Onderzoek uit Nederland: Mensen die vaak laat naar bed gaan, verhogen hun risico op dementie

Een recente studie van de Universiteit van het UMCG concludeerde dat mensen die de neiging hebben om laat op te blijven en laat naar bed te gaan, een grotere kans hebben op cognitieve achteruitgang dan mensen die vroeg opstaan. Deze bevindingen zijn verkregen in het kader van het BIRD-NL-project, dat zich richt op het vinden van strategieën voor dementiepreventie.

"Gedragsveranderingen kunnen deze achteruitgang deels beïnvloeden", zegt Ana Wenzler, hoofdonderzoeker bij het UMCG. Deze uitspraak biedt hoop voor getroffenen, die dit potentiële gevaar kunnen tegengaan door hun leefstijl aan te passen.

Een aanzienlijk deel van de cognitieve achteruitgang wordt veroorzaakt door slechte slaap en ongezonde gewoonten zoals roken en 's avonds laat drinken. Sterker nog, 25 procent van de cognitieve achteruitgang is te wijten aan roken en onvoldoende slaap. Interessant is dat mensen met een hoger opleidingsniveau er meer last van hebben.

Avondmensen zouden baat kunnen hebben bij flexibelere werktijden, omdat ze biologisch in het nadeel zijn wanneer ze 's ochtends vroeg moeten werken, ook al is hun natuurlijke slaapritme daar niet mee in overeenstemming. Wenzler benadrukt dat het cruciaal is om het lichaam niet te overbelasten en aandacht te besteden aan het individuele chronotype om de cognitie te beschermen.

De studie maakt gebruik van uitgebreide Lifelines-gegevens om de invloed van het chronotype, oftewel de biologische klok, op menselijk gedrag te onderzoeken. Aanpassingen aan de levensstijl worden gezien als een mogelijke oplossing om de negatieve effecten op de cognitieve gezondheid te minimaliseren.

Deze bevindingen openen nieuwe perspectieven voor preventieve maatregelen specifiek afgestemd op avondmensen, die kunnen bijdragen aan een betere levenskwaliteit op de lange termijn. Werk aan je slaapritme en vermijd ongezonde gewoonten om je cognitieve gezondheid te beschermen.