Fachin is het niet eens met de meerderheid en stemt tegen de automatische verantwoording van sociale netwerken

Op woensdag 25 februari stemde rechter Edson Fachin van het Federale Hooggerechtshof in met het standpunt van André Mendonça in de buitengewone beroepen 1037396 en 1057258, die betrekking hebben op de grondwettelijkheid van artikel 19 van het Internet Civil Rights Framework. Deze bepaling regelt de aansprakelijkheid van sociale netwerken voor illegale content die door gebruikers wordt geplaatst.
Fachin kondigde aan dat hij over beide zaken één stemming zou houden. Hij noemde het onderwerp "een van de meest complexe en gevoelige kwesties" waarmee het Hooggerechtshof de afgelopen jaren te maken heeft gehad.
"In de democratische rechtsstaat moeten remedies voor de kwalen van de democratie worden gevonden in de gereedschapskist van de democratie zelf. Daarom moeten we voorzichtig zijn met het aanpakken van de machtsconcentratie op platforms, die ook juridische aandacht verdient […]. Daarom ben ik het niet eens met de remedie die wordt gebruikt. Ik geloof dat er behoefte is aan structurele en systemische regulering, en bij voorkeur niet via de rechterlijke macht", aldus Fachin.
Volgens de minister is artikel 19 van het Burgerlijk Kader grondwettelijk, omdat het de vrijheid van meningsuiting beschermt door te bepalen dat inhoud alleen mag worden verwijderd na een rechterlijke uitspraak.
"Artikel 19 is grondwettelijk, omdat de noodzaak van een gerechtelijk bevel om door derden gegenereerde content te verwijderen mij de enige grondwettelijk adequate manier lijkt om de vrijheid van meningsuiting te verzoenen met het stelsel van daaropvolgende aansprakelijkheid", aldus de minister.
De minister waarschuwde ook voor de beperkingen van juridisch optreden in het licht van snelle technologische veranderingen. Fachin betoogde dat technologie "voortdurend verandert" en dat de uitspraak van het Hooggerechtshof over contentmoderatie niet voldoende zal zijn om de problemen op te lossen die ontstaan door de machtsconcentratie in de handen van platforms. "We lopen het risico de oplossing niet te kunnen aanpassen vanwege het ontbreken van een volledige diagnose", legde hij uit.
Met de steun van Fachin is de stemming tot nu toe met 7 tegen 2 stemmen vóór het civielrechtelijk aansprakelijk stellen van digitale platforms voor door gebruikers gepubliceerde content. Desondanks moeten de ministers tot een consensus komen, aangezien er meningsverschillen bestaan over de criteria en grenzen van deze aansprakelijkheid.
Artikel 19 van het Braziliaanse burgerrechtenkader voor internet stelt dat platforms alleen aansprakelijk kunnen worden gesteld als ze nalaten illegale content te verwijderen op bevel van de rechter. Deze uitspraak, die verstrekkende gevolgen heeft, zou deze opvatting voor de gehele Braziliaanse rechterlijke macht kunnen veranderen.
CartaCapital