Europa's terugval op het gebied van duurzaamheid is geen vakantie.

Samenvatting van eerdere afleveringen. Slechts een jaar geleden werd in Italië de nieuwe Europese verordening inzake duurzaamheidsverslaggeving ingevoerd (met Wetgevend Besluit 125/2024 ): de inmiddels beroemde CSRD, oftewel Corporate Sustainability Reporting Directive . Dit markeerde het begin van een nieuw tijdperk, na een traject dat begon met de verplichte niet-financiële verslaggeving voor grote beursgenoteerde ondernemingen in 2017. We blikken terug op wat er daarna gebeurde met Stella Gubelli , CEO van Altis Advisory , een spin-off van de Katholieke Universiteit en hoogleraar aan dezelfde universiteit. Dit is een mooie gelegenheid om de balans op te maken van deze veranderingen, waarover VITA al maanden bericht op het ProdurreBene- kanaal.
Europa heeft de klok stilgezet…
Met het stop-de-klok -omnibusdecreet van afgelopen april keurde de Europese Commissie een uitstel van twee jaar goed voor dezelfde regelgeving die zij in de vorige wetgeving had ontwikkeld. Paradoxaal, maar waar. Italië had geen andere keuze dan de nieuwe richtlijn te implementeren om boetes te voorkomen. Dit is wat er gebeurde met Economisch Besluit Wet 95 van 2025 , gepubliceerd in het Publicatieblad op 9 augustus. Deze maatregel voert het uitstel van twee jaar in van de rapportageverplichting voor bedrijven die onderworpen zijn aan de CSRD.
Wat zijn dat?
Grote ondernemingen en beursgenoteerde MKB-bedrijven, met uitzondering van micro-ondernemingen.
Gaat het om bedrijven met meer dan 250 werknemers?
De enige zekerheid is op dit moment het uitstel van twee jaar. Op Europees niveau wordt nog gesproken over een herdefiniëring van de reikwijdte van de verplichting. Het voorstel voor het Omnibuspakket beoogt de verplichting te verhogen voor bedrijven met 1.000 of meer werknemers. Er is besloten alles on hold te zetten om de reikwijdte van de maatregel te bepalen.
Wat zou op dit moment de verplichting zijn?
De huidige eis geldt voor bedrijven die aan ten minste twee van deze drie criteria voldoen: meer dan 250 werknemers, een omzet van € 50 miljoen en een balanstotaal van € 25 miljoen. Als het 1.000-werknemersprincipe zou worden aangenomen, zou 80% van de bedrijven die momenteel onder de CSRD vallen, worden vrijgesteld van de transparantieverplichting.

Hoe kijkt u hier als expert in de sector tegenaan?
De wetenschap dat het uitstel van twee jaar een vast punt is, is een positieve ontwikkeling. De Omnibus zorgde namelijk voor grote onzekerheid, waardoor veel bedrijven besloten hun activiteiten te staken. Dit stelt bedrijven in staat te beslissen hoe ze hun duurzame transitie willen plannen. Maar voor velen zal de vereenvoudiging waarschijnlijk neerkomen op deregulering.
Wat gaat er gebeuren met de ESRS, de rapportagestandaarden die EFRAG heeft ontwikkeld?
De Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportage blijven van kracht voor bedrijven die aan de verplichting onderworpen zijn. Ze worden echter ook vereenvoudigd. Er loopt een consultatie over dit onderwerp, die in september wordt afgerond. De definitieve versie wordt in november verwacht.
Gaat het om algemene normen of om industrienormen?
Industrienormen zullen niet langer bestaan. De Europese Commissie heeft ze beloofd, maar ze komt er niet aan. De algemene normen zullen worden vereenvoudigd in hun kwalitatieve aspecten, die betrekking hebben op beschrijvende informatie over managementsystemen en de managementaanpak. Dit is een goede zaak, omdat het de lasten voor bedrijven zal verlichten. De kwantitatieve aspecten en de duale materialiteitsbenadering mogen niet ter discussie worden gesteld. Het methodologische kader blijft daarom hetzelfde, wat goed nieuws is.
Komen er Europese rapportagetools voor bedrijven die niet onder de CSRD vallen?
De Commissie heeft de VSME Voluntary Sustainability Reporting Standard (VSPE) ontwikkeld. Dit zijn sterk vereenvoudigde, vrijwillige standaarden die Europa aanbiedt aan de vele bedrijven die momenteel actief zijn en die, hoewel niet verplicht, toch een transparantie-initiatief willen starten. Ze zijn interessant omdat ze de informatie beperken die het vereiste bedrijf kan opvragen bij andere bedrijven waarmee het samenwerkt.
In welke zin?
Een bedrijf dat verplicht is te rapporteren, moet leveranciers om informatie vragen over duurzaamheidsmanagement. De Europese Commissie beperkt de reikwijdte van de informatie die kan worden opgevraagd tot de reikwijdte die is vastgesteld in het vrijwillige normenkader.
Het lijkt wel een bescherming voor de kleintjes, toch?
Alleen formeel, want vrijwillige standaarden hebben een groot gebrek: ze missen de logica van materialiteit, wat toch het fundamentele principe is van duurzaamheidsverslaggeving.
Waaruit bestaat het?
Bij een materialiteitsanalyse moet het bedrijf specifiek rapporteren over de gebieden waar het de grootste impact genereert en ondervindt. Bij VMSE kan het bedrijf zich echter beperken tot het verstrekken van een zeer vereenvoudigde set aan informatie, wat het niet helpt bij het beoordelen van zijn externe impact – met betrekking tot sociale en milieuaspecten – en zijn eigen impact. We kunnen ze beschouwen als een startpunt, niet als een eindpunt. Hoewel er een positief aspect is.
Welke?
VMSE's faciliteren de dialoog met bancaire partners, en hier komt interoperabiliteit met bancaire raamwerken om de hoek kijken. Daarom zijn ze sterk aan te bevelen.
Maar waarom is het belangrijk voor een bedrijf om te rapporteren over duurzaamheidskwesties? Wat is het voordeel?
De afgelopen tien jaar heeft de regeldruk bedrijven vooral aangezet tot rapporteren. Sinds 2014 hebben bedrijven op Europees niveau de verantwoordelijkheid gekregen voor de duurzame transitie. Vandaag de dag hebben bedrijven echter de mogelijkheid om duurzaamheidstrajecten te ontwikkelen die zijn afgestemd op hun behoeften, waardoor ze hun productieprocessen en diensten kunnen innoveren om waarde te creëren. De verlichting van de regeldruk – hoewel deze niet verdwijnt – creëert een nieuwe ruimte.

Waaruit bestaat deze ruimte?
Transparantie blijft een cruciale waarde voor bedrijven in hun relaties met stakeholders. Financiële en bancaire professionals, klanten en grote opdrachtgevers vragen bedrijven nog steeds om duurzaamheidsinformatie.
Dus het feit dat er sprake is van een vertraging en onzekerheid over de regelgeving doet de druk om de economie duurzamer te maken niet afnemen?
Europa's terugkrabbelen, zij het om de nobele reden van vereenvoudiging, was een gemiste kans. We zien echter positieve signalen van bedrijven die al serieuze veranderingstrajecten hadden ingezet. Na de voortdurende veranderingen geven ze niet op, maar grijpen ze de kans aan om hun processen te heroverwegen en aan te passen.
Op de openingsfoto, door AP Photo/Geert Vanden Wijngaert/Lapresse, de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen.
- Trefwoorden:
- MVO
- Europa
- Goed produceren
Met een jaarabonnement blader je door meer dan 50 nummers van ons magazine, van januari 2020 tot nu: elk nummer biedt een tijdloos verhaal. Bovendien ontvang je alle extra content, zoals thematische nieuwsbrieven, podcasts, infographics en diepgaande artikelen.
Vita.it