Het protocol tussen Italië en Albanië voor het Hof van de EU

Het protocol Italië-Albanië komt voor bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. De hoorzitting van de partijen over de aanwijzing van "veilige landen van herkomst" begint vandaag om 9.00 uur in Luxemburg. Dit is een cruciaal punt voor de centra aan de andere kant van de Adriatische Zee, omdat hier alleen asielzoekers kunnen worden vastgehouden die onderworpen zijn aan de versnelde grensprocedure. Deze procedure is voorbehouden aan burgers van landen die als 'veilig' worden beschouwd.
De zaak die voor de Europese rechters ligt, is ontstaan na het hoger beroep tegen de weigering van asiel aan twee Bengalese burgers die medio oktober vorig jaar voor het eerst in de geschiedenis vastzaten in de gevangenissen Shengjin en Gjader. Zij vochten de beslissing van de Territoriale Commissie aan bij het Capitoolse Hof. In de tussentijd zijn er tientallen soortgelijke uitstelverzoeken uitgevaardigd door de burgerlijke rechtbanken van Bologna en Catania en door de hoven van beroep van Rome en Palermo, wat waarschijnlijk een record is. Ze zijn allemaal geschorst in afwachting van de uitkomst van wat er vandaag besproken wordt. Zodra de uitspraak bekend is, zullen de rechters in Luxemburg hun Italiaanse collega's vragen of zij van plan zijn het uitstel te handhaven of niet. In het eerste geval worden beslissingen genomen bij beschikking, dat wil zeggen zonder proces, tenzij er nog andere kwesties aan de orde zijn.
De vragen van het Hof in Rome hebben betrekking op vier aspecten van de legitimiteit van de Italiaanse wetgeving in het licht van de Europese wetgeving. Ten eerste: kan de nationale wetgever, die bevoegd is om de lijst van veilige landen van herkomst op te stellen, de aanwijzing via een primaire bepaling uitvoeren? Ten tweede: kan de wetgever nalaten om "de bronnen die worden gebruikt om een dergelijke aanwijzing te rechtvaardigen, toegankelijk en verifieerbaar te maken".
Beide vragen vloeien voort uit de vernieuwing die werd doorgevoerd na de eerste niet-validaties van detenties in Albanië: de regering van Meloni verving het interministeriële decreet met de lijst van veilige landen, een handeling van administratieve aard, door een echte wet. Ook werd de verwijzing naar de "landenfiches" geschrapt, waarin de situatie van elk derde land op de lijst gedetailleerd werd beschreven en waarin, op basis van de door de EU-richtlijn aangewezen bronnen, werd aangegeven voor welke categorieën mensen of welke delen van het grondgebied de veiligheidsomstandigheden onvoldoende zijn.
De derde vraag luidt of de nationale rechter in het kader van een versnelde grensprocedure "in ieder geval" gebruik kan maken van informatie over het land van herkomst van de asielzoeker en deze "autonoom" kan afleiden uit gekwalificeerde bronnen. De vierde vraag betreft uitzonderingen voor categorieën mensen: kan een staat als "veilig" worden beschouwd als er sociale groepen zijn waarvoor "de staat niet voldoet aan de materiële voorwaarden voor een dergelijke aanwijzing"?
Het doen van voorspellingen is lastig, ook omdat de uitspraken van het Hof van Justitie van de EU altijd complex zijn en vaak niet beantwoorden aan een binaire logica. Hoe dan ook, het is waarschijnlijk dat de Italiaanse regering wat betreft het eerste punt gelijk zal hebben, aangezien zij de legitimiteit van het opnemen van de lijst in een wet erkent. Moeilijker dan het niet hoeven vermelden van de bronnen, zoals de tweede vraagt.
Wat het derde punt betreft, heeft de aanpak die de rechters tot nu toe hebben gehanteerd een grotere kans , namelijk dat ze de informatie uit gekwalificeerde bronnen gebruiken voor inhoudelijke controle, zelfs als deze niet door de overheid zijn gerapporteerd. De uitspraak van het Hof van Justitie van de EU van 4 oktober vorig jaar, die beroemd werd omdat het de mogelijkheid uitsloot om landen met territoriale uitzonderingen als "veilig" te beschouwen, gaat al in die richting. De vraag rees of dezelfde juridische redenering ook opgaat voor maatschappelijke kwesties: de vierde vraag, de belangrijkste, hangt af van de toekomst van het Albanese project, dat vooral bedoeld is voor landen als Bangladesh, Egypte en Tunesië, waar veiligheidsuitzonderingen veel en belangrijke categorieën mensen betreffen (LGBT+, tegenstanders, etnische en religieuze minderheden, journalisten, advocaten).
De verwijzing werd door de rechtbank versneld afgehandeld, sneller dan de normale procedure, maar langzamer dan de spoedprocedure. Advocaten van de twee Bengalese staatsburgers, de Europese Commissie en twaalf lidstaten hebben opmerkingen ingediend. Ook andere staten kunnen tijdens de hoorzitting mondeling het woord voeren. Over enkele weken zal de advocaat-generaal zelfstandig een oplossing voor het probleem voorstellen. De uitspraak is bindend voor nationale rechters in alle lidstaten. Er is nog geen datum bekend, maar wordt in het voorjaar verwacht.
ilmanifesto