Israëlische aanval laat radioactief spoor achter in Natanz; Iraanse autoriteiten reageren

Na het Israëlische bombardement op meerdere strategische Iraanse faciliteiten op donderdag 12 juni, bevestigde de Iraanse Organisatie voor Atoomenergie afgelopen vrijdag de aanwezigheid van radioactieve besmetting in het nucleaire complex van Natanz, een van de belangrijkste centra van het Iraanse atoomprogramma.

In een verklaring die door de staatsmedia werd uitgegeven en waarover Al Jazeera berichtte, stelt de instelling dat er weliswaar stralingsniveaus in de faciliteiten zijn gemeten, maar dat er geen bewijs is van lekkage naar buiten of risico voor de bevolking .

"We moeten de straling in de Natanz-faciliteit opruimen en dan de schade opnemen", zei de Iraanse functionaris. Hij benadrukte dat de schade plaatselijk was en dat er geen menselijke slachtoffers waren gevallen.

Het hoofd van de Iraanse organisatie voor atoomenergie, Mohammad Eslami , verklaarde dat de veiligheidssystemen van de centrale naar behoren werkten en de impact beperkt hielden. "Godzijdank hebben we geen ernstige schade opgelopen. We zijn momenteel bezig de schade gedetailleerd in kaart te brengen", zei hij.

De situatie werd ook erkend door het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) , waarvan de directeur-generaal, Rafael Grossi , meldde dat het stralingsniveau buiten de installatie in Natanz "ongewijzigd blijft". Hij merkte ook op dat het type gedetecteerde besmetting, voornamelijk alfadeeltjes, met geschikte beschermende uitrusting onder controle kan worden gehouden.

Iran heeft de IAEA officieel op de hoogte gesteld van de aanval. Het land noemde het een daad van "nucleair terrorisme" en bevestigde dat zijn nucleaire programma "sterk en solide" zal blijven.

Dergelijke handelingen zullen de wil en de vooruitgang van onze wetenschappers niet verstoren.

— Mohammad Eslami, hoofd van de Atomic Energy Organization of Iran

Het bombardement op 12 juni maakte deel uit van het Israëlische offensief Operatie De Rijzende Leeuw , waarbij meerdere doelen in Iran werden aangevallen, waaronder locaties in Teheran, Isfahan, Tabriz en Arak. Naast Natanz werden ook andere nucleaire faciliteiten, zoals Khondab en Kermanshah, en militaire bases getroffen.

Volgens voorlopige berichten werden bij de aanslagen minstens vier hoge Iraanse militaire functionarissen en verschillende kernwetenschappers gedood, onder wie Hossein Salami , commandant van de Revolutionaire Garde, en Amir Ali Hajizadeh , hoofd van de lucht- en ruimtevaartmacht van dezelfde organisatie.

Iran reageerde door meer dan 100 drones richting Israël te lanceren, waarvan de meeste werden onderschept. Ondertussen is op verzoek van Teheran de VN-Veiligheidsraad bijeengeroepen om het escalerende conflict aan te pakken.