De waarheid als eerste (en laatste) verdedigingslinie voor Europa.

Wanneer we het over Europese defensie hebben, denken we in de collectieve verbeelding meteen aan tanks, antiraketsystemen of cyberdefensie. We denken zelden aan een radiozendmast. De veiligheid van Europese democratieën hangt echter momenteel evenzeer af van het vermogen om betrouwbare informatie over te brengen als van het vermogen om conventionele militaire dreigingen af te schrikken. Publieke media , van televisie tot radio, van digitale platforms tot regionale communicatiekanalen, vormen tegelijkertijd de eerste verdedigingslinie tegen desinformatie en, met name in het geval van de radio, de laatste communicatielijn wanneer alle andere falen.
De grenzen van Europa vallen niet langer samen met de geografie. Ze strekken zich uit over de informatieruimte, waar dagelijks een onuitgesproken strijd om het vertrouwen van burgers wordt gevoerd. De waarheid is een strategisch bezit geworden dat het publieke vertrouwen en daarmee de legitimiteit van onze democratieën in stand houdt. Publieke radio en televisie moeten in deze context een onvervangbare rol spelen: het leveren van geverifieerde en gecontextualiseerde informatie, vrij van algoritmen die verontwaardiging versterken en het publieke debat verdraaien. Terwijl sociale netwerken het publiek in ideologische echokamers fragmenteren, moeten publieke media een gemeenschappelijke ruimte voor publiek debat behouden.
In Oekraïne heeft Suspilne, de publieke radio- en televisie-exploitant, bewezen even strategisch te zijn als welk bataljon dan ook. Wanneer Russische raketten civiele infrastructuur treffen en desinformatiecampagnes paniek proberen te zaaien, zijn het de publieke communicatiekanalen die de bevolking geïnformeerd en weerbaar houden. Dit is geen staatspropaganda, maar publieke dienstverlening in haar puurste vorm: informatie die burgers in staat stelt weloverwogen beslissingen te nemen. Als desinformatie het wapen bij uitstek is in de hybride oorlogsvoering van de 21e eeuw, dan zijn onafhankelijke publieke media de "raketverdedigingssystemen" van de cognitieve ruimte. Onder deze media onderscheidt de radio zich door een unieke eigenschap: wanneer al het andere faalt, blijft ze uitzenden.
Laten we ons een scenario voorstellen dat door de recente stroomuitval in Portugal minder ver weg is: een enorme cyberaanval legt de elektriciteitsnetten in verschillende Europese steden plat. Digitale communicatie stort in. Mobiele telefoons werken niet meer. Het internet verdwijnt. Op dat moment blijft alleen de radio uitzenden, met zenders die worden gevoed door noodgeneratoren of simpele batterijen, en die ontvangers bereiken die niet afhankelijk zijn van internet of mobiele netwerken. Het is de stem van informatie die de chaos weerstaat en overwint.
In Zweden en Finland is dit geen theoretische oefening. Publieke omroepen zijn formeel geïntegreerd in nationale crisisparaatheids- en responsplannen, niet als een optionele aanvulling, maar als een structurele pijler van nationale veerkracht. Portugal, net als andere Europese landen, wordt steeds vaker geconfronteerd met verwoestende bosbranden, plotselinge overstromingen en extreme weersomstandigheden. Wanneer de bevolking duidelijke instructies nodig heeft over of ze moeten evacueren of blijven, welke wegen afgesloten zijn en waar ze steun kunnen vinden, is radio vaak de enige haalbare optie voor realtime communicatie.
De Europese verordening inzake mediavrijheid bevat belangrijke waarborgen voor redactionele onafhankelijkheid. Het waarborgen van onafhankelijkheid is echter niet voldoende als we niet ook de financiële duurzaamheid, de fysieke bescherming van de infrastructuur en de technische capaciteit om in crisissituaties te functioneren, garanderen. Het volgende meerjarig financieel kader van de Europese Unie (EU), het toekomstige Europees democratieschild en de implementatie van de EU-paraatheidsstrategie moeten expliciet rekening houden met de veerkracht van publieke omroepen.
Wat voor samenleving willen we zijn als al het andere faalt? Een samenleving in paniek, gefragmenteerd en kwetsbaar voor geruchten? Of een samenleving die communicatiekanalen onderhoudt op basis van feiten en collectieve verantwoordelijkheid? Zoals Sauli Niinistö stelde: "veerkracht gaat niet alleen over wat een staat kan doen; het gaat over wat een natie bereid is te verdragen." Deze bereidheid wordt dagelijks opgebouwd door middel van solide instituties en een vertrouwenscontract tussen burgers en de staat.
Europa verdedigen is niet alleen een kwestie van arsenalen of militaire allianties. Het is tegelijkertijd het verdedigen van ons collectieve vermogen om te weten wat waar is, om te communiceren op kritieke momenten, om een samenhangende politieke gemeenschap te behouden, zelfs wanneer interne en externe krachten die proberen te verdelen. Het is een voorwaarde voor het voortbestaan van de democratie.
observador




