Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Portugal

Down Icon

Chega's begeleiders

Chega's begeleiders

Na zes jaar beschikt Chega over de op één na grootste fractie in de Assemblee van de Republiek en de oligarchie weet kennelijk niet goed waar ze die het beste kan onderbrengen. Tot voor kort was Chega ‘fascisme’, het bewijs dat een deel van de Portugese samenleving niet gelooft in de dood van Salazar. In een recentere versie is het niet langer een manifestatie van ‘fascisme’, maar eerder van ‘communisme’: een protestmiddel voor de armen dat door links werd gesponsord, maar dat werd ingeruild voor de ‘minderheden’ van het wokisme.

Geen van deze theorieën is logisch. Het salazarisme, dat de communisten “fascisme” noemen, stierf op 25 april uit. Tegenover de PREC in 1974-1975 en de socialistische orde onder militair bewind in 1976-1982, identificeerde de politieke rechterzijde zich met de zaak van de liberale democratie. Het is uit deze hoek, uit de PSD en de CDS, dat de Chega-leiders voortkomen. Het is geen toeval dat ze, wanneer ze een verhaal uit het verleden vertellen, Francisco Sá Carneiro aanhalen. Dit is iets waarmee Chega zich onderscheidt van andere partijen in Europa.

De stelling van het ‘communisme’ leeft van de geografie: aangezien Chega de meeste stemmen krijgt waar de PCP domineert, zou het hetzelfde zijn. De stelling is op meerdere punten onjuist. Ten eerste is de electorale geografie van Chega en de PCP niet toevallig: de PCP heeft bijvoorbeeld nooit hetzelfde aantal stemmen gehad als Chega in de Algarve. Ten tweede regeerde de PCP niet op plekken waar de armen haar als hun uitingsvorm zagen, maar op plekken waar ze in 1974-1975 het staatsapparaat innam, eigendommen ondermijnde en de grote lokale baas werd. Sterker nog, in de armste en meest afgelegen gebieden van het land kreeg de partij nooit veel stemmen.

Het is duidelijk dat het niet de historische of sociologische correctheid is die deze partijmanipulators motiveert. Het maken van Chega tot de partij van ‘fascisten’ of ‘shirtloze’ mensen impliceert wellicht verschillende theorieën, maar het heeft één en hetzelfde doel: het reduceren van Chega tot een marginaal fenomeen, extern aan de democratie en een welwillende samenleving, en daarom kortstondig. Een strikte uitsluiting, in het geval van de “fascisten”, of een verhoging van de subsidies, in het geval van de “shirtlozen”, zou voldoende zijn om de nachtmerrie te laten verdwijnen. Het is niet de analyse van welke gegevens dan ook die deze indelingen inspireert, maar enkel de wens dat Chega net zo kwetsbaar en vluchtig is als de PRD van 1985.

Chega is geen anomalie en ook geen mysterie. Het staat voor een conservatief nationalisme waaraan socialistische regeringen, door het land te onderwerpen aan ongecontroleerde migraties en Amerikaans wokisme, politieke relevantie gaven: het verdedigen van veiligheid en nationale identiteit werd belangrijk. De mogelijkheid voor Chega om te groeien werd later gecreëerd door de leiding van de PSD. Zij verwierpen het hervormingsgezinde beleid van Pedro Passos Coelho om zich op de PS te richten en de socialistische macht te kopiëren. Daarmee ontnamen ze het land een echt alternatief voor het linkse gedachtegoed. Chega begon deze functie te vervullen, zelfs voor degenen die de stijl en sommige voorstellen niet konden waarderen.

Chega wordt niet volledig uitgelegd. Om 1,4 miljoen stemmen te krijgen, moet een partij veel verschillende zaken voor veel verschillende mensen kunnen vertegenwoordigen. We mogen bijvoorbeeld het talent van de leider niet onderschatten, of de invloed van internationale modes. Het probleem met Chega is dat het voor de oligarchie slechts één ding vertegenwoordigt: de ontwrichting van het partijenstelsel dat sinds 1975 bestaat, wat vandaag de dag hetzelfde is als: de ontwrichting van het systeem waardoor veel oligarchen rijk zijn geworden, misbruik makend van een opdringerige en ingewikkelde staat waarbinnen alle zaken worden gedaan. Vandaar de grote weerstand van de oligarchie om af te zien van het uitbuiten van de angst voor ‘fascisme’ of de afkeer van het ‘shirtloze’, en rustig toe te geven dat de Portugese democratie slechts één partij meer kent, en dat dit normaal is. Voor hen is het duidelijk monsterlijk. Vanuit democratisch oogpunt is dit echter niet alleen normaal, maar zelfs wenselijk.

observador

observador

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow