Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Portugal

Down Icon

De politiek van ontevredenheid

De politiek van ontevredenheid

Plato schreef dat de ergste straf, als we onszelf niet willen besturen, is dat we geregeerd worden door mensen die slechter zijn dan wij. In werkelijkheid is deze keuze een privilege van de elite. In feite is het bestuur van het volk altijd de verantwoordelijkheid geweest van een minderheid, zelfs als dat gepaard ging met een zekere mate van rigoureuze onderwerping aan de wil van het volk. Als het tegenovergestelde zou gebeuren, waar de Founding Fathers van de VS al voor waarschuwden, zou het lot van een staat in de richting van een onbedwingbaar wanbestuur drijven. De situatie waarin de meerderheid door een minderheid regeert, is voor de massa echter alleen acceptabel in de mate dat zij het gevoel heeft dat er naar haar gevoeligheden wordt geluisterd, dat er rekening wordt gehouden met haar voorkeuren en dat er aan haar behoeften wordt voldaan.

Andrew Jackson was een van de beste mensen die deze dynamiek goed begreep. De zevende president van de Verenigde Staten (aan de macht van 1829 tot 1837) bracht een revolutie teweeg in de manier waarop verkiezingscampagnes werden gevoerd. Tot dan toe waren de campagnes zeer elitair en werden ze gekenmerkt door invloedrijke bewegingen onder notabelen. Hierdoor waren de zittende politici geneigd tot een zekere passiviteit in de omgang met gewone mensen. In 1828 was dit opnieuw het standpunt van John Quincy Adams, die op zijn status vertrouwde en vergat de straat op te gaan. Ondertussen reisde Andrew Jackson door de Verenigde Staten. Hij maakte lange tochten over rivieren en over land, in een poging de massa te mobiliseren en hun steun te verwerven.

De campagne was niet bepaald fraai, maar werd wel bereid volgens een recept dat we nu goed kennen. Volgens Jackson waren het de elites die ver verwijderd waren van de gewone burgers en die systematisch tegen het nationale belang in kozen. Zij lieten toe dat kosmopolitisme en immigratie de economische zekerheid van de arbeidersklasse met zich meebrachten. In deze zin betoogt Walter Russel Mead dat Donald Trump een vehikel is geworden voor de ‘Jacksoniaanse opstand’ aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.

Tegenwoordig zien we dit verhaal zich meer dan ooit herhalen. In zijn scherpzinnige kijk op het heden betoogt Michael J. Sandel dat de opkomst van globalisering de al lang bestaande kloof tussen degenen die profiteren van en degenen die schade ondervinden van de toegenomen frequentie en snelheid van communicatie, door technologische vooruitgang en de opkomst van kunstmatige intelligentie, en door economische ontwikkeling en marktintegratie, heeft verdiept.

Uiteindelijk verlopen onze dagen met een centrifugale versnelling, waardoor enkelen in het centrum blijven staan ​​en de meesten naar de periferie drijven. Deze beweging berooft de mensen van hun leven die niet van de vruchten ervan kunnen profiteren, die niet hebben gestudeerd, die niet hebben gereisd, die laaggeschoold werk hebben, die in het binnenland of aan de rand van de stad wonen. Zij zijn de ‘verliezers van de mondialisering’.

In de laatste decennia van de 20e eeuw verloren materialistische (economische) overwegingen terrein ten gunste van postmaterialistische (culturele en identiteits-) kwesties. Momenteel zijn we getuige van een nieuwe omkering: de ‘gecentreerde’ massa eist steeds vaker antwoorden op haar materiële zorgen en de ‘verslagen’ burgers vertonen tekenen van vermoeidheid wat betreft de overmatige nadruk op identiteitsvraagstukken. Omdat in hun dagelijkse behoeften niet wordt voorzien, voelen zij zich bedreigd door de uiting van minderheden en hun rechten.

Deze dynamiek kenmerkt onze tijd. We hebben het in de VS zien gebeuren. We zagen het ook in de rest van Europa gebeuren. Wij zien het hier nu. Uit een boek van Vicente Valentim blijkt hoe bepaalde meningen, die ooit maatschappelijk onaanvaardbaar waren, alleen maar wachtten op een partijdige weerklank. Geleidelijk aan zorgt het succes van radicaal-rechtse partijen ervoor dat de terughoudendheid van individuele kiezers om hun mening te uiten, afneemt. In Portugal laten João Cancela en Pedro C. Magalhães zien hoe de belangrijkste associatie tussen stemmen op radicaal rechts en het platteland ontstaat omdat deze kiezers zich ‘politiek verwaarloosd’ voelen (en niet om economische of culturele redenen).

Elites kunnen ervoor kiezen om zichzelf te besturen, of om geregeerd te worden door mensen die slechter zijn dan zij. Maar de massa heeft geen deel aan deze keuze. In plaats daarvan moeten ze accepteren dat ze geleid worden door mensen die anders zijn dan zijzelf, of door mensen die hetzelfde zijn als zijzelf. De keuze hangt af van de perceptie of ze gehoord worden of niet. Terwijl de gevestigde elite rondloopt in pak en stropdas en uitkijkt wie het eerst zal sneuvelen, blijft het volk zonder antwoorden. Geen antwoorden op de vragen over inkomen, gezondheid, huisvesting, transport en onderwijs. Het is dus simpel: “Wij kiezen degenen die op ons lijken, ook al vertegenwoordigen zij het slechtste in jou!” Dit is wat wij zondag hoorden.

observador

observador

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow