Banxico verlaagt referentierente met 50 punten

De Bank van Mexico ( Banxico ) verlaagde haar rente naar 8%. Het is de achtste verlaging op rij en de vierde met 50 basispunten. Hierbij werd rekening gehouden met de huidige inflatievooruitzichten, de mate van monetaire restricties en de zwakke economische vooruitzichten.

In haar aankondiging stelde de centrale bank, binnen de marktverwachtingen, dat zij het "gepast achtte om het monetaire beleid te blijven kalibreren, rekening houdend met het gedrag van de wisselkoers, de zwakte van de economische activiteit en met de mogelijke impact van veranderingen in het wereldwijde handelsbeleid."

Deze maatregel staat in contrast met die van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed), die vorige week de rentetarieven op 4,25% tot 4,5% hield, ondanks de publieke oproepen van Donald Trump voor verdere onmiddellijke verlagingen.

Het besluit, dat met een meerderheid maar met één stem tegen werd goedgekeurd, is de achtste verlaging op rij sinds de vergadering van 21 maart 2024, toen de Raad van Bestuur de rente voor het eerst sinds maart 2023 verlaagde te midden van verbeterde inflatieverwachtingen.

Analisten hadden deze oplossing van Banxico verwacht na de aankondiging op 19 juni dat de algehele inflatie in het land in de eerste helft van juni was gestegen tot 4,51% op jaarbasis.

De Raad van Bestuur verklaarde dat zij "verdere verlagingen van de referentierente zal overwegen", waarbij rekening wordt gehouden met de effecten van alle factoren die de inflatie bepalen.

Hij verklaarde dat de uitgevoerde maatregelen erop gericht zullen zijn te garanderen dat de referentierente "te allen tijde consistent is met het traject dat nodig is om de ordelijke en aanhoudende convergentie van de algemene inflatie naar de doelstelling van 3% binnen het geplande tijdsbestek te bevorderen."

Banxico verhoogde zijn prognose voor de gemiddelde inflatie naar 3,7% voor het laatste kwartaal van 2025. De bank waarschuwde dat de risico's voor de verwachte inflatieontwikkeling "opwaarts gericht blijven", hoewel "dit minder uitgesproken is dan tussen 2021 en 2024."

De bank heeft valuta-devaluatie, verstoringen door geopolitieke conflicten of handelsbeleid, aanhoudende onderliggende inflatie, kostendruk en klimaateffecten als opwaartse risico's aangemerkt.

Hij merkte ook op dat veranderingen in het economische beleid van de Amerikaanse regering voor meer onzekerheid in de vooruitzichten hebben gezorgd en dat de effecten hiervan druk op de inflatie aan beide kanten van de balans kunnen uitoefenen.

CT