Er werd besloten om aan iedereen een eenmalige uitkering van 7.000 PLN te betalen

- De begrafenisuitkering wordt verhoogd van PLN 4.000 naar PLN 7.000.
- De wijziging van de regelgeving, die door de Sejm is aangenomen en door de president is ondertekend, treedt op 1 januari 2026 in werking.
- Het huidige uitkeringsbedrag wordt sinds 2011 niet meer geïndexeerd.
In mei nam het parlement een wetswijziging aan die de begrafenisuitkering verhoogde van 4.000 naar 7.000 PLN. De regelgeving werd goedgekeurd door president Andrzej Duda.
De huidige hoogte van de eenmalige uitkering ter dekking van de kosten van de uitvaart is sinds 2011 niet gewijzigd.
Vanaf 1 maart wordt de uitkering geïndexeerd indien de inflatie in het voorgaande jaar hoger was dan 5%.
Door geen jaarlijkse indexatie van de uitkering door te voeren, wordt voorkomen dat de prijzen van uitvaartdiensten stijgen.
De kosten voor het verhogen van de uitkering worden geraamd op maximaal 2 miljard PLN per jaar.
De uitkering is betaalbaar aan:
- familielid,
- werkgevers,
- sociale woning,
- gemeente,
- wijk,
- een rechtspersoon van een kerk of religieuze vereniging,
- aan een vreemde.
Als gezinslid wordt beschouwd:
- echtgenoot (weduwnaar, weduwnaar en gescheiden echtgenoot),
- ouders, stiefvader, stiefmoeder en adoptiepersoon,
- eigen kinderen, kinderen van de andere echtgenoot en geadopteerde kinderen,
- kinderen die in aanmerking komen voor opvoeding als onderdeel van een pleeggezin,
- andere kinderen die voor opvoeding en onderhoud in huis worden genomen voordat ze de meerderjarige leeftijd bereiken,
- broers of zussen,
- grootouders,
- kleinkinderen,
- personen over wie wettelijk voogdij is gevestigd.
De uitvaartuitkering wordt betaald na het overlijden van:
- een persoon aan wie recht is verleend op een pensioen of arbeidsongeschiktheidsuitkering,
- een persoon aan wie een overbruggingspensioen is toegekend,
- een persoon die verzekerd is bij ZUS (met inbegrip van degenen die een zwangerschapsuitkering of een uitkering ter hoogte van de zwangerschapsuitkering ontvangen voor de periode na beëindiging van de ziektekostenverzekering),
- een persoon aan wie een lerarenvergoeding is toegekend,
- een persoon die is overleden terwijl hij een ziekte- of revalidatie-uitkering ontving nadat de verzekeringsperiode was afgelopen,
- een persoon aan wie op de datum van overlijden geen pensioen of invaliditeitspensioen was toegekend, maar die wel aan de voorwaarden voor het verkrijgen daarvan voldeed,
- een persoon die als blind burger slachtoffer van oorlogsvoering een uitkering heeft ontvangen,
- een persoon die een prepensioenuitkering of prepensioentoeslag heeft ontvangen,
- een persoon die een sociaal pensioen ontving,
- een persoon die is overleden als gevolg van een ongeval of beroepsziekte die zich voordoet onder bijzondere omstandigheden,
- een familielid van de persoon genoemd in de punten 1-4, 8 en 10.
De documenten die nodig zijn voor de uitbetaling van de uitvaartuitkering moeten binnen 12 maanden na het overlijden van de persoon voor wie de uitkering verschuldigd is, worden ingediend bij de Sociale Verzekeringsinstelling (ZUS). Na deze termijn verjaren de vorderingen.
wnp.pl