Voormalig bestuurder zegt dat TAP snel geprivatiseerd moet worden

“Ik denk, eerlijk gezegd, dat [TAP] snel geprivatiseerd moet worden,” zei de advocaat, die vandaag werd gehoord in de parlementaire commissie voor Economie, Openbare Werken en Huisvesting, op verzoek van IL, in het kader van de conclusies van de Algemene Inspectie van Financiën (IGF) over de aankoop van het onderhouds- en engineeringbedrijf in Brazilië (VEM/ME Brasil), 20 jaar geleden.

Voor Diogo Lacerda Machado, die de staat hielp 50% van het kapitaal van TAP terug te krijgen na de privatisering door de PSD/CDS-PP-regering onder leiding van Pedro Passos Coelho, “moet het management van TAP privaat en marktgericht zijn”.

De voormalige luchtvaartmaatschappijbestuurder verdedigde aan het einde van de hoorzitting tegen journalisten een privatisering waarbij de staat 50% van het kapitaal in handen zou krijgen.

Toen hem werd gevraagd naar de aankoop van ME Brasil, die door de afgevaardigden van IL, PSD en Chega als ruïneus werd bestempeld, betoogde Lacerda Machado dat het die investering was die van TAP een multinational maakte en dat het momenteel “een absoluut abnormaal marktaandeel heeft in het verkeer tussen Brazilië en Europa”, wat de interesse van de grote Europese luchtvaartgroepen in de aankoop van het Portugese bedrijf rechtvaardigt.

Voor de advocaat was de ‘slechtste deal ooit gesloten’ de ‘privatisering van het monopolie op de luchthaveninfrastructuur van het land’ in een concessie van 50 jaar aan ANA/VINCI.

Met betrekking tot de privatisering van de luchtvaartmaatschappij door de regering van Passos Coelho zei Lacerda Machado dat toen hij met het consortium Atlantic Gateway, onder leiding van David Neeleman en Humberto Pedrosa, ging zitten om te onderhandelen over de herconfiguratie van de aandeelhoudersstructuur en hen de “enorme zwakheden van dat privatiseringsproces” uitlegde, het antwoord dat hij kreeg “was dat de regering alles tot in de puntjes wist”.

Met betrekking tot het IGF-rapport, waarmee hij het oneens was, benadrukte Lacerda Machado dat zijn betrokkenheid bij de aankoop van VEM "in wezen als advocaat" was, terwijl het "strategische beheer van alles" de verantwoordelijkheid was van het management van TAP, destijds geleid door Fernando Pinto, die woensdag in het parlement zal worden gehoord.

Tijdens een hoorzitting in mei 2023 in het parlement stelde Diogo Lacerda Machado dat er een “imbeciel perspectief” is op de onderhoudssector in Brazilië, en benadrukte dat het bedrijf zonder de investering in dat land “waarschijnlijk” niet zou bestaan, en betoogde dat dit “verreweg de beste investering was die TAP in 50 jaar heeft gedaan”.

De audit van de rekeningen van TAP door de Inspectie-Generaal van Financiën (IGF), die in september werd vrijgegeven, bekritiseert de deelname van TAP aan de onderhoudsactiviteiten in Brazilië. Er werd gesteld dat er geen sprake was van economische rationaliteit en dat er “zeer aanzienlijke verliezen” worden verwacht.

“De economische rationaliteit van het besluit van het management van TAP, SGPS, om deel te nemen aan de VEM/TAP ME Brasil-activiteiten en vervolgens een voorstel van GEOCAPITAL, gedateerd 23/01/2007, om het partnerschap opnieuw te onderhandelen om met name de risico's en lasten te delen, niet te accepteren, is niet aangetoond. In plaats daarvan heeft het management ervoor gekozen om zijn positie in VEM te versterken, zonder begeleiding van de toezichthoudende autoriteiten of van de aandeelhouder Parpública in dit opzicht, en is het de enige aandeelhouder van Reaching Force en houder van 90% van het kapitaal van VEM gebleven”, aldus het document.

“Er worden zeer aanzienlijke verliezen verwacht van die onderneming vanwege het niet-terugvorderbaar zijn van de betrokken bedragen, die in 2023 906 miljoen euro bedroegen”, aldus het rapport.

In een interview met Lusa in januari 2022 kondigde de toenmalige CEO van TAP, Christine Ourmières-Widener, aan dat de groep, na mislukte verkooppogingen, had besloten om haar Maintenance and Engineering Brazil (TAP ME)-activiteiten geleidelijk te sluiten. Dit was onderdeel van het herstructureringsplan dat de Europese Commissie de maand ervoor had goedgekeurd en dat de scheiding vereiste van niet-kernactiviteiten, namelijk de onderhoudsactiviteiten in Brazilië en die van 'catering' (Cateringpor) en 'handling' (Groundforce).