De oorsprong van emoji's: het verhaal van Shigetaka Kurita en de 176 symbolen die museumkunst zijn

Je gebruikt er tientallen per dag. De 😂, de ❤️, misschien zelfs de 💩. Ze zijn een tweede natuur geworden, een snelle en universele manier om toon, humor en emotie toe te voegen aan onze digitale gesprekken. Maar heb je je ooit afgevraagd waar ze vandaan komen? Het antwoord ligt niet in Silicon Valley, maar in Japan, in 1999, en het is een fascinerend verhaal over kunst, zakendoen en design onder druk. Het is het verhaal van hoe een jonge ontwerper, Shigetaka Kurita, de opdracht kreeg om menselijke emotie vast te leggen in minuscule iconen van 12x12 pixels voor het telecommunicatiebedrijf NTT DoCoMo, waarmee hij een taal creëerde die de wereld zou veranderen.
Eind jaren negentig was digitale communicatie een emotioneel mijnenveld. Sms'jes en de eerste e-mails waren koud, functioneel en enorm vatbaar voor misverstanden. Een simpele "Oké" kon worden geïnterpreteerd als een constructieve overeenkomst of een passief-agressieve reactie. De nuance van lichaamstaal en toon ontbraken.
NTT DoCoMo, een van de toonaangevende telecommunicatiebedrijven van Japan, ondervond dit op de harde manier. Halverwege de jaren 90 lanceerden ze een pager gericht op tieners met een revolutionaire innovatie: de mogelijkheid om één pictogram te versturen, een rood hartje ❤️. Het apparaat was een enorm succes. Kort daarna lanceerde het bedrijf echter een nieuw model voor de zakelijke markt, waarbij het hartje werd geschrapt omdat het als onprofessioneel werd beschouwd. De reactie was onmiddellijk en rampzalig: de verkoop kelderde en klanten vluchtten naar concurrenten die wél symbolen aanboden. De les was duidelijk en krachtig: emotie was geen extraatje; het was een fundamentele behoefte voor menselijke communicatie – en ook voor grote bedrijven.
Met deze les in het achterhoofd bereidde NTT DoCoMo zich voor op de lancering van zijn ambitieuze mobiele internetdienst "i-mode". Het team, waaronder de jonge Shigetaka Kurita, wist dat ze een visueel systeem nodig hadden om de fouten uit het verleden te vermijden. Kurita kreeg een monumentale taak: een complete set pictogrammen ontwerpen die informatie en emotie snel en duidelijk konden overbrengen.
De uitdaging was enorm, niet alleen conceptueel maar ook technisch. Elk symbool moest worden ontworpen binnen een klein raster van 12x12 pixels, een canvas van slechts 144 punten, om een herkenbaar en expressief icoon te creëren. Deze strenge technische beperking vormde geen obstakel, maar juist een katalysator voor de genialiteit van het ontwerp. Het dwong Kurita om te zoeken naar de essentie van elk idee, om minimalistische maar universeel begrijpelijke symbolen te creëren.
Om dit te doen, haalde Kurita inspiratie uit verschillende visuele bronnen die al deel uitmaakten van de Japanse cultuur.
Manga: Japanse strips gebruiken een rijke taal van visuele symbolen, manpu genaamd, om emoties uit te drukken. Een zweetdruppel op het gezicht voor nervositeit, uitpuilende aderen voor woede, of een gloeilamp voor een idee zijn voorbeelden die Kurita bewerkte.
Verkeersborden en weerpictogrammen: Dit zijn pictogrammen die zijn ontworpen om complexe informatie in één oogopslag over te brengen, een fundamenteel principe voor een mobiele telefooninterface.
Chinese karakters (Kanji): Het Japanse schriftsysteem maakt gebruik van karakters die complete ideeën representeren, waarmee de kracht van een enkel symbool om een diepe betekenis over te brengen wordt aangetoond.
Het resultaat van dit werk was een set van 176 emoji's. Het woord "emoji" is een samentrekking van de Japanse woorden "e" (絵, "afbeelding") en "moji" (文字, "personage"). De opvallende gelijkenis met de Engelse woorden "emotion" en "emoticon" is een gelukkig toeval dat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan de wereldwijde populariteit.
Deze originele set bevatte niet alleen de vijf basisgezichtsuitdrukkingen (blij, verdrietig, boos, teleurgesteld en duizelig), maar ook een breed scala aan objecten, weersymbolen, maanfasen, sporten en abstracte concepten. Deze iconen stelden gebruikers niet alleen in staat om gevoelens te uiten, maar stelden het bedrijf zelf ook in staat om service-informatie te communiceren, zoals de weersvoorspelling of de locatie van een geldautomaat.
Het succes van emoji's was onmiddellijk en revolutionair. Ze werden een essentieel onderdeel van digitale communicatie en herintroduceerden de 'lichaamstaal' die in platte tekst verloren was gegaan. Ze maakten genuanceerdere, snellere en vooral menselijkere communicatie mogelijk.
De impact van deze innovatie was zo groot dat het prestigieuze Museum of Modern Art (MoMA) in New York in 2016 Kurita's originele set van 176 emoji's aankocht voor zijn permanente collectie. Het MoMA erkende ze niet alleen als een technologische curiositeit, maar ook als een baanbrekend ontwerpwerk dat menselijk gedrag wereldwijd heeft veranderd. Paola Antonelli, senior conservator architectuur en design van het MoMA, lichtte de beslissing toe door te stellen dat het museum het design van onze tijd wil documenteren en dat "we tegenwoordig simpelweg niet zonder emoji's kunnen leven".
Deze erkenning bevestigde het idee dat innovatie niet altijd in een garage in Silicon Valley ontstaat. Soms ontstaat het uit de noodzaak om een zeer menselijk probleem op te lossen, onder de strengste technische beperkingen. De geschiedenis van de emoji laat zien dat een digitaal en commercieel designobject zijn oorspronkelijke doel kan overstijgen en een historisch significant cultureel artefact kan worden, dat de manier waarop we communiceren voorgoed verandert.
Interessant genoeg maakte de beroemde lachende poep-emoji geen deel uit van Kurita's originele set. De oorsprong ervan ligt ook in Japan, maar hij is verbonden met een culturele fascinatie voor scatologische humor. De populariteit van het personage Arale in de manga Dr. Slump, die interactie had met antropomorfe uitwerpselen, normaliseerde het idee.
Bovendien bestaat er in Japan een woordspeling op unko (poep) en un (geluk), wat leidde tot de creatie van geluksbrengers in de vorm van "gouden poep" (Kin no Unko). Toen Google in 2007 besloot emoji's in Gmail te integreren om uit te breiden naar Azië, stond het Japanse team erop de poepemoji te gebruiken vanwege de culturele betekenis ervan. Aanvankelijk ontwierp Google een realistischere versie, zonder gezicht en met vliegen eromheen. Het was Apple die het, toen het in iOS werd opgenomen, zijn iconische, vriendelijke glimlach gaf, waardoor het het wereldwijde fenomeen werd dat het nu is.
Van hun bescheiden begin op een raster van 144 pixels hebben emoji's zich ontwikkeld tot een levende, universele taal. Hun betekenis wordt vaak meer bepaald door de miljarden gebruikers dan door hun oorspronkelijke makers. De gesloten vuist ✊, die Kurita ontwierp voor het spel steen, papier, schaar, is vandaag de dag een wereldwijd symbool van solidariteit. Elke keer dat we een emoji versturen, dragen we bij aan de evolutie van deze fascinerende taal – het bewijs dat een klein beeld, geboren uit een commerciële behoefte, de wereld echt kan veranderen.
Welke emoji gebruik je het meest en waarom denk je dat die zo populair is geworden? Vertel het ons in de reacties!
La Verdad Yucatán