Geldbekentenis van Settar Tanrıöğen, de voormalige 'Apo' van 'Kızılcık Şerbeti' die terugkeerde uit de dood

Settar Tanrıöğen, die het personage 'Abdullah' tot leven wekte in 'Kızılcık Şerbeti', onderging op 26 januari 2024 twee operaties vanwege een hersenbloeding en droeg zijn rol in de serie vervolgens over aan Ahmet Mümtaz Taylan en verliet de cast.
Tanrıöğen, die haar gezondheid herwon en op 15 maart 2024 uit het ziekenhuis werd ontslagen, keerde terug op het scherm met de tv-serie 'Kızıl Goncalar'. De acteur nam echter afscheid van het project nadat hij in slechts 8 afleveringen van de serie was verschenen.
De meesteracteur werd vorige week ook al met zijn verpleegster gezien. Op dat moment zei hij over zijn gezondheidstoestand: "Mijn medicatie gaat door, ik kan werken. Ik heb meegedaan aan acht afleveringen van Kızıl Goncalar. Ze hebben me een headset opgezet, ik heb een kort geheugen. Ik kan mijn woorden niet bij elkaar houden," en hij vestigde de aandacht op zijn verpleegster door te zeggen: "Ik ga niet naar buiten tenzij zij bij me is."
En nu is de meesteracteur weer te gast in het programma "Aslı Şafak'la İşin Aslı".
De uitspraken die hij in het programma deed, waren oprecht en aanzettend tot nadenken. "Ik ben teruggekomen van de rand van de dood. Een hersenbloeding is bijna niet te herstellen. Het gaat goed met me, godzijdank. Er was nog maar een korte tijd over, ik heb in de tussentijd gewerkt. Ik heb een rol gespeeld in acht afleveringen van Kızıl Goncalar. Het is helemaal niet slecht afgelopen. Ik heb het overleefd door te zeggen: 'Ook dit is gekomen en gegaan'," aldus Tanrıöğen, die het proces dat hij meemaakte beschreef als een soort wedergeboorte.
Tanrıöğen gaf ook toe dat hij in de beginfase van de ziekte geheugenverlies ervoer: "Aan het begin van de ziekte kon ik me niets herinneren. Nu ben ik nuttiger. Ik ben enigszins gereset. Ik denk dat het nu goed is."
Hij was ook openhartig over zijn financiële situatie: "Het geld is bijna op. Er komt een serie in september of rond Nieuwjaar. Tot die tijd redden we het wel."
SÖZCÜ