Werkloosheidsverzekering: met Macron neemt de staat de controle terug en slaat het vakje 'onderhandelingen' over

Nooit twee zonder drie, zegt het 13e-eeuwse gezegde dat een actie drie keer moet worden ondernomen om succesvol te zijn. Maar onder Macron waren drie hervormingen blijkbaar niet voldoende om de regels voor werkloosheidsuitkeringen te herzien en aan te scherpen. De president van de Republiek erkende dit al in 2016: volgens hem is het de staat die de werkloosheidsuitkering moet beheren, niet de sociale actoren (werkgevers en vakbonden).

Zes maanden na de inwerkingtreding van de laatste overeenkomst, ondertekend door werkgeversorganisaties (Medef, CPME, U2P) en de belangrijkste vakbonden (CFDT, FO en de CFTC), met de opmerkelijke uitzondering van de CGT, staat een vierde hervorming van het stelsel op stapel. De regels zouden tot 2028 van kracht moeten zijn. Sinds deze overeenkomst van 15 november 2024 dachten de sociale partners de controle over het beheer van de werkloosheidsverzekering terug te hebben. Dit was zonder rekening te houden met de "kaderbrief" die op 9 augustus werd ontvangen. Het document