Trumps minister van Handel is dol op invoerrechten. Zijn voormalige investeringsbank neemt weddenschappen af tegen deze tarieven.

Cantor Fitzgerald, een financiële dienstverlener onder leiding van de zonen van de Amerikaanse minister van Handel Howard Lutnick, creëert een manier voor beleggers om erop te wedden dat de belangrijkste invoerrechten van president Donald Trump door de rechter zullen worden vernietigd. Handelaren bij de investeringsbankdochter van het bedrijf, Cantor Fitzgerald & Co., zeggen dat ze de mogelijkheid hebben om de rechten te kopen op honderden miljoenen dollars aan mogelijke terugbetalingen van bedrijven die Trumps invoerrechten hebben betaald, volgens documenten die WIRED heeft ingezien.

Lutnick leidde Cantor Fitzgerald bijna 30 jaar lang, totdat hij in februari door de Senaat werd bevestigd en de controle over het bedrijf overdroeg aan zijn zoons Kyle en Brandon, beiden in de twintig. Sinds zijn aantreden in de regering van Trump is Lutnick uitgegroeid tot een van de meest uitgesproken voorstanders van het tariefbeleid van de president. Volgens Lutnick zou dit "honderden en honderden miljarden dollars" aan inkomsten voor de Verenigde Staten opleveren, waardoor Amerikanen met een inkomen van minder dan $ 150.000 uiteindelijk geen belasting meer hoeven te betalen.

Maar de investeringsbank die van Lutnick miljardair maakte, laat bepaalde klanten nu wedden dat Trumps tarieven uiteindelijk onrechtmatig zullen worden verklaard. Op dat moment kunnen bedrijven die de invoerrechten hebben betaald, een aanvraag indienen om hun geld terug te krijgen.

In een brief die WIRED heeft ingezien, zei een vertegenwoordiger van Cantor dat het bedrijf bereid was om rechten op teruggave van invoerrechten te ruilen voor 20 tot 30 procent van wat bedrijven aan invoerrechten hebben betaald. "Dus een bedrijf dat $ 10 miljoen heeft betaald, kan verwachten $ 2 tot $ 3 miljoen te ontvangen", schreef de vertegenwoordiger. "We hebben momenteel de capaciteit om er honderden miljoenen van te verhandelen en kunnen dit in de toekomst waarschijnlijk verhogen om aan de potentiële vraag te voldoen."

Cantor heeft al minstens één grote deal binnengehaald, volgens de brief die WIRED heeft ingezien. "We hebben al een transactie afgerond ter waarde van ongeveer $10 miljoen aan IEEPA-rechten en verwachten dat dit bedrag de komende weken nog verder zal stijgen", aldus de vertegenwoordiger van Cantor.

Volgens experts zijn de deals een vorm van procesfinanciering, een steeds populairdere categorie investeringen waarbij financiële instellingen proberen geld te verdienen aan mogelijke juridische schikkingen. Veel rechtszaken kunnen jaren duren en de structuur biedt particulieren en bedrijven de mogelijkheid om geld vooraf te ontvangen of hun advocaatkosten te laten dekken. Het addertje onder het gras is dat investeerders mogelijk slechts een fractie betalen van wat eisers uiteindelijk zouden kunnen ontvangen, en winst maken door het verschil in eigen zak te steken.

"Het feit dat het Cantor Fitzgerald is, roept vragen op", zegt Tim Meyer, hoogleraar internationaal bedrijfsrecht aan de rechtenfaculteit van Duke University. "Het is nogal interessant dat het kantoor van de minister van Handel erop gokt dat de tarieven worden afgeschaft. Dat lijkt me heel interessant – en veelzeggend over wat degenen met connecties bij de regering denken over de voordelen van de tarieven."

"Minister Lutnick weet niets van deze beslissing, omdat hij geen inzicht of strategische controle heeft over Cantor Fitzgerald", schreef Kristen Eichamer, persvoorlichter van het ministerie van Handel, in een e-mail aan WIRED. "Hij heeft zich volledig gehouden aan de voorwaarden van zijn ethische overeenkomst met betrekking tot desinvestering en wrakingsverzoeken en zal dat ook blijven doen."

Cantor Fitzgerald reageerde niet op een verzoek om commentaar van WIRED.

Trump kondigde in februari aan dat de VS hoge tarieven zouden heffen op goederen uit Mexico en Canada onder de International Emergency Economic Powers Act (IEEPA). Hij breidde de handelsoorlog in april uit naar bijna elk land dat goederen aan de VS verkoopt, dat nu onderworpen zou zijn aan "wederkerige" tarieven variërend van 10 tot 50 procent.

Als reactie hierop volgde een stortvloed aan rechtszaken, waaronder een door een groep kleine bedrijven die de regering-Trump aanklaagden bij het Amerikaanse Hof voor Internationale Handel. Zij betoogden dat de president zijn bevoegdheden had overschreden en dat de invoerrechten illegaal verklaard moesten worden. Het Hof voor Internationale Handel gaf de eisers gelijk, maar de regering-Trump ging in beroep tegen de beslissing en het hof van beroep stond toe dat de invoerrechten gehandhaafd bleven zolang de zaak nog liep.

Dat heeft bedrijven gedwongen de tarieven te blijven betalen totdat er een definitief besluit is genomen, waarna ze mogelijk eindelijk in aanmerking komen voor restitutie van de tarieven. De mondelinge behandeling begint eind deze maand, maar de zaak zou dan voor het Amerikaanse Hooggerechtshof kunnen komen, wat betekent dat het mogelijk langer dan een jaar duurt voordat de zaak is opgelost.

In de tussentijd hebben de getroffen bedrijven in de rechtszaak aangevoerd dat ze failliet zouden kunnen gaan of andere schade zouden kunnen lijden door de invoerrechten te blijven betalen. "De eisers van de kleine bedrijven in deze rechtszaken hebben in feite gezegd: 'Dit is een existentiële kwestie voor ons'", aldus Meyer.

Ryan Petersen, CEO van het logistieke technologiebedrijf Flexport, zegt dat het ontvangen van een teruggave van invoerrechten van de Amerikaanse overheid een lastig proces kan zijn, zelfs onder normale omstandigheden. Bedrijven moeten een zogenaamde post-summary correction indienen, in feite een update van de douanedocumenten voor een zending. "Als je dat vandaag indient, duurt het zes tot twaalf maanden voordat je je geld terugkrijgt na goedkeuring. Het is een fysieke cheque die per post wordt bezorgd", zegt Petersen.

Gezien de onzekere planning en toenemende financiële druk, besluiten sommige bedrijven wellicht dat het verstandiger is om een aanbod zoals dat van Cantor te accepteren, zelfs als dat betekent dat ze later mogelijk een hogere terugbetaling mislopen. Ik "denk dat het voor sommige mensen aantrekkelijk kan zijn", zegt Petersen.