Sail … bloedsaai
%3Aformat(jpeg)%3Afill(f8f8f8%2Ctrue)%2Fs3%2Fstatic.nrc.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2019%2F07%2Ffritshome.png&w=1920&q=100)
Het algemene, uitbundige enthousiasme voor Sail zou ik niet graag willen ondergraven, als ik maar mijn geheel particuliere beleving eraan mag toevoegen. En die luidt, zeer kort samengevat: bloedmooi, maar tegelijk saai … saai, zeg maar rustig bloedsaai.
Mijn hart klopte vol verwachting toen ik me bij de tienduizenden toeschouwers langs het IJ voegde. Iedereen staarde verlekkerd in de verte waar fraai opgetuigde schepen, omringd door honderden bootjes van liefhebbers, gestaag richting Amsterdam CS voeren. Dat was het vooral: bootjes, bootjes, bootjes en daar tussendoor wat boten met een hoofdletter. Er leek geen einde aan te komen, en het is ook best mogelijk dat al die bootjes en Boten daar nog steeds varen en die toeschouwers er nog steeds zitten.
Je had geen idee om welke Boten het ging, want iedere informatie ontbrak, zelfs zwaaien had weinig zin, omdat de afstand daarvoor te groot was. Toch bleven de mensen gebiologeerd aan hun klapstoeltjes kleven, als ze niet opstonden om te fotograferen of te filmen. Velen hadden al uren braaf zitten wachten voordat het schouwspel begon. Zouden zij straks ’s nachts thuis voor het slapen gaan elkaar vragen: „Zullen we nog even naar onze plaatjes van Sail kijken?”
Misschien wel – en waarom ook niet.
Zelf ben ik na thuiskomst onmiddellijk in een diepe, droomloze slaap gevallen en begin ik pas wakker te worden, zoals u misschien merkt, nu ik aan dit stukje ben begonnen. Wie veel last heeft van slapeloosheid, hoeft geen slaappil meer te slikken. Kijk een uurtje naar een video van Sail en Onze Lieve Heer doet de rest.
Laat ik meteen toegeven dat ik ook zelf gewoonten heb waar anderen van in slaap zouden vallen. Ik herinner me tennispartijen op tv van vier, vijf uur waar ik gespannen naar bleef kijken als betrof het een bloedstollende speelfilm. Mijn vrouw taaide af en in de omringende huizen doofden de lichten, maar het voortbestaan van de wereld hing voor mij vooral af van de vraag: Federer gaat toch niet wéér verliezen van Nadal? (Ik wilde om onnaspeurlijke redenen altijd dat Federer won, dus ging ik – ook dat nog – maar al te vaak zwaar gefrustreerd naar bed.)
De verveling van de een is de opwinding van de ander, en andersom – en dat moet vooral ook zo blijven, maar wat me in zulke situaties wel hindert is de opgefokte blijdschap die de media pogen uit te stralen. In de kranten grote verslagen van de intocht van Sail met koppen als ‘Sail spectaculair begonnen’ en ‘Hier krijg ik kippenvel van’. En dan te bedenken dat de betrokken verslaggevers een poosje moedeloos uit het kantoorraam hebben gestaard nadat hun chef had medegedeeld: „Jij doet dit keer Sail.”
Vooral op tv-redacties raken ze in een staat van kunstmatige euforie als zo’n klus geklaard moet worden. Bij de NOS viel Dione de Graaff bijna uit haar stoel van opgetogenheid terwijl ze Sail-hotemetoten mocht interviewen. En wie stond daar zo olijk te glunderen in deze, zoals hij het noemde, „gezellige chaos”? Martijn Bink! Ik wist niet eens dat hij glunderen kón. Alleen verslaggever Nicole le Fever hield het rustig. „Wat vindt u er zo mooi aan?”, vroeg ze aan een vrouw. Het antwoord: „Alles wat drijft, geweldig!”
Daar wil ook ik het dolgraag bij laten.
nrc.nl