Fed laat rente ongewijzigd ondanks advies van twee gouverneurs

Het is geen verrassing dat de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) woensdag voor de vijfde keer op rij de rente ongewijzigd heeft gelaten. Deze beslissing werd gekenmerkt door zeldzame tegenstand van twee gouverneurs die een verlaging wilden.

Tijdens een persconferentie zei Jerome Powell, voorzitter van de Federal Reserve, dat de instelling het zich nog steeds kan veroorloven om te wachten tot er meer bekend is over de ontwikkeling van de Amerikaanse economie voordat de rente wordt aangepast. Hij benadrukte dat er nog "vele, vele onzekerheden moeten worden opgelost" met betrekking tot de impact van de stortvloed aan nieuwe tarieven die de regering-Trump oplegt aan producten die de Verenigde Staten binnenkomen.

De belangrijkste rentetarieven van de Fed, die de kredietkosten sturen en een sterke invloed op de markten hebben, blijven daarom op het niveau van sinds december, tussen 4,25% en 4,50%.

Beleggers hadden grotendeels verwacht dat deze status quo zou blijven bestaan, maar de opmerkingen van Jerome Powell deden hen vermoeden dat er tijdens de volgende vergadering van de instelling in september geen sprake zou zijn van een renteverlaging.

Op Wall Street keerden de indices – die sinds de opening van de New York Stock Exchange over het algemeen positief waren – om. Rond 19:20 uur GMT daalde de Dow Jones Industrial Average met 0,71%, de Nasdaq-index met 0,17% en de bredere S&P 500-index met 0,45%. De dollar steeg ondertussen met meer dan 1% ten opzichte van de euro.

Van de twaalf leden van het Federal Open Market Committee (FOMC) stemden er twee tegen het ongewijzigd laten van de rente. Een dergelijke tegenstand was in meer dan 30 jaar niet meer gezien.

Michelle Bowman en Christopher Waller pleitten voor een renteverlaging van een kwart procentpunt, aldus de verklaring van de Fed. Deze twee gouverneurs werden in hun functie geplaatst tijdens Donald Trumps eerste termijn in het Witte Huis.

Michelle Bowman werd onlangs op initiatief van de president benoemd tot vicevoorzitter van de Fed, verantwoordelijk voor het bankentoezicht. Christopher Waller wordt gezien als een mogelijke opvolger van Jerome Powell, die voortdurend door president Trump werd bekritiseerd.

Gouverneur Waller had publiekelijk verklaard dat hij een renteverlaging wilde, uit angst dat de Amerikaanse arbeidsmarkt te sterk zou verslechteren. Zijn collega had ook gezegd dat ze die kant op neigde, maar minder stellig.

Gevraagd naar de meningsverschillen, zei Powell dat elk FOMC-lid zijn of haar standpunten "zeer zorgvuldig" had geuit tijdens een "goede vergadering" en dat het "niet verrassend" was dat er gezien de context uiteenlopende standpunten waren.

Analisten merkten op dat de laatste keer dat twee gouverneurs (en niet alleen stemgerechtigde FOMC-leden) zich tijdens dezelfde vergadering tegen een besluit verzetten, in 1993 was.

De Fed verwacht dat de nieuwe tarieven, waarvan de details bijna dagelijks veranderen, zullen leiden tot een lagere economische groei, met hogere inflatie en hogere werkloosheid. In haar verklaring merkte de Fed op dat de Amerikaanse groei "in de eerste helft van het jaar vertraagde", maar dat de arbeidsmarkt "solide" blijft, met een "lage" werkloosheid.

Tijdens een persconferentie zei Jerome Powell dat de nieuwe tarieven de prijzen van sommige goederen begonnen op te drijven. "We zien de eerste effecten op de prijzen van goederen", die "min of meer" hoog kunnen zijn, maar niet nul zullen zijn, zei hij.

Woensdagochtend verzekerde Donald Trump opnieuw dat er "geen inflatie" was en drong hij er bij Jerome Powell op aan de rente te verlagen. Hij toonde zijn groeiende ongeduld door de voorzitter van de Fed – die hij zelf tijdens zijn eerste termijn in die functie had benoemd – een "idioot" te noemen, andere centrale bankiers op te roepen hem te ontslaan, deed regelmatig alsof hij hem eruit wilde gooien en bracht vorige week zelfs een verrassingsbezoek aan de renovatie van het hoofdkantoor van de instelling in Washington, die hij te duur vond.

"Het was een eer hem te mogen ontvangen", zei Jerome Powell woensdag, terwijl hij nogmaals de onafhankelijkheid van de instelling verdedigde in naam van het "algemeen belang" en om te voorkomen dat politici "de tarieven beïnvloeden voor bijvoorbeeld electorale doeleinden".