Paul Biya, eeuwige presidentskandidaat: een zweem van ‘collectieve berusting’
Op 92-jarige leeftijd en na drieënveertig jaar aan de macht, houdt Paul Biya stand en stelt zich kandidaat voor een achtste termijn. "Le Djely" onderzocht de redenen achter deze kandidatuur: voor de Guinese krant is het het resultaat van het politieke "fatalisme" van de Kameroeners, die niet langer geloven in "geloofwaardige alternatieven".
Tot het einde toe hoopten we op een aangename verrassing: dat Paul Biya eindelijk het pad van de wijsheid zou kiezen, het pad dat zijn hoge leeftijd hem zou ingeven. Men dacht dat hij uiteindelijk met pensioen zou gaan, vooral omdat zijn fysieke vermoeidheid en zwakke gezondheid algemeen bekend zijn. Deze hoop werd met name gevoed door de recent aangekondigde kandidaturen van twee van zijn voormalige loyalisten: Issa Tchiroma Bakary, voormalig minister van Werkgelegenheid en Beroepsonderwijs, en Bello Bouba Maïgari, minister van Staat en voormalig premier. Beide politici uit het Noorden leken hem een duidelijke boodschap te sturen: dat hij niet langer een droom is.
Hij is vermoeiend, zelfs tegenover zijn naaste medewerkers. Maar niets helpt. Zoals altijd klampt Paul Biya zich vast aan de macht en beweert hij "vastbesloten te zijn om de Kameroeners te dienen in verhouding tot de ernst van de uitdagingen" waarmee het land wordt geconfronteerd. Niets minder!
Maar op dit punt is het niet eens Paul Biya die medelijden verdient. Het zijn de Kameroeners. Hoe kunnen ze dit laten gebeuren? Hoe kunnen we deze vorm van collectieve berusting verklaren in een land dat desalniettemin rijk is aan denkende geesten, of het nu gaat om literatuur, universiteiten of de pers? Hoe vaardig en berekenend Paul Biya en zijn entourage ook mogen zijn, dat is niet voldoende om zulke nationale apathie te rechtvaardigen.
Geconcludeerd moet worden dat de teleurstelling zo diep zit, de ontmoediging zo diepgeworteld is, dat het geweten is uitgedoofd en de wil verlamd. Het recht om te dromen lijkt nu voor veel Kameroeners onbereikbaar. Maar die verzaking kan niet alleen worden verklaard door het gedrag van Paul Biya. Het weerspiegelt een wijdverbreid verlies aan vertrouwen in de hele politieke klasse, zelfs in de elite van het land als geheel.
Omdat ze niet langer geloven in de opkomst van een geloofwaardig alternatief, zoeken de Kameroeners hun toevlucht in een vorm van fatalisme. Toch hadden ze, en hadden ze moeten, handelen uit mededogen. Ze hadden kunnen proberen de president van zichzelf te redden. Want de spot en vernedering die onvermijdelijk met deze nieuwe kandidatuur gepaard gaan, zijn niet onvermijdelijk. Het had mogelijk geweest om ze te voorkomen. Door hem te helpen stoppen. Zelfs door hem te dwingen, indien nodig.
Maar alles is nog niet beslist. Voorlopig is Paul Biya slechts een kandidaat, nog geen herkozen president. Een heropleving is nog steeds mogelijk. Het is aan de Kameroeners om nee te zeggen tegen deze belachelijke kandidatuur, nee tegen passiviteit, nee tegen de eindeloze machtsovername. De verkiezingen van 12 oktober bieden een laatste kans. Het enige wat kiezers nodig hebben, is om massaal hun afwijzing kenbaar te maken aan de stembus en, bovenal, vervolgens respect af te dwingen voor het resulterende vonnis. Natuurlijk kan fraude nooit worden uitgesloten. Maar geconfronteerd met slijtage, minachting en het risico om aan de macht te sterven, is het moeilijk voor te stellen dat een andere keuze slechter zou kunnen zijn. Dit zou misschien het begin zijn van een andere toekomst voor Kameroen.
Courrier International