Financiële audits van politieke partijen in de Staatscourant

Aanmaakdatum: 25 juni 2025 05:20
Volgens de besluiten werden de financiële audits van de Republikeinse Volkspartij voor 2016, de Jong Turkije Partij, de Volksstem Partij, de Doğuş Partij, de Güzel Partij, de Hak ve Adalet Partij, de Cumhuriyet ve Adalet Partij, de Saadet Partij, de Şahlanış Partij en de Cumhuriyet Partij voor 2023 uitgevoerd.
Het Hooggerechtshof oordeelde dat het partijvermogen, dat in totaal 21.285 lira en 75 kuruş bedroeg in de definitieve jaarrekening van de CHP over 2016, moest worden opgenomen als inkomsten voor de schatkist voor uitgaven die niet in overeenstemming waren met de wet. Er werd gesteld dat de inkomsten en uitgaven van de partij in 2016, anders dan die welke als inkomsten voor de schatkist waren opgenomen, correct, evenwichtig en in overeenstemming waren met de Wet op de politieke partijen.
Het besluit bevatte ook details over het verschil van 21.285 lira en 75 kuruş dat aan de schatkist moest worden overgemaakt.
Op basis daarvan oordeelde het Constitutionele Hof, dat de lijst van betaalde verkeersboetes onderzocht, dat er in 2016 in totaal 21.285 lira 75 kuruş aan verkeersboetes was betaald.
In het besluit werd gesteld dat het mogelijk is om de normale uitgaven voor alle soorten voertuigen die in het kader van politieke activiteiten worden gebruikt, uit de partijbegroting te dekken en als uitgaven op te voeren. Tevens werd opgemerkt dat uitgaven in verband met boetes die voortvloeien uit het niet nakomen van wettelijke verplichtingen door functionarissen of werknemers van politieke partijen of het niet schenden van wettelijke normen, niet in het kader van politieke activiteiten kunnen worden aanvaard.
In het besluit stond: "Om de genoemde redenen dienen de totale uitgaven van 21.285 lira en 75 kuruş, voortvloeiend uit de betaling van verkeersboetes die het gevolg zijn van persoonlijke fouten van de Partij, te worden geregistreerd als inkomsten voor de schatkist, overeenkomstig artikel 75 van Wet nr. 2820."
FINANCIËLE AUDITS VAN ANDERE PARTIJEN
Het Hooggerechtshof stelde dat het niet opzetten van een registratie- en documentatiesysteem waarmee het Constitutionele Hof verantwoording zou kunnen afleggen over de definitieve rekeningen van deze partijen voor 2023, op basis van de beschikbare informatie en documenten, en het realiseren van inkomsten en uitgaven buiten de rekeningen, handelingen waren die erop gericht waren het onderzoek te belemmeren en dat daarom de controle van de rekeningen van het hoofdkantoor niet kon worden uitgevoerd.
De rechtbank besloot unaniem om een strafklacht in te dienen bij het Openbaar Ministerie in Ankara om juridische stappen te ondernemen tegen de partijleiders, overeenkomstig de Wet op de politieke partijen nr. 2820.
hurriyet