Het Constitutionele Hof bestudeert vandaag het rapport waarin de amnestie wordt gesteund.

Het Constitutionele Hof (CC) houdt vandaag zijn eerste plenaire zitting, gewijd aan de amnestiewet. Volgens de agenda zal de vicevoorzitter van het Hof en rapporteur van de uitspraak, Inmaculada Montalbán, aan de andere rechters een gedetailleerde presentatie geven van het rapport dat zij heeft opgesteld naar aanleiding van het beroep van de Volkspartij (PP), waarin de essentiële bepalingen van de wet worden bekrachtigd.

Over twee weken vindt de tweede plenaire vergadering plaats die gewijd is aan de amnestie. Dan wordt de tekst uitgebreid besproken en wordt er gestemd over de grondwettelijkheid van de wet.

Conde-Pumpido heeft vijf dagen vrijgemaakt, van 23 tot en met 27 juni, voor de plenaire vergadering waarin de wet zal worden besproken en gestemd.

Deze tweede plenaire vergadering, die zich zal richten op de amnestie, was aanvankelijk gepland voor drie dagen. Gisteren werd echter bekendgemaakt dat de president van het Constitutionele Hof, Cándido Conde-Pumpido, ermee heeft ingestemd de beraadslaging en stemming over het rapport over de amnestiewet te verlengen tot de hele week van 23 tot en met 27 juni, van maandag tot en met vrijdag, om voldoende tijd te creëren en de continuïteit van de beraadslaging en de eenheid van de stemming te waarborgen.

Volgens juridische bronnen die Efe aanhaalt, is deze bepaling, die samen met rapporteur Inmaculada Montalbán uitgebreid is bestudeerd, noodzakelijk om in september te beginnen met het onderzoeken van de 30 lopende zaken over deze kwestie, met inbegrip van beroepen van de autonome gemeenschappen, rechtbanken en grondwettelijke bescherming.

Wat betreft de plenaire vergadering die vandaag begint, staat de presentatie van Montalbán op de agenda voor deze week onder de titel "Onderwerpen voor eerste onderzoek". De rechter zal haar voorstel simpelweg aan de andere rechters uitleggen, zonder enige overweging.

Het 191 pagina's tellende rapport concludeert in algemene termen dat de amnestiewet grondwettelijk is en stelt dat "de wetgever alles mag doen wat de Grondwet niet expliciet of impliciet verbiedt". Daarmee verwerpt het het idee dat het uitdrukkelijke verbod op algemene gratieverlening analoog zou kunnen worden uitgebreid naar amnestie, waarover de Grondwet zwijgt.

In de tekst wordt geen melding gemaakt van het misdrijf verduistering, wat de kern vormt van de terughoudendheid van het Hooggerechtshof om de wet toe te passen. Het hoger beroep van het OM betwist immers geen enkel aspect van dit misdrijf.