Sprinter, puncher, rouleur: Wat voor type renner ben jij op de fiets?

Sprinters zijn direct herkenbaar: krachtig gebouwd, gespierd en explosief. Ze overheersen aan het einde van vlakke etappes, bij sprints naar wegwijzers in de stad of bij de start bij verkeerslichten. Hun spieren bestaan grotendeels uit snel samentrekkende spiervezels – dit betekent een krachtige acceleratie, maar ook een nadeel op beklimmingen.
Typische vertegenwoordigers: Mark Cavendish, Marcel Kittel, Andre Greipel.
U bent waarschijnlijk een sprinter als: u uitblinkt in korte, intensieve inspanning, maar snel achteruitgaat op hellingen.
2. De PuncherEen puncher (van het Franse "pcheur") is een kleine, lichte renner met een enorme explosiviteit. Perfect voor korte, steile klimmetjes waar krachtige aanvallen essentieel zijn. Punchers springen graag uit het zadel en accelereren agressief.
Typische vertegenwoordigers: Julian Alaphilippe, Mathieu van der Poel, Georg Zimmermann.
Je bent waarschijnlijk een puncher als: je van korte klimmetjes houdt, waarbij je jezelf uit het zadel springt, en je van plotselinge aanvallen houdt.
Klimmers zijn licht gebouwd en hebben een zeer hoog drempelvermogen. Hun langzame spiervezels zorgen voor een aanhoudende kracht tijdens lange klimtochten. In sprints hebben ze echter weinig kans.
Typische vertegenwoordigers: Emanuel Buchmann, David Gaudu.
Je bent beter een klimmer als: je gedijt op lange beklimmingen, maar je sprints vaak tekortschiet.
4. De RouleurDe rouleur (ook uit het Frans) is de duurloper onder de wielrenners. Niet bijzonder explosief, maar wel extreem uithoudingsvermogensgericht. Ze kunnen constant hoge prestaties leveren – perfect voor vlakke of heuvelachtige etappes en lange ontsnappingen.
Typische vertegenwoordigers: Thomas De Gendt, Nils Politt.
U bent een rouleur als: u urenlang met een constant hoge snelheid kunt rijden en nauwelijks afremt.
fitforfun