Selecteer taal

Dutch

Down Icon

Selecteer land

Spain

Down Icon

Zijn we op de goede weg?

Zijn we op de goede weg?

Alles komt ten goede aan de regeringspartij. Zo consolideert de goedkeuring van de hervorming van de Nationale Garde door de Kamer van Afgevaardigden, zowel in het algemeen als in het bijzonder, wat al jaren in het verschiet lag: de concentratie en het beheer van de veiligheid in handen van de strijdkrachten, uitgerust met steeds grotere capaciteiten om te beheren, in te grijpen en te opereren, om de veiligheid van de burgers en het grondgebied te beschermen. Of we het nu leuk vinden of niet, het proces gaat door en de bevoegdheden van de strijdkrachten nemen toe in economisch, veiligheids- en institutioneel opzicht. Hoewel het waar is dat Artikel 164 – herclassificaties en overplaatsingen – de verdwijning van het burgerperspectief bevestigt, en Artikel 44 de deelname van leden van de Nationale Garde aan politieke functies erkent, wat impliceert dat zij zich kandidaat stellen via buitengewoon verlof, zonder te verduidelijken hoe zij zullen deelnemen? Als overheidscollaborateurs of als tegenstanders? Er rijzen veel vragen, vooral in onze huidige context, zowel politiek als strafrechtelijk.

Tegelijkertijd worden er opsporingsbevoegdheden toegevoegd onder het gezag van openbare ministeries, die in veel gevallen een zwakke of gebrekkige professionaliteit hebben. Dit houdt in dat er uitgebreide bevoegdheden moeten worden verkregen om ministeriële opsporingstaken uit te voeren, met een verzwakt Bureau van de Procureur-Generaal, en inlichtingendiensten ter voorkoming en vervolging van misdaden, met interinstitutionele samenwerking met inlichtingendiensten (CNI) en informatie, waarbij sociale netwerken en telecommunicatie worden gemonitord en gecontroleerd, inmenging in privégesprekken plaatsvindt en er andere maatregelen worden genomen om informatienetwerken te verweven met de drie overheidsniveaus en de burgers.

In deze zin wordt de aanhoudende operationele aanwezigheid van de Nationale Garde in de gebieden verwacht, een bredere militaire aanwezigheid, hoewel benadrukt wordt dat de privacy en veiligheid van individuen gewaarborgd zouden blijven. De vragen die in dit scenario en de realiteit waarmee we dagelijks worden geconfronteerd, zijn dan ook terecht: hoe worden de veiligheid en privacy van burgers gewaarborgd? Wie controleert het werk van de Nationale Garde en hoe? Hoe worden checks and balances gecreëerd om het optreden van de autoriteiten te certificeren en hen te bestraffen in geval van misbruik? Zal er ruimte zijn voor dialoog en een bijdrage van maatschappelijke organisaties? De vragen en vermoedens over deze maatregelen zijn terecht. Gegeven de tijdlijn van het nationale project, dat heeft gekozen voor het verdwijnen van autonome organisaties in het land, het onvermogen om verantwoording af te leggen, de ontmanteling van het Hooggerechtshof en de vernieuwing van "gekozen" ministers en ambtenaren op zeer twijfelachtige rechtsgebieden, een Mensenrechtencommissie die zelden en soms op bevooroordeelde wijze aanwezig is, een duidelijke militarisering van de openbare veiligheid en een uitbreiding van de taken van de strijdkrachten - tot nu toe minstens 38 geteld in een veelheid van belangrijke taken, die voorheen civiel waren -, maken zij ons zorgen over de manieren waarop een staat die zichzelf democratisch noemt, controle, monitoring, inperking en transparantiemechanismen over zichzelf kan uitoefenen.

Het verzamelen van zoveel macht in één zak kan ertoe leiden dat die uiteindelijk uiteenvalt door het onvermogen om zichzelf te reguleren. Dit vereist altijd een evenwicht buiten de logica van de overheid zelf, waarbij mogelijkheden worden gecreëerd om te voorkomen dat onze eigen instellingen worden vernietigd door overmatige machtsaccumulatie en om ondoorzichtigheid te bestrijden. De komende maanden ziet het land er zorgwekkend uit en we zullen een nieuw burgerschap moeten opbouwen en verbinden – een burgerschap dat actiever, aandachtiger en verantwoordelijker is, een burgerschap dat de vrijheid van meningsuiting verdedigt, open vragen stelt, verantwoording eist en erkend wordt als een bijdragende speler en medeplichtige aan instellingen. Dit is een kwestie die ons als samenleving aangaat. Daarom zullen we onze culturele en politieke fundamenten voor burgerschap moeten heroverwegen... Zullen we bereid zijn de gelegenheid te baat te nemen?

  • Marisol Ochoa | Gastcolumn
  • Marisol Ochoa | Gastcolumn
Eleconomista

Eleconomista

Vergelijkbaar nieuws

Alle nieuws
Animated ArrowAnimated ArrowAnimated Arrow