Nazi-overlevende | ARD-documentaire over Robert Lembke: De vrolijke pessimist
Er is een memorabele scène in een uitzending van "Wat ben ik?" uit 1971: de prominente gast in de show is de Israëlische zangeres en actrice Daliah Lavi. Robert Lembke begint een praatje, typisch voor de vrolijke, ingetogen entertainmentshow, en vraagt de in Haifa geboren kunstenares naar haar Russische vader en Duitse moeder: "Waren er familieproblemen?" Lavi antwoordt dat het enige probleem was dat haar moeder Russisch moest leren koken en haar vader Duits. Dit wordt met vrolijk gelach ontvangen door iedereen die erbij betrokken was, inclusief het studiopubliek. "Anders waren er geen problemen? Dus hebben ze het maar gedaan," vat Lembke vriendelijk samen, en Lavi bevestigt dit met een glimlach. Vandaag weten we: de onschuld van deze televisiebeelden komt overeen met de diepgewortelde behoefte van Duitsers ten tijde van hun eerste uitzending om niets van hun schuld te willen weten.
In deze context is het belangrijk om op te merken dat een groot deel van Daliah Lavis' Joodse familie werd vermoord in de Holocaust. Robert Lembke, die populair werd als quizmaster van de show die decennialang op de Duitse televisie werd uitgezonden, overleefde de nazivervolging slechts door puur geluk als zoon van een Joodse vader. Een tijdlang, van 1937 tot 1944, genoot hij enige bescherming door een zogenaamd "gemengd huwelijk" met een "Arische" vrouw.
De scène uit het ARD-archief die aan het begin werd beschreven, is te zien in het docudrama "Robert Lembke – Wie ben ik?". De film, die het leven van Lembke (1913-1989) verkent en tevens de vraag stelt waarom de populaire tv-"raadsoom" niet over zijn naziverleden en zijn jeugd wilde praten, is een vorm van historische herwaardering die we vaak wel zouden willen: niet revisionistisch, niet sensationeel, niet eendimensionaal en simplistisch zoals Guido Knopp. Aansluitend op Lembkes biografie als journalist en tv-directeur, vertelt de documentaire over de decennialange stilte over het nazitijdperk en de gevolgen die deze vorm van repressie niet alleen voor hem, maar ook voor zijn familie had. Niet alleen de daders zwegen na 1945 over hun misdaden, maar ook de overlevende slachtoffers bleven lange tijd zwijgen, hetzij uit angst om gestigmatiseerd en uitgesloten te worden in de naoorlogse Duitse samenleving, hetzij uit schaamte dat ze tot de weinige overlevenden behoorden.
"Dat gaat niemand wat aan", antwoordde de quizmaster ooit in een talkshow in de jaren 80 toen hem naar zijn privéleven werd gevraagd. De vragensteller was zijn ARD-collega Joachim Fuchsberger, die op zijn beurt op 17-jarige leeftijd aan het Oostfront had gediend. Net zoals de Jodenvervolging en de Holocaust zelden ter sprake kwamen, zo ook de Duitse Wehrmacht en haar misdaden.
De documentaire laat zien dat Lembke, een carrièrejager en stille workaholic, die door kijkers vooral werd gezien als een bescheiden, filantropische tv-oom, lange tijd "een goed bewaard geheim met zich meedroeg", zoals de voice-over van de documentaire het verwoordt. Zijn "geheim" was dat hij in een vorig leven iemand anders was: "Robert Weichselbaum", door de nazi's vervolgd als een "halfjood". Hij was 19 jaar oud toen Hitlers NSDAP aan de macht kwam. Toen hij in mei 1945 zijn schuilplaats, een boerderij in Fürholzen, Beieren, kon verlaten, was hij 31.
Toen de Amerikaanse soldaten in het gebied arriveerden, was de lokale bevolking, waaronder zich uiteraard veel fervente nationaalsocialisten bevonden, doodsbang. Een getuige uit Fürholzen, die op de hoogte was van Lembkes schuilplaats, herinnert zich: "Meneer Lembke zei: Ik spreek Engels, blijf rustig, dan redden we het wel." Hij liep vervolgens met een wit laken naar de Amerikanen en vertelde hen dat hij zijn mannen kende. En hij garandeerde dat er geen schot zou worden gelost." Toen Lembke contact maakte met de bevrijders, zou een soldaat een pistool tegen zijn slaap hebben gehouden.
Direct na de oorlog begon Lembke zijn carrière als journalist in München – eerst als hoofd van de afdeling binnenlandse politiek/sport van de Neue Zeitung, waar hij onder anderen samenwerkte met Stefan Heym en Erich Kästner, en later als hoofdredacteur van de Bayerischer Rundfunk en adjunct-programmadirecteur van de ARD. Hij zette zich met hart en ziel in voor het "terugbrengen van de menselijkheid" na de nazidictatuur, zoals de film op een gegeven moment beweert.
Een van Lembkes journalistieke collega's in de periode direct na de oorlog was de inmiddels 103-jarige schrijver en documentairemaker Georg Stefan Troller. Op de vraag of de Duitsers destijds niet in staat waren tot rouw, antwoordt hij in de documentaire: "Ze rouwden diep." Toch nam Lembke de missie van de nieuwe democratische media serieus: educatie en een bijdrage leveren aan democratische besluitvorming, gepresenteerd in een onderhoudende vorm. Lembke, de vriendelijke, verzoenende, bemiddelende harmoniestichter, wist "hoe hij mensen weer bij elkaar kon brengen", zoals enkele van zijn metgezellen in de film bevestigen. Dit was een van zijn meest opvallende kwaliteiten. Hij beschreef zijn rol als presentator van een populaire quiz ooit als volgt: "Ik beschouw mezelf als onderdeel van de studio-apparatuur." Iets anders dat over hem bekend was: dat hij van dieren hield "omdat ze niet liegen."
Toen hij als televisiepresentator betrokken was bij de uitzending van het WK voetbal van 1954, vroeg hij verslaggevers om niet triomfantelijk te juichen over Duitse overwinningen. Het was beter om te spreken over "sportieve competitie" dan over "overwinnaars en overwonnenen". Lembke, de bescheiden entertainer, de netwerker, de communicator, de vrijwillige vertrouwenspersoon in dienst.
"Ik geloof in het goede in mensen. Het moet nog steeds in hen zitten. Er komt zo weinig uit." Dit is een van Lembkes aforismen. Een andere van zijn spreuken luidt als volgt: "Het wegnemen van het geweten is een van de kleinere operaties." Lembke, de "vertegenwoordiger van een vrolijk pessimisme", zoals de documentaire hem noemt, publiceerde een hele reeks boeken met dergelijke wijsheid en ander kort en zeer kort proza, terwijl hij de brieven en documenten uit de tijd van zijn vervolging in de kelder van zijn huis bewaarde, ontoegankelijk voor iedereen.
Hebben de grootouders ooit over hun vervolgingsverhaal gesproken? Robert Lembkes kleinzoon, Florian Benedikt, inmiddels ook journalist bij een Beierse krant, antwoordt: "Nooit. Geen woord." Net als vele anderen wilde televisiepersoonlijkheid Lembke niet aan de nazitijd herinnerd worden. Het commentaar in de documentaire luidt als volgt: "Na 1945 zag hij geen nut meer in het praten over zijn Joodse erfgoed. Robert Lembke wilde er weer bij horen." Dus sloot hij er vrede mee. Sterker nog, de film onthult dat Lembke zelf ofwel weigerde om met zijn dochter over zijn Joodse vader en de nazitijd te praten, ofwel slechts met tegenzin en passief-agressief reageerde.
De documentaire, die voornamelijk bestaat uit archiefbeelden, oude tv-fragmenten en interviewfragmenten, is qua opzet misschien conventioneel. Met name de slechte praktijk om acteurs documenten te laten voordragen of herhalen die alleen in geschreven vorm bestaan (d.w.z. dagboeken, brieven, teksten van allerlei aard) in korte scènes tegen twijfelachtige achtergronden, is helaas standaard geworden. Desondanks is de film vanwege de zorgvuldig samengestelde informatie zeker de moeite waard.
“Robert Lembke – Wie ben ik?” is tot 6 september beschikbaar in de mediatheek van de ARD.
nd-aktuell