeling goedgekeurd indien deze voor commerciële doeleinden plaatsvinden.

Interessant genoeg werd een voorstel afgewezen om de onroerendgoedbelasting (ITP) op de aankoop van een eerste woning door bewoners te verlagen.

Van cruciaal belang is dat, hoewel het Catalaanse parlement met deze motie heeft ingestemd, het nog steeds een intentieverklaring is zonder onmiddellijke werking.

Met andere woorden: buitenlanders, ongeacht hun nationaliteit of woonplaats, kunnen nog steeds onroerend goed kopen in Catalonië, aangezien deze wet niet van kracht is.

Wat de motie en de stemming wél vereisen, is dat de Spaanse premier Pedro Sánchez en de Catalaanse leider, socialist Salvador Illa, actie ondernemen om een ​​'wettelijk kader' te creëren om deze beperkingen op buitenlands eigendom te realiseren.

Of dit daadwerkelijk gebeurt, moet nog blijken. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat dergelijke maatregelen in strijd zijn met de EU-wetgeving inzake het vrije verkeer van kapitaal van binnen en buiten het blok.

INTERVIEW: 'Spaanse 100% belasting op buitenlandse kopers komt uiteindelijk bij EU-rechtbanken terecht'

Wat wel duidelijk lijkt te zijn, is dat er in Spanje momenteel nauwelijks een week voorbijgaat zonder dat er een nieuw voorstel komt van een politieke partij of een regio die hard getroffen is door de huizencrisis (meestal ook regio's met een grote buitenlandse bevolking). Hierin wordt voorgesteld dat buitenlanders geen onroerend goed in Spanje kunnen kopen.

Zoals bij elke uitputtingsslag kan het gebeuren dat één van de partijen uiteindelijk toegeeft en dat er wetgeving wordt aangenomen die het bezit van een huis in Spanje door buitenlanders aantast.

Men betwijfelde of de afschaffing van de gouden visumregeling – die Spaanse verblijfsvergunningen verleende aan niet-EU-burgers die een woning ter waarde van € 500.000 kochten – ooit zou plaatsvinden. Maar na een jaar juridisch geharrewar werd de verblijfsregeling voor rijke buitenlanders toch afgeschaft.