Het ministerie van Binnenlandse Zaken versterkt de bescherming van slachtoffers van gendergerelateerd geweld tijdens de zomermaanden.

Het Staatssecretariaat voor Veiligheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de politiediensten die binnen het VioGén 2-systeem opereren, opgedragen de beschermingsmaatregelen voor slachtoffers van gendergerelateerd geweld tijdens de zomerperiode te versterken, zoals uiteengezet in de operationele richtlijn van 23 juni, die donderdag is gepubliceerd. Deze richtlijn geldt tot en met 14 september.
De richtlijn is in de eerste plaats gericht aan de Nationale Politie, de Guardia Civil en de regionale politie van Navarra, maar is ook via de interne communicatiekanalen van VioGén 2 verzonden ter informatie van de andere operatoren die met het systeem interacteren.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken herinnert ons eraan dat systeemstatistieken aantonen dat de zomermaanden tot de maanden behoren met een toename van gewelddadige incidenten veroorzaakt door gendergerelateerd geweld. Dit maakt het noodzakelijk om enkele buitengewone maatregelen te nemen, zonder de omgevingsomstandigheden (zoals hoge temperaturen) te vergeten die crisisdynamiek in menselijke relaties bevorderen en de kans op agressief gedrag vergroten. Weekenden en de dagen voorafgaand aan een vakantie worden ook beschouwd als periodes met een hoger risico.
Wat betreft de lopende zaken die worden behandeld door het VioGén 2-systeem, moeten de beschermingsmaatregelen worden versterkt in de gevallen die als bijzonder relevant worden beschouwd of waarbij minderjarigen in gevaar zijn, in gevallen waarin de vrouw eerder te maken heeft gehad met geweld door andere daders en aanhoudende agressors, en in alle gevallen waarin er bekende psychische gezondheidsproblemen en verslaving of middelenmisbruik, met name alcohol, zijn.
Politieagenten worden eraan herinnerd dat zij moeten zorgen voor een effectieve en strikte naleving van Protocol 2025, opgenomen in Instructie 1/2025 van het Staatssecretariaat voor Veiligheid, waarin een nieuw protocol wordt vastgesteld voor de beoordeling en het beheer door de politie van het risiconiveau van gendergerelateerd geweld en de monitoring van gevallen via het VioGén 2-systeem.
Protocol 2025 verbetert de beoordeling van het slachtofferrisico door de politie door de beoordeling van de gevaarlijkheid van aanvallers te specificeren op basis van factoren zoals een geweldsgeschiedenis, alcohol- of middelengebruik, en impulsiviteit en agressie, met name wanneer zij zijn veroordeeld voor zeer ernstig lichamelijk letsel of moord.
In dit verband worden agenten in de richtlijn opgeroepen om de communicatiekanalen met de gemeenschappen van slachtoffers te verbeteren, zodat ze toegang hebben tot nauwkeurige en actuele informatie. Hiermee kunnen ze risiconiveaus aanpassen en de bescherming van slachtoffers verbeteren.
Het roept ook op tot meer politieprocedures en -acties voor de vroege opsporing van potentiële gevallen van gendergerelateerd geweld die nog niet gemeld zijn. Hiertoe hebben ze het zogenaamde "Zero Protocol" geïmplementeerd, dat de eerste contacten van de politie met slachtoffers van gendergerelateerd geweld in onbeschermde situaties begeleidt.
Deze voorzorgsmaatregelen worden met name aanbevolen in zogenaamde 'resistente gevallen', gevallen waarin het slachtoffer, ondanks de bescherming die het systeem biedt, hulp en veiligheidsmaatregelen weigert of zich ertegen verzet. In deze gevallen zouden agenten de hulp van sociale diensten of andere beschikbare hulpbronnen moeten inschakelen om effectiever te kunnen reageren op deze complexe gevallen. Vroege risicodetectie is hierbij noodzakelijk om specifieke en concrete maatregelen voor elk slachtoffer te kunnen nemen.
ABC.es