Wankelend te midden van het tromgeroffel…

Op 18 juni 2025 werd de resolutie van het Europees Parlement over het verslag van de Commissie over de rechtsstaat 2024 goedgekeurd.
In een tijd waarin de oorlogstrom steeds luider klinkt, benadrukt het Parlement dat de Europese Unie gegrondvest is op de waarden van respect voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en mensenrechten, waaronder de rechten van minderheden. Deze waarden zijn gemeenschappelijk voor alle lidstaten en moeten door iedereen worden beschermd en bevorderd.
Het Parlement benadrukte ook de noodzaak van onafhankelijke, onpartijdige en toegankelijke rechtsstelsels, vrij van politieke inmenging, om een eerlijke rechtspraak te waarborgen. Het benadrukte dat de publieke perceptie van corruptie onder Europese burgers nog steeds hoog is en een bedreiging vormt voor de democratie en de rechtsstaat.
Deze instantie benadrukte ook de noodzaak om waarde te hechten aan de vrijheid en het pluralisme van de media. Zij veroordeelde aanvallen op journalisten, buitensporige concentratie van eigendom en politieke inmenging in de nieuwsinhoud.
In het bovengenoemde document wordt de centrale rol van maatschappelijke organisaties bij de verdediging van de rechtsstaat en fundamentele rechten erkend.
Er wordt benadrukt dat het noodzakelijk is om alle vormen van discriminatie (op grond van geslacht, seksuele geaardheid, etnische afkomst, godsdienst, handicap, enz.) te blijven bestrijden en om gelijkheid voor de wet te waarborgen. Hieruit blijkt dat er in de verschillende lidstaten instellingen zijn die de fundamentele rechtsregels niet naar behoren naleven.
Het Parlement benadrukt tevens het belang van de scheiding der machten en transparante wetgevingsprocessen, en benadrukt dat eerbiediging van de rechtsstaat essentieel is voor de goede werking van de interne markt, het vertrouwen van investeerders en het economische concurrentievermogen van de EU.
Wat het Openbaar Ministerie betreft (dat in elk land een andere vorm heeft), is het duidelijk dat het essentieel is voor het vermogen van een lidstaat om criminaliteit en corruptie te bestrijden. Het Parlement veroordeelt tevens elke inmenging van de overheid of de politiek in corruptieonderzoeken en herinnert eraan dat niemand boven de wet staat. Tot slot veroordeelt het het misbruik van de rechtspraak voor politieke doeleinden, waaronder de vervolging van politieke tegenstanders en inmenging in corruptieonderzoeken.
Op een moment dat de publieke perceptie van het Openbaar Ministerie en zijn vermogen om te reageren op de behoeften van Justitie door velen in twijfel wordt getrokken, vanwege het gebrek aan openbare elementen om de procedurele (en arbeids)last te analyseren en in de overtuiging dat een magistraat meer is dan een nummer op een Excel-sheet, ben ik naar de openbare website "Justice Statistics" gegaan.
Hoewel het Wetboek van Strafvordering een maximale termijn van 9 maanden voor de meeste strafzaken vaststelt, zijn we verheugd dat het gemiddelde voor alle strafrechtelijke onderzoeken in het land 7,7 maanden bedraagt. Het district met de kortste onderzoeksduur is Beja (6,23 maanden) en de langste is Portalegre (14 maanden). Lissabon heeft een gemiddelde onderzoeksduur van 7,1 maanden, Coimbra van 8,8 maanden en Porto van 7,8 maanden.
Deze statistiek laat zien dat de zaken niet zo slecht zijn als we denken. Er zijn een aantal opvallende zaken die het resultaat zijn van de toewijding en het dagelijkse werk van de magistraten van het Openbaar Ministerie, waarbij ze veel verantwoordelijkheidsgevoel en ethiek hanteren.
Een magistraat is geen eindproduct en hun opleiding is iets waar elke Portugees trots op zou moeten zijn, aangezien we zo'n prestigieuze juridische academie hebben als het Centrum voor Rechtsgeleerdheid. Het is echter ook tijdrovend, gezien de verantwoordelijkheden die een magistraat met zich meebrengt, en natuurlijk zijn er materiële beperkingen aan de opleiding, waarvan iedereen zich bewust is.
Van iedere deelnemer wordt verwacht dat hij/zij individueel reflecteert op de huidige situatie, de toekomstige situatie (nadat het onderwijs en de beoordeling door de CEJ zijn gewaarborgd, zijn de stages ingekort), in een sfeer van vertrouwen, respect en inclusie, en het organisatieklimaat analyseert, met een focus op oplossingen.
Het lijkt misschien een theoretische, afstandelijke en lege toespraak, maar de Europese Unie is gebaseerd op de waarden van respect voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en mensenrechten, waaronder de rechten van minderheden, en het is aan ieder van ons en de nationale instellingen om deze waarden dagelijks in de praktijk te brengen – dit is “actie in de wet”!
De teksten in deze sectie geven de persoonlijke mening van de auteurs weer en vertegenwoordigen niet de redactionele positie van VISÃO.
Visao