De rechter is van oordeel dat Asencio om de seksvideo heeft gevraagd terwijl hij wist dat er een minderjarige in zat en dat hij de video heeft laten zien.

De rechter die Real Madrid- verdediger Raúl Asencio vervolgde voor kinderpornografie en het onthullen van geheimen, ziet bewijsmateriaal waaruit blijkt dat hij de andere drie verdachten in de zaak heeft gevraagd om hem de video te sturen die ze hebben opgenomen waarop ze seks hebben met twee meisjes van 18 en 16 jaar oud, en deze vervolgens aan een derde persoon heeft laten zien.

De onderzoeksrechter is van mening dat Asencio een andere betrokkene, voormalig jeugdspeler van Real Madrid Juan Rodríguez , heeft gevraagd hem de video te sturen, wetende dat er een minderjarige (een 16-jarig meisje) op te zien was en "wetende dat de video zonder toestemming van de potentiële slachtoffers was verkregen en tegen hun eis om de video te verwijderen was bewaard", aldus de uitspraak.

Volgens deze uitspraak, waarvan de inhoud werd gerapporteerd door de krant Canarias 7, heeft een van de verdachten, Juan Rodríguez, in een gesprek toegegeven dat " het hem niet kon schelen dat een van de mogelijke slachtoffers minderjarig was", aldus het rapport dat gebaseerd is op een analyse van zijn berichten.

Het tweede feit dat aan de voetballer wordt toegeschreven, is dat hij, nadat hij de video op 21 juni 2023 op zijn mobiele telefoon had ontvangen, in de vorm van een eenmalig WhatsApp-bericht, deze aan een derde persoon liet zien die als getuige in de zaak optreedt.

De rechterlijke macht heeft woensdag ingestemd met de omzetting van het in 2023 gestarte vooronderzoek tegen de vier verdachten in een verkorte procedure (dat wil zeggen de afronding van het onderzoek en de omzetting ervan in een strafrechtelijk proces met alle gevolgen van dien) en kwalificeert hun handelingen als vermeende misdrijven: het ontdekken van geheimen zonder toestemming en schending van de privacy (artikel 197.1 van het Wetboek van Strafrecht), het verspreiden en verzenden van de video's aan derden zonder de benadeelde partijen te waarschuwen of hun toestemming te geven (artikel 197.3) en het werven of gebruiken van minderjarigen voor pornografische doeleinden en het bezitten van kinderpornografie (artikel 189, 1 en 5 van het Wetboek van Strafrecht).