Was het leuk? Man, ik weet het niet...

Kijk eens hoe nieuwsgierig. Pas deze maandag, de dag dat we hoorden dat Lamine Yamals 18e verjaardag gevierd zou worden met een optreden van een groep dwergen, begon ik te lezen in het nieuwste boek van Albert Sánchez Piñol. Het heet De Duisternis van het Hart en het gaat over pygmeeën. Sánchez Piñol is al jaren veruit een van mijn favoriete boeken.
Sánchez Piñol vertelt onder andere het verhaal van Ota Benga.
In 1904 werd Ota Benga, een zogenaamde pygmee, door critici belachelijk gemaakt omdat hij het driemeterkogelstoten had gedaan.Samuel Verner had Ota Benga aan het begin van de 20e eeuw ontmoet. Verner was onder andere "een klootzak", zo omschreef Sánchez Piñol hem. Verner was tevens een Amerikaanse handelaar en was naar Congo getrokken op zoek naar "Afrikaanse pygmeeën" om mee terug te nemen. Hij kreeg de opdracht hen te betrekken bij de gebeurtenissen van de Wereldtentoonstelling van 1904 in St. Louis.
Het blijkt dat Verners expeditie een Bashilele-karavaan tegenkwam met verschillende gevangenen, waaronder Ota Benga. De Bashilele waren kannibalen en waren van plan de doodsbange Ota, een tiener van nog geen anderhalve meter lang, te verslinden.
Verner zei:
–Daar heb ik mijn dwergje.
En hij opende onderhandelingen met de Bashilele. Die verliepen goed. In ruil daarvoor won hij met overmacht: Verner nam Ota voor een rol stof en een pond zout (vijf dollar...). Maanden later landde hij met zijn pygmee in de Verenigde Staten.
In werkelijkheid was Ota Benga geen pygmee, maar een vrij kleine Afrikaan, maar dat maakte niet uit. Verner zei dat de jongen een pygmee was, punt uit.
De Wereldtentoonstelling van 1904 in St. Louis omvatte de Olympische Spelen en andere parallelspelen, bedacht door een dwaas: de laatste heette Antropologiedagen. Honderden mensen uit exotische etnische groepen namen er deel aan de wedstrijd. Inuit, Zoeloes, Igorots en zelfs de pygmee Ota Benga. Bij het kogelstoten gooide Ota de bal drie meter ver. De kritiek was fel. Ook het officiële bulletin van de Spelen werd aan flarden gescheurd.
Misschien als vergelding werd Ota Benga enige tijd later opgesloten in de Bronx Zoo. Duizenden nieuwsgierige toeschouwers betaalden om hem te zien. Ze spuwden hem vanaf de andere kant van het hek toe, gooiden pinda's naar hem en porden hem met rietstengels. Jaren later herwon hij zijn fysieke vrijheid, maar zijn ziel bleef gevangen. Zijn Engels was uitstekend, maar zijn toestand maakte het hem onmogelijk om te functioneren in dat westerse universum. In 1916 maakte hij een einde aan zijn leven door zichzelf in het hart te schieten. Samuel Verner, zijn ontvoerder, een klootzak tot het einde, zei: "Blijkbaar leed Ota aan een plotselinge dementie in het aangezicht van de wonderen van de beschaving."
PS: Er is niemand ontvoerd op Lamine Yamals feest. Maar ik weet niet of de dwergen het leuk vonden.
lavanguardia