Het optreden van Israël in Gaza leidt tot internationale kritiek.

In een gezamenlijke verklaring riepen de ministers van Buitenlandse Zaken van 25 landen op tot een onmiddellijk einde aan de oorlog in de Gazastrook en bekritiseerden ze tegelijkertijd Israëls aanpak van humanitaire hulp voor het afgesloten gebied. "De oorlog in Gaza moet nu eindigen", luidt de verklaring. "Verder bloedvergieten heeft geen zin." De gijzelaars die nog steeds in Gaza worden vastgehouden, moeten onmiddellijk worden vrijgelaten. Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken verwierp de verklaring als "niet in overeenstemming met de realiteit".

De verklaring zou een "verkeerd signaal" afgeven aan de islamistische Hamas, aldus het ministerie. De terroristische organisatie is de oorlog begonnen en is "als enige" verantwoordelijk voor het feit dat er, ondanks lopende gesprekken, nog steeds geen staakt-het-vuren en vrijlating van de gijzelaars is bereikt, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken.

De verklaring werd onder meer ondertekend door de ministers van Buitenlandse Zaken van Italië, Frankrijk, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, België en Canada, alsmede door de EU-commissaris voor Gendergelijkheid en Crisismanagement. Duitsland behoort niet tot de ondertekenaars.

Ondertussen rukte het Israëlische leger, volgens ooggetuigen, voor het eerst met grondtroepen op naar het gebied Deir al-Balah in de centrale Gazastrook. Soldaten namen de controle over gebouwen in het zuidwesten van de stad over en plaatsten sluipschutters op de daken. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bestormde het Israëlische leger tijdens hun opmars ook pakhuizen en andere VN-faciliteiten.

"Het leger betrad de faciliteiten en dwong vrouwen en kinderen (van WHO-personeel) te voet te vluchten naar Al-Mawasi te midden van de gevechten", klaagde WHO-chef Tedros Adhanom Ghebreyesus op X. Deir al-Balah huisvest ook het centrale magazijn van het VN-agentschap voor de Gazastrook. Dit magazijn zou zondag beschadigd zijn geraakt.

Het hoofd van de WHO voegde eraan toe dat de andere kampen van de VN-hulporganisatie zich ook in de door Israël aangewezen gevechtszone bevinden en daarom niet langer operationeel zijn. "Dit beperkt onze mogelijkheden om in Gaza te opereren en brengt het gezondheidssysteem in Gaza dichter bij de ineenstorting." Het Israëlische leger gaf aanvankelijk geen commentaar op het incident.

De controversiële Gaza Humanitarian Foundation (GHF) is verantwoordelijk voor de voedseldistributie in grote delen van de Gazastrook. Israël beweert het nieuwe distributiemechanisme te hebben ingevoerd om te voorkomen dat Hamas hulpgoederen omleidt. Er zijn herhaaldelijk berichten over dodelijke incidenten in de buurt van distributiepunten van GHF. Het hoofd van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulp en Werken voor de Palestijnen (UNRWA), Phillipe Lazarrini, beschreef de distributiecentra van de stichting als "sadistische dodelijke vallen".

"Sluipschutters openen lukraak het vuur op menigten, alsof ze een vergunning hebben om te doden. Een massale klopjacht, met volledige straffeloosheid", schreef hij op X. VN-secretaris-generaal António Guterres zei: "Afgelopen weekend vonden er in Gaza opnieuw massaschietpartijen en moorden plaats op mensen die VN-hulp zochten voor hun families – een wrede en onmenselijke daad die ik ten zeerste veroordeel."

De door de VS en Israël gesteunde GHF heeft dergelijke berichten herhaaldelijk als onjuist afgedaan. Voordat Israël het nieuwe distributiemechanisme introduceerde, exploiteerde de VN zo'n 400 distributiecentra voor de ongeveer twee miljoen Palestijnen. Deze functioneren nog steeds nauwelijks, omdat Israël hun leveringen vrijwel verbiedt. "Humanitaire hulp is geen taak voor huurlingen", schreef Lazzarini, verwijzend naar het feit dat de distributiecentra van de GHF worden bewaakt door particuliere Amerikaanse beveiligingsbedrijven.

De ministers van Buitenlandse Zaken van de 25 staten bekritiseerden in hun verklaring ook de Israëlische aanpak van humanitaire hulp: "Het model van de Israëlische regering voor het verlenen van humanitaire hulp is gevaarlijk, voedt instabiliteit en berooft de bevolking van de Gazastrook van hun menselijke waardigheid", aldus de brief. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Johann Wadephul (CDU) uitte zijn bezorgdheid over de "catastrofale humanitaire situatie" in Gaza op X. Hij zei dat hij telefonisch met zijn Israëlische ambtgenoot had gesproken. "We roepen Israël dringend op de overeenkomsten met de EU om humanitaire hulp te faciliteren, uit te voeren."

Eerder had het Israëlische leger inwoners van verschillende wijken in Deir al-Balah bevolen naar Al-Mawasi in het zuidwesten te verhuizen. Israël beschouwt de tentenkampen als een veilige haven voor burgers. Er zijn echter in het verleden al Israëlische aanvallen geweest, met veel doden tot gevolg. Israël had eerder afgezien van militaire actie in Deir al-Balah omdat het vermoedde dat er gijzelaars werden vastgehouden die door de islamistische Hamas waren ontvoerd.

Met het evacuatiebevel voor Deir al-Balah, aldus het VN-Bureau voor Internationale Coördinatie van Humanitaire Zaken (OCHA), staat 87,8 procent van de Gazastrook nu onder evacuatiebevel of bevindt zich binnen de Israëlische militaire uitsluitingszone. De bevolking is nu opeengepakt in 12 procent van de Gazastrook. Het kustgebied aan de Middellandse Zee is ongeveer zo groot als München.