De Bank van Spanje verlaagt haar prognose voor de economische groei met drie tienden naar 2,4%.

De gouverneur van de Spaanse centrale bank, José Luis Escrivá , maakte maandag vanuit het Congres van Afgevaardigden de prognoses bekend van het kwartaalrapport van de organisatie over de Spaanse economie. Het document schetst een pessimistischer beeld, beïnvloed door het Amerikaanse tariefbeleid, dat heeft geleid tot een daling van de verwachte bbp-groei met drie tienden van een procentpunt in 2025 , tot 2,4%, en met een tiende van een procentpunt voor 2026, tot 1,8%, als gevolg van de lagere bijdrage van de buitenlandse sector.

De bank houdt rekening met het worstcasescenario: dat de Verenigde Staten 20% invoerrechten opleggen aan de Europese Unie – in plaats van de 10% die ze eerder had voorspeld – en dat er sprake zal zijn van wederkerigheid in de sancties die de EU-regering aan de Verenigde Staten oplegt. De Bank van Spanje gaat er ook van uit dat de Amerikanen geen deal met China zullen kunnen sluiten en dat de sancties voor dat land ook strenger zullen zijn dan tot nu toe het geval was.

Escrivá verwees naar de moeilijkheid om het basisscenario en de effecten van deze maatregelen op de inflatie in te schatten. "Het tariefrisico heeft een neerwaartse impact op de inflatie via tariefkanalen, maar we zien een verstoring van de waardeketens en een regionalisering van de handel, waardoor het erg moeilijk is om de impact op de inflatie te bepalen", legde de gouverneur uit aan de commissie Economie, Handel en Digitale Transformatie van de Tweede Kamer .