‘Als je een beetje te besteden hebt, kun je hier heel goed leven’
%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fimages%2Fgn4%2Fstripped%2Fdata135941940-2caa76.jpg&w=1920&q=100)
Vanessa: „We hebben elkaar in 1999 ontmoet, in Groningen, waar we allebei studeerden. We waren 19 en 20. Willem was bevriend met een huisgenoot van mij.”
Willem: „We zijn dus al meer dan 25 jaar samen, maar we hebben als twintigers ook nog heel veel zonder elkaar gedaan. We hebben veel afzonderlijk van elkaar in het buitenland gewoond.”
Vanessa: „Ik heb nog een jaar in Rio gezeten. Daar deed ik een stage voor Heineken. Mijn moeder is Portugees, dus ik sprak de taal al.”
Willem: „Ik ben gaan afstuderen in Australië en mijn eerste baan was in Schotland. Vanessa zat toen weer in Nederland. In 2006 kwam ik terug naar Amsterdam en zijn we gaan samenwonen.”
Vanessa: „In 2008 zijn we getrouwd in Portugal, om precies te zijn in Porto. Ik kom uit een portwijnfamilie. We zijn getrouwd in een familiehuis, het feest was in de portwijnkelders. We hebben tot laat gegeten en gedronken.”
Willem: „Het was een trouwfeest op z’n Portugees. Dat gaat de hele dag door en houdt pas om 4 uur ’s nachts op.”
Vanessa: „In 2014 zijn we samen naar Brazilië verhuisd. Toen hadden we al twee kinderen.”
Willem: „Vervolgens hebben we drie jaar in São Paulo gewoond. Daar is onze jongste zoon geboren.”
Vanessa: „Ik werkte daar voor Philips als productmanager.”
Willem: „Ik heb altijd veel voor banken gewerkt. In Brazilië ben ik mijn eigen bedrijf begonnen. Ik hielp Nederlandse bedrijven te investeren in Brazilië.”
Vanessa: „Toen mijn baan na drie jaar afliep, hadden we nog geen zin om terug naar Nederland te verhuizen.”
Willem: „Toen hebben we besloten naar Lissabon te verkassen. Ik heb daar een jaartje voor een hedge fund gewerkt en inmiddels heb ik weer een eigen bedrijf. Ik adviseer en begeleid grote en kleine investeerders die in Portugees vastgoed willen beleggen.”
Vanessa: „Lissabon is al een tijdje heel populair.”
Willem: „Er zijn veel Fransen en Nederlanders. Brazilianen ook, want Portugal is een veel veiliger land dan Brazilië.”
Vanessa: „Mijn zusje woont hier inmiddels zestien jaar. Toen ze kwam, was ze de enige Nederlander. Wat dat betreft is het heel erg aan het veranderen, maar ik vind het hier nog steeds heel leuk. Grote delen van Lissabon zijn nog altijd heel authentiek. Maar het is net als Amsterdam: de buurt rondom de Dam moet je misschien een beetje mijden.”
Willem: „Lissabon is helemaal niet zo groot. Tot voor kort woonden we in het centrum. Daar is alles op loopafstand. Ik hou ervan door de stad te wandelen en een koffietje op de hoek te drinken.”
Community voor vrouwenVanessa: „Ik heb hier in Lissabon de Portugese franchise van Mom in Balance opgestart: een Nederlands bedrijf. Het concept is outdoor work-outs voor vrouwen. Ik geef ook zelf een of twee keer per week training. Dat vind ik ontzettend leuk om te doen. En je bouwt tegelijk een community voor deze vrouwen. Maar ik werk ook vier dagen per week als product director voor Versuni, een Nederlandse producent van huishoudelijke apparaten. Daarvoor ben ik eens in de drie weken een paar dagen in Amsterdam. Vind ik ook heel leuk. Dan ga ik lekker op de fiets naar kantoor.”
Willem: „We wonen nu aan de rand van de stad, op tien minuten lopen van het strand, met een mooi bos vlakbij.”
Vanessa: „We willen zeker niet weg uit Portugal. We hebben een heerlijk leven en het is gewoon heel fijn hier te wonen.”
Willem: „We eten veel buiten met vrienden, maken dingen in de houtoven of op de barbecue. Als je op een leuke plek woont en een beetje te besteden hebt, kun je hier heel goed leven.”
Willem: „Onze kinderen zijn heel Portugees, maar ook heel Nederlands. We spreken thuis altijd Nederlands en in de zomervakantie gaan we naar opa en oma in Nederland. Daar hebben ze ook aansluiting met Nederlandse kinderen.”
Vanessa: „Kinderen worden tegenwoordig steeds meer kinderen van de wereld. Dat is een verschil met toen ik kind was. Onze kinderen hebben the best of both worlds.”
Geen woord PortugeesWillem: „Of ik vloeiend Portugees spreek? Mijn kinderen beginnen te lachen als je dat zegt. Zij vinden dat ik geen woord Portugees spreek! Maar ik doe al mijn werk in het Portugees. In Brazilië moet je het echt spreken, want daar spreken ze echt geen Engels. Hier kun je je wel redden in het Engels, maar als je Portugees spreekt, gaan er meer deuren open. Dan gaat de calor humano meteen een paar graden omhoog.”
Vanessa: „Ik zit de hele dag in online meetings met Nederland – althans op de dagen dat ik voor Versuni werk. Op mijn Mom in Balance-dag geef ik sportles in het park.”
Willem: „We lopen elkaar niet in de weg. Het huis is groot genoeg. Onze slaapkamer heeft een slaapstuk en een werkstuk. Vanessa kan ongestoord werken in het werkstuk.”
Vanessa: „Willem is vaak weg en veel flexibeler.”
Willem: „Als ik thuis ben, werk ik vaak op de veranda achter ons huis. Daar kun je negen à tien maanden per jaar buiten werken, in en uit de zon. Zwembadje erbij, superrelaxed. Het is helemaal heerlijk.”
Vanessa: „Leuke dingen doen we vooral in de weekenden. Dan gaan we eten met vrienden of naar het strand.”
Willem: „Ik hou heel erg van koken, dus ik kook meestal. We eten best vroeg voor Portugese begrippen, tussen zes en acht uur, afhankelijk van de voetbaltraining. Portugezen eten wel wat vroeger dan Spanjaarden. Het is niet gek om acht uur of half negen een restaurant binnen te stappen. Maar vriendjes van onze zoon eten pas na de voetbaltraining, dus om tien uur.”
Vanessa: „We houden ervan lekker uit eten te gaan. Dat deden we ook toen de kinderen klein waren. Dat maakt ons nog steeds zo’n gelukkig stel. Op zondagochtend ga ik soms met de kinderen golfsurfen. Dat is fantastisch. Vooral in de winter, wanneer je in het water ligt en de zon schijnt. En daarna ga je een visje eten in je T-shirtje. Dan voelen we ons echt mazzelpikken.”
nrc.nl