Winnen we efficiëntie met LLM's? Of verliezen we het denkvermogen?

In het tijdperk van grote taalmodellen (LLM) en generatieve AI zijn we getuige van een ongekende transformatie in de manier waarop kennis wordt geproduceerd, verspreid en geconsumeerd. Deze tools kunnen complexe teksten samenvatten, code schrijven, juridische contracten opstellen of filosofische vragen binnen enkele seconden beantwoorden. We horen dat grote taalmodellen ons efficiënter maken, complex werk vereenvoudigen, routinetaken automatiseren en ons in staat stellen ons te concentreren op wat ertoe doet. Maar ondertussen rijst er een dringende vraag: verhogen deze modellen daadwerkelijk de efficiëntie, of ondermijnen ze op subtiele wijze ons vermogen tot onafhankelijk denken, oordelen en kritische reflectie?
Efficiëntie is geen neutrale term. Het weerspiegelt waarden, wat we prioriteit geven, wat we als waardevol definiëren en wat we bereid zijn op te offeren. Het huidige narratief rond generatieve AI beschouwt efficiëntie als synoniem voor vooruitgang. Het suggereert dat hoe sneller iets gedaan wordt, hoe beter. Maar sneller is niet altijd beter. En niet alles wat geautomatiseerd kan worden, hoeft dat ook te zijn.
Visao