Ze bestrijden virussen: Met plantenextracten bestrijden ze verschillende infecties

Gisteren hield onderzoeker Guadalupe Ayora Talavera de keynote lezing "Natuurlijke producten uit het zuidoosten: 20 jaar zoeken naar natuurlijke bestanddelen met antivirale activiteit" in het Grote Museum van de Mayawereld, als onderdeel van de 20e editie. Internationale bijeenkomst over onderzoek naar natuurlijke producten, die dit jaar een eerbetoon bracht aan Dr. Luis M. Peña Rodríguez.
Tijdens haar presentatie deelde Ayora Talavera, een virologiespecialist, bevindingen uit twee decennia van onderzoek naar het potentieel van planten uit de regio als bron van stoffen met antivirale eigenschappen.
De wetenschapper benadrukte dat de studie van infectieziekten, vooral die van virale oorsprong, een van de belangrijkste uitdagingen voor de hedendaagse medische wetenschap vormt. In dit verband benadrukte hij de beperkte beschikbaarheid van antivirale middelen op de markt: slechts ongeveer 100 ervan zijn in de Verenigde Staten goedgekeurd, en voor veel opkomende virussen bestaat nog steeds geen specifieke behandeling.
Voorbeelden als HIV en hepatitis C illustreren de aanhoudende uitdagingen op dit gebied. Daarom zijn natuurlijke producten relevant geworden als potentiële bondgenoten in de ontwikkeling van nieuwe behandelingen, niet alleen tegen infecties maar ook tegen ziekten zoals kanker.
Dr. Ayora legde uit dat er experimentele proeven werden uitgevoerd om de antivirale werking van plantenextracten te evalueren. Daarbij werden de meest geschikte laboratoriumomstandigheden en cellijnen zorgvuldig vastgesteld om de werkzaamheid ervan te testen.
Met de testen werd geprobeerd de verschillende stadia van de virale cyclus te remmen: de binding van het virus aan de cel, het binnendringen ervan, de replicatie ervan en de daaropvolgende afgifte van deeltjes. Sinds 2008 hebben onderzoekers met verschillende planten gewerkt, waaronder Hypericum silenoides (Sint-Janskruid), Ardisia sp. (bergpeper), Rhoeo discolor (paarse maguey) en aloë vera.
In sommige gevallen is gebleken dat bepaalde extracten de replicatie van het influenzavirus remmen. De effectiviteit varieert afhankelijk van de stam.
Een van de meest opmerkelijke ontdekkingen is die van de verbinding EPZ, gewonnen uit de plant Diospyros anisandra (ook bekend als k'áa-kalche' of xnob che, endemisch in Yucatán, Guatemala en Cuba). Deze stof bleek effectief tegen verschillende stammen van het influenzavirus en beïnvloedde de gehele virale replicatiecyclus.
Ayora Talavera benadrukte de noodzaak om door te gaan met het onderzoeken van natuurlijke stoffen, gezien de virale resistentie en het gebrek aan effectieve therapieën. Hij benadrukte het onbenutte potentieel van de Mexicaanse flora voor de ontwikkeling van innovatieve antivirale middelen.
Momenteel zijn er verschillende nieuwe onderzoekslijnen die zich richten op SARS-CoV-2 en arbovirussen zoals dengue, zika en chikungunya.
De onderzoeker waarschuwde ook voor de groeiende dreiging van het H5N1-virus, dat vogelgriep veroorzaakt en in het land al dodelijke gevolgen heeft gehad. Onlangs overleed zelfs een minderjarige.
De presentatie werd afgesloten met een oproep om interdisciplinair onderzoek te versterken en de natuurlijke rijkdom van het zuidoosten te benutten om het therapeutische arsenaal tegen virusziekten uit te breiden. — Karla Acosta Castillo
yucatan