De schatkist van Navarra registreert geen enkele betaling van het bedrijf Servinabar aan Santos Cerdán.

Het rapport van de Navarrese schatkist, dat naar rechter Leopoldo Puente van het Hooggerechtshof werd gestuurd, bevatte geen enkele betaling van Servinabar aan Santos Cerdán. Wel werd een betaling aan zijn zus aangetroffen, die van 1 januari tot en met 30 juni 2020 als administrateur bij Servinabar werkte en € 2.000 netto per maand verdiende. Vervolgens ging ze aan de slag bij een adviesbureau dat de boekhouding van Servinabar beheert, waar ze hetzelfde verdiende en dezelfde taken uitvoerde. Ze ging van zelfstandige naar werknemer, zo verklaarden bronnen binnen de verdediging.
Dit rapport van 635 pagina's, waar La Vanguardia toegang toe had, beperkt zich tot het verzamelen van belastinginformatie over Santos Cerdán, Joseba Antxón Alonso, eigenaar van Servinabar, en het bedrijf zelf.
Cerdáns enige echte relatie met het bedrijf was dat zijn zus er een tijdje werkte.De rechter had om deze informatie gevraagd, die nu geanalyseerd zal worden, nadat de Centrale Operationele Eenheid (UCO) van de Guardia Civil een privédocument had ontdekt waaruit bleek dat de voormalige secretaris van de PSOE-organisatie 45% van het Navarrese bedrijf had verworven.
In zijn verklaring voordat hij de gevangenis in ging, legde Cerdán uit dat het zijn bedoeling was de politiek te verlaten en zaken te doen met Alonso. Er werd een onderhands contract getekend, maar dat werd later niet geformaliseerd omdat Cerdán, naar eigen zeggen, van gedachten was veranderd en zijn politieke carrière wilde voortzetten.
Alonso bewaarde dat document echter bijna tien jaar lang op zolder. Onderzoekers stellen dat Cerdán feitelijk bijna de helft van het bedrijf in handen had, ook al staat dat nergens officieel geregistreerd. Als ambtenaar was hij verplicht zijn bezittingen en bezittingen te registreren, en onderzoekers vermoeden dat dit de reden is waarom de overname niet openbaar is gemaakt.
Dit bedrijf speelt een sleutelrol in het onderzoek naar de vermeende corruptiezaak rond Cerdán, voormalig minister José Luis Ábalos en zijn adviseur Koldo García. Servinabar nam deel aan verschillende joint ventures met Acciona in Navarra. De ondervraagden vermoeden dat Cerdán op enigerlei wijze heeft ingegrepen om dit bedrijf te bevoordelen.
De schatkist van Navarra vermeldt Servinabar als enige eigenaar, Antxón Alonso. Er wordt geen melding gemaakt van Cerdán, noch van facturen of betalingen op zijn naam.
De UCO heeft in een rapport al vastgelegd dat Servinabar een eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid is, geleid door Alonso. Bovendien had Alonso een coöperatieve vennootschap, Noran Coop, met Koldo Garcí, via welke naar verluidt facturen werden uitgewisseld.
Het rapport van de schatkist van Navarra vermeldt namelijk minstens acht transacties waarbij deze coöperatie betrokken is, met een totaalbedrag van meer dan € 728.000.
Volgens de UCO vond de oprichting van deze coöperatie plaats in dezelfde maand dat het contract voor de administratieve verwerking van de mijnbouwconcessies werd ondertekend, en minder dan drie maanden vóór de oprichting van Servinabar en het begin van de samenwerking met Acciona.
Servinabar en Noran Coop waren betrokken bij de uitvoering van het Muga-mijnproject. Noran Coop vormde een joint venture met Acciona, hoewel dit niet de enige joint venture was die zij vormden.
Volgens het rapport van de Guardia Civil-eenheid zijn er aanwijzingen dat Cerdán enige beslissingsbevoegdheid had over beide bedrijven.
Ondertussen heeft Cerdáns verdedigingsteam gisteren een verzoek om bescherming ingediend bij het Constitutionele Hof, met het verzoek om opschorting van de gevangenisstraf van de voormalige secretaris van de socialistische organisatie. In het verzoekschrift stellen ze dat noch de onderzoeksrechter, noch de strafkamer van het Hooggerechtshof, die de gevangenisstraf heeft gehandhaafd, het reële risico van bewijsvernietiging rechtvaardigen.
lavanguardia