De geheime geschiedenis van de kleuren van het Centre Pompidou (dat bijna mosterdgeel werd)

Verhaal: Blauw, groen, rood, geel, wit... Deze zomer orkestreert het Parijse museum een moderne geschiedenis van kleur in Monaco aan de hand van de meesterwerken uit zijn collecties. Een gelegenheid om te vragen waarom de pijpen van Beaubourg veelkleurig zijn? Het verhaal van een weinig bekende strijd tussen NASA, Georges Pompidou, de hele avant-garde van de optische kunst en Georges Braque.
Om verder te gaan
"Aan de Rue du Renard-zijde spuwt de nieuwe cultuurfabriek, die wel eens vergeleken is met een olieraffinaderij, zijn veelkleurige ingewanden uit: ventilatiebuizen, verwarmingsbuizen, elektrische circuits. De technologie is er volop te zien." Op 24 januari 1977 wijdt "Le Nouvel Observateur" tien pagina's aan de inhuldiging van Centre Pompidou, zeven dagen later. Het tijdschrift durft de achtergevel van het monument op de voorpagina te zetten, de meest opvallende, de meest iconische, de gevel waar de technische apparatuur in is ondergebracht, de gevel die het de bijnaam "Notre-Dame-des-Tuyaux" opleverde.
Bijna vijftig jaar later steekt de polychromie van de leidingen en netwerken van Meccano Beaubourg nog steeds af boven het grijs van de Parijse daken. Elke kleur heeft zijn eigen functie: rood voor de circulatie van mensen, kunstwerken en goederen (roltrappen, liften, goederenliften), lichtblauw voor de luchtstroom (airconditioning), groen voor water, geel voor het elektriciteitsnet. De metalen constructie is daarentegen...

Artikel gereserveerd voor abonnees.
InloggenZomeraanbieding: €1/maand gedurende 6 maanden
Le Nouvel Observateur