Argentinië bereikt zijn limiet: 6 op de 10 gezinnen spenderen de helft van hun inkomen aan het afbetalen van schulden.

Het percentage wanbetalers op creditcards in Argentinië bereikte in maart een driejarig hoogtepunt van 2,8%. Voor persoonlijke leningen ligt het percentage boven de 4%, het hoogste niveau in negen maanden en wederom een ​​teken dat veel gezinnen hun schulden niet op tijd kunnen betalen.

De belangrijkste reden voor deze schulden is noodzaak: meer dan 50% van de creditcardaankopen betreft voedsel, volgens een onderzoek van IETSE (Instituut voor Statistiek en Sociaal-Economische Trends). Dit betekent dat creditcards niet langer alleen een middel zijn om een ​​apparaat of een vakantie te financieren, maar ook gebruikt worden om rond te komen.

Volgens recente gegevens van de Argentijnse Bankenvereniging ( ADEBA ) en de Centrale Bank neemt de schuldenlast toe: 56% van de huishoudens besteedt tussen de 40% en 60% (of meer) van hun maandelijkse inkomen aan aflossing. Daarbij komt dat steeds meer gezinnen meerdere schulden tegelijk hebben. Twaalf procent van de huishoudens heeft drie of meer openstaande schulden, een stijging van 4% ten opzichte van vorig jaar.

Een van de factoren die deze situatie verklaren, zijn de extreem hoge kredietkosten. Zo kan de totale jaarlijkse effectieve financiële kostprijs (TAFC) van een persoonlijke lening bij een private bank meer dan 199% bedragen, terwijl deze bij publieke banken tussen de 140% en 160% schommelt. Deze cijfers zijn twee keer zo hoog als de huidige inflatie en maken het zeer moeilijk om uit de schuldencyclus te breken.

Zelfs als je een kaart probeert te herfinancieren, blijven de kosten torenhoog. Bij sommige banken kan de boete zelfs oplopen tot 100% per jaar als een klant niet eens het minimumbedrag betaalt. Deze logica geldt ook voor roodstand (wanneer je meer uitgeeft dan de toegestane limiet), met rentes die oplopen tot meer dan 40%. In veel gevallen creëert dit een "sneeuwbaleffect" waardoor het lastig is om de achterstand in te halen.

Ondanks het wijdverbreide kaartgebruik laten de cijfers al een afname in de consumptie zien. In mei steeg het kaartgebruik nominaal met 3,4%, maar gecorrigeerd voor inflatie bedroeg de reële groei slechts 1,6%. En vergeleken met mei vorig jaar bedroeg de reële stijging 70%, veel lager dan de cumulatieve inflatie. Het verlies aan koopkracht is merkbaar.