Henze's aap

“Duitse komische opera”: een meesterwerk uit de 20e eeuw van Der Junge Lord. Een satire op de maatschappelijke conventies, maar ook – destijds – op het dwingende avant-gardisme waartegen Henze polemisch was. Een niet te missen show in de Maggio Musicale
Over hetzelfde onderwerp:
Het libretto van Ingeborg Bachmann, op zichzelf al briljant, drijft sarcasme tot het punt van verraad. We bevinden ons in 1830 in een Duits stadje, heel provinciaal en heel saai, waar Sir Edgar aankomt, een heel rijke, heel mysterieuze en heel excentrieke Engelse edelman met zijn entourage van honden, bedienden, familieleden en andere dieren. Hij begint de notabelen van het dorp te negeren, die hierdoor geïrriteerd raken. Ondertussen wordt prima donna Luise, die al verliefd was op de student Wilhelm, opnieuw verliefd op de neef van de Engelsman, Lord Barrat. Deze laatste bezwijkt uiteindelijk aan het sociale leven. Maar op het grote bal met de barones, de burgemeester en de andere prominenten blijkt dat de Lord Nephew eigenlijk een getrainde aap is, en niet eens een hele goede bovendien. De spot is meedogenloos en toch volkomen scherpzinnig. In 1965 maakte Hans Werner Henze er in Berlijn een meesterwerk van, Der junge Lord, “Duitse komische opera”, een satire op de maatschappelijke conventies maar ook, destijds, op het dwingende avant-gardisme waartegen Henze polemisch was . Tegenwoordig lijken al die excommunicaties en controverses over Darmstadt natuurlijk veel verder weg dan die over het geslacht van engelen. Henze schrijft een verfijnde en, als u wilt, “traditionele” partituur, die toch zeer genietbaar is. Het model is duidelijk dat van de komiek Strauss, zoals in Die schweigsame Frau, maar met veel verwijzingen naar het Italiaanse melodrama. Het is echter geen postmodern werk en de citaten zijn niets meer dan inspiraties die aan elkaar zijn geregen in een taal die altijd persoonlijk is en vooral een grote theatrale effectiviteit heeft.
Dit werd aangetoond door de nieuwe productie van een Maggio Musicale die in grootse vorm is teruggekeerd, in een plaats als Florence, waar men de extravaganties van de “milordi” op grote tournee maar al te goed kent. Op zondag werd het werk dan ook zeer gewaardeerd door een groot publiek van critici, die die dag de bijeenkomst van de National Association kwamen vieren. Alle lof gaat naar de prachtige show van Daniele Menghini, een lust voor het oog en een lust voor het oog voor iedereen die van theater houdt. De scènes van Davide Signorini zijn bijna cartoonesk; De “historische” kostuums van Nika Campisi (een opera die zich afspeelt in de periode die in het libretto wordt beschreven? Schaam je, arme Henze!) verweven Biedermeier met ETA Hoffmann of Tim Burton; de circusacts, want uiteindelijk zijn de enige lokale acts waarin Sir Edgar geïnteresseerd is de niet-inheemse acts van een passerend circus, de “echte” optredens, de jongleur, de vuurspuwer enzovoort. Barones Grünwiesel, de gastvrouw van de populairste salon, lijkt op koningin Victoria; Pinokkio wordt genoemd (Menghini nam hem ook op in zijn Elisir d'amore in Parma, het zal wel een jeugdtrauma zijn geweest) en zelfs Goethe wordt belachelijk gemaakt. Hij wordt geciteerd wanneer Lord Barrat Duitse les krijgt met behulp van Faust en een methode die wij graag weer ingevoerd zouden zien op de scholen in ons land: de zweep. Er zijn veel ideeën, inderdaad, goed uitgewerkt, en sommige briljant verraderlijk, zoals het Donizetti-achtige duet tussen sopraan en tenor terwijl de sneeuw valt in de derde akte van Zeffirelli's Bohème. Amen.
Muzikaal gedeelte van gelijkwaardig niveau. Markus Stenz neemt geen al te groot risico qua dynamiek en tempo, maar stelt iedereen op zijn gemak en zorgt met kalme autoriteit voor muzikale consistentie en een theatraal ritme. Het orkest was uitstekend en het koor was uitstekend, of beter gezegd de koren, want er was ook een kinderkoor. Het gezelschap is zeer goed samengesteld, met een mix van bekende namen en veelbelovende jonge talenten. Op een kilometerlange poster kunnen we onmogelijk iedereen vermelden, maar niemand verdient het om genoemd te worden. Piramidale Marina Comparato is net als Baronin een topper, maar ook zijn kokkin Begonia, Caterina Dellaere, is een schot in de roos. Marily Santoro en Antonio Mandrillo zijn onberispelijk in het verdriet van de jonge geliefden, en Lorenzo Martelli valt op als Professor von Mucker met de spit. En tenslotte krijgt Matteo Falcier de rol van de naakte dansende aap: heel goed. Het is niet ongewoon dat een tenor klinkt als een gorilla; maar hier doet hij het vrijwillig. Een daverend succes. De laatste van de drie voorstellingen, op zaterdag met een gezellig matinee, mag u niet missen.
Meer over deze onderwerpen:
ilmanifesto