ADF-aanval: 66 doden in Congo; VN-woordvoerder spreekt van 'bloedbad'

Minstens 66 mensen zijn in het oosten van de Democratische Republiek Congo gedood door rebellen die banden hebben met de terreurorganisatie Islamitische Staat, meldden lokale functionarissen zaterdag. Strijders van de Allied Democratic Forces (ADF), een islamistische groepering met banden met IS, vielen burgers aan in het gebied Irumu in de provincie Ituri, dat grenst aan Oeganda. De aanval vindt plaats op het moment dat Oost-Congo mogelijk een einde maakt aan de aanhoudende oorlog met de rebellengroep M23, die gesteund wordt door buurland Rwanda. Jean Tobie Okala, woordvoerder van de VN -missie in Ituri, omschreef de aanval als een “bloedbad”. "Tussen donderdag en vrijdag 11 juli werden ongeveer 30 burgers gedood in het Walese Vonkutu-opperhoofdschap, in het gebied Irumu in Ituri", aldus Okala, zoals gemeld door persbureau AP. "Op basis van informatie uit het maatschappelijk middenveld is het dodental gestegen van 31 naar 66 burgerslachtoffers", voegde hij toe. De ADF is een Oegandese islamistische groep die aan beide zijden van de poreuze grens actief is. Marcel Paluku, voorzitter van een lokale maatschappelijke organisatie, zei dat alle slachtoffers, waaronder vrouwen, met machetes zijn gedood. Het aantal gegijzelden is onbekend. Ambtenaren vermoeden dat de aanval een vergelding was voor een recente bombardementencampagne door gezamenlijke Congolese en Oegandese troepen die zondag begon. De afgelopen jaren zijn de aanvallen van de ADF langs de grens met Oeganda geïntensiveerd en hebben ze zich uitgebreid naar Goma, de grootste stad in Oost-Congo, en de aangrenzende provincie Ituri. Mensenrechtenorganisaties en de Verenigde Naties beschuldigen de ADF ervan honderden mensen te hebben gedood en nog veel meer mensen te hebben ontvoerd, waaronder een groot aantal kinderen.